Ertryckx werd vermoord op 22 januari 1985 te Anderlecht. Deze moord werd niet opgelost. Maar in de ogen van sommigen kon (en kan) zij te maken hebben met de Bende van Nijvel. Immers, ook onder zijn bijnaam Astérix, had hij in de loop van 1984 allerlei dingen verteld aan iemand die ze in 1985 als informant had overgebriefd aan het Bestuur van de Criminele Informatie.
In het kort kwamen deze berichten erop neer dat een ex-politieman de Bende van Nijvel zou aansturen. Het was een commissaris van de genoemde dienst die concludeerde dat dit wel eens Bouhouche zou kunnen zijn. Een aantal details van het verhaal leende zich in elk geval voor verder onderzoek.
Dit onderzoek werd in 1990 en 1991 ook metterdaad uitgevoerd. Wat hield het in? Ten eerste werd die informant nog eens opnieuw gehoord en dit was belangrijk, want Astérix had hem laten weten dat hij zou worden geliquideerd als bekend werd dat hij de politie tipte. Ten tweede verdiepte men zich in het onderzoek naar de moord op Ertryckx - niet alleen door lezing van de stukken, maar ook via gesprekken met de betrokken speurders. Een van de bevindingen was:
"(...) dat er op geen enkel ogenblik tijdens het onderzoek naar de Asterix-moord een inlichting verschenen is die rechtstreeks verband hield met de Bende van Nijvel. De GP van Brussel heeft dus nooit de minste aanwijzing gekregen die beide feiten met elkaar kon verbinden."
In de derde plaats werden uitvoerig diverse familieleden en goede bekenden ondervraagd met het oog op het achterhalen van enigerlei verbinding met de Bende van Nijvel. Ook dit onderzoek bracht de speurders niet veel verder. Het leidde wel tot de opheldering van een misverstand: garages die door Ertryckx zouden zijn gehuurd, bleken in feite te zijn gehuurd door iemand anders ... die in dezelfde periode en in dezelfde gemeente werd vermoord als Ertryckx.
En tenslotte werd ook nog contact opgenomen met enkele (voormalige) leden van de cel Mendez. Deze informatie bracht aan het licht dat Ertryckx:
"(...) banden had met verschillende personen, liefhebbers van gevechtsporten, verdachte clubs en andere evenementenzalen uit de hoofdstad."
Maar alles wat hij had verteld:
"(...) was niet voldoende om aanwijzingen terug te vinden op grond waarvan de daders konden worden geïdentificeerd, de gebruikte wapens konden worden teruggevonden of de reden van de slachtpartijen kon worden achterhaald."
Toch vond men het in 1996 de moeite waard om de beschikbare gegevens en ook gegevens uit andere onderzoeken opnieuw te bekijken. De conclusie van deze nieuwe grondige analyse was dat nader onderzoek alsnog zinvol zou zijn.
Bron: Verslag Tweede Bendecommissie (bijlage 3)
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube