Meer over dit » www3.dekamer.be Ik zit nog maar aan blz. 4 van het document en heb al een paar keer stoom moeten afblazen. Zeer aandachtig lezen!

Naast het verslag en de informatie die the end hierboven gevonden heeft, is nog de volgende bijkomende informatie voorhanden over de bewuste bewaking van de Delhaize van Aalst op 9 november 1985.

Op 1 maart 1999 interpelleerde Marc Verwilghen de toenmalige minister van Justitie Tony Van Parys over het verloop van het Bende-dossier. Tijdens deze interpellatie stelde Marc Verwilghen de volgende vraag:

Er werd vastgesteld dat de rijkswacht op de parking van de Delhaize in Aalst haar bewakingsopdracht een twintigtal minuten vóór de overval heeft stopgezet. Waarom is dit zo verlopen? Of is hier sprake van louter toeval? Bestaat ervoor misschien nog een andere reden?

Tony Van Parys, minister van Justitie, antwoordde hierop als volgt:

Onderzoeksrechter Troch en kolonel Sack hebben hierover in de onderzoekscommissie reeds gesproken. Het Delhaize-warenhuis in Aalst werd net als een aantal andere grootwarenhuizen zoals Colruyt, niet permanent bewaakt. Wel werd er geregeld gepatrouilleerd in de omgeving en de aanpalende straten en op de parkeerterreinen van deze grootwarenhuizen. Ik beklemtoon dat onderzoeksrechter Troch en kolonel Sack me bevestigd hebben dat in geen permanentie was voorzien maar dat een aantal patrouilles een circuit aflegden tussen de verschillende warenhuizen. Dit systeem heeft ten dele gewerkt. Bij de reconstructie van de overval te Aalst hebben we kunnen vaststellen dat de gangsters bij het verlaten van de parking geconfronteerd werden met één van de patrouilles. Eén van onze vaststellingen was dat de rijkswachters onvoldoende gewapend waren (*) om de gangsters staande te kunnen houden.

(*) Eigen bemerking bij het citaat van Tony Van Parys: In het verslag van de commissie voor Binnenlandse Zaken van 8 januari 1986 geeft de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Charles-Ferdinand Nothomb nochtans op pag. 4 aan dat “de rijkswachtploegen ieder uitgerust waren met twee machinepistolen UZI, twee kogelvrije vesten (enkel te Aalst), een vaste radio aan boord van het voertuig en een draagbare radio.”

Mooie vondst, bedankt voor het delen.

Twintig minuten na dit telefoontje wilde een klant het parkeerterrein van de Delhaize van Aalst oprijden. Voor de ingang stonden vier mannen elk op ongeveer twee meter van elkaar. Drie droegen een vuurwapen en schoten in de richting van de ingang. Ze waren vermomd. De vierde man leek aanwijzingen te geven. Hij was niet gemaskerd, was vrij klein, was rond de vijfentwintig jaar en had een kleine snor.

Een andere Delhaize-klant zat op de parking aan het stuur te wachten terwijl de familie boodschappen deed. Hij had een duidelijk zicht op de ingang toen de drie mannen aankwamen. Ze droegen een kort machinegeweer en bivakmutsen. De getuige heeft zijn verhaal al uitentreuren moeten vertellen: "Ze leken drie galante gasten in die zin dat ze zich atletisch voortbewogen. Ze gingen onmiddellijk uiteen. De eerste liep naar het pad van het Osbroekpark opzij van het warenhuis, de tweede naar de opslagplaats van lege flessen, waar hij uitzicht had op het parkeerterrein, de uitrit en het Osbroekwegeltje. De derde greep een klant vast die net buitenkwam. Ik hoorde een schot en zag die persoon als een zak in elkaar stuiken. Daarbij hoorde ik ijselijk gillen van vrouwenstemmen."

De getuige reed onmiddellijk weg met zijn zoontje achterin en bleef doorrijden toen de achterruit van de wagen stukgeschoten werd. Hij voelde pijn aan zijn hoofd en bloed, zette het kind af in een café vlakbij en keerde terug om zijn vrouw te zoeken.

Ondertussen waren de overvallers op de winkel afgestapt. Een van hen schoot op alles wat bewoog. Er stond een felle wind en hij mikte op de reclamepanelen. Binnen gooide klanten hun kar vol voor het lange weekend van Sint-Maarten, een feest dat in Aalst meer gevierd wordt dan Sinterklaas. Een winkelde man hoorde knallen die aan vuurwerk deden denken. Hij zag een jongen van een jaar of twaalf met een boek in zijn hand en een ballonnetje. Het kind huilde en tierde en de man wilde naar hem toe, maar toen hoorde hij glas rinkelen en plotseling stond hij oog in oog met een gangster die 'met een lenige maar geweldige gang' binnenstapte. De adjunct-directeur werd gegijzeld.

Een ander kind hoorde knallen. zijn broertje was bang en huilde. Het kind stond op en ging boven op zijn broertje liggen. Klanten stormden de winkel in en renden tussen de rekken door naar de uitgang aan de voorkant. Ze schreeuwden door elkaar dat er een overval was. Iedereen holde achter hen aan. Een kind huilde: "Mij niets doen, mij niet pakken."

Een gezin had net afgerekend. Hun kassabon werd uitgedraaid om twintig voor acht. Ze gingen naar buiten, de vrouw, de man, hun dochtertje. Vlak voor de uitgang vroeg het meisje om een lolly. Haar vader zocht in de boodschappentassen. De vrouw hoorde knallen die elkaar snel opvolgden. De man gooide zich boven op zijn kind, riep: "Vallen!" en trok zijn vrouw naar beneden. De vrouw kreeg schoppen. Ze deed of ze dood was. Iemand gaf haar bars bevelen in een taal die ze niet begreep. Ze werd aan haar linkerschouder omhooggetrokken en stond oog in oog met een man bij een wapen op de borst bungelde. Hij pakte haar met beide handen bij de keel. Ze zei: "Toe, laat me los", en zag in een flits de adjunct-directeur van het warenhuis. Hij smeekte: "Toe, laat haar los." "Opzij dan", zij de gangster in fatsoenlijk Nederlands.

Ze vluchtte in paniek, eerst naar het kantoor van de winkel, en zag daar een man iets uit de brandkast nemen. Ze draaide zich om en holde naar de stapelplaats. Daar zag ze een andere man kassa 13 leegmaken. De man die haar gegrepen had, was weg. Hij was heel groot, zeker 1,90 meter.

Een kind filmde alles met zijn ogen: "Mijn meter lag voor de uitgangsdeur. Ze heeft geprobeerd om daar op haar buik van weg te komen. Het was toen dat man één zijn wapen door het gat van de deur stak en vuurde naar mijn meter. Mijn meter werd geraakt in de keel en overleed ter plaatse. Door het schot moet ze achteruitgeslagen zijn, waardoor de uitgang vrijkwam. De drie gangsters zijn toen naar buiten gegaan. Man één droeg een spannend lichtbruin pak met onder zijn vest een gevlekte jas zoals de para's. Aan zijn riem hingen drie zakjes en een mes van 20 centimeter. Aan een leren snoer om zijn hals hing nog een mes in een leren houder. Hij was 1,90 meter en van het type bodybuilder. Hij droeg een riot gun en sprak Nederlands en Frans."

De tweede man had een pistool in de hand en een machinegeweer op de rug. Ze raakten de klanten met twee verschillende riot guns, en een Ingram-machinepistool. Iemand die gewerkt had bij de militaire politie herkende ook de Thompson die hij daar zelf had. Verschillende ooggetuigen zagen een tweeloop, met de lopen naast elkaar, zoals de door de Bende gestolen Centaure. David van de Steen, de jongen die zijn ouders en zusje kwijtraakte bij de raid, is er zeker van dat hij ermee beschoten werd. Hij beschreef de slordig ingekorte tweeloop, die de dader in de hand had. Zijn machinepistool zat onder zijn jas, en het pistool in zijn vest.

Bron: Beetgenomen | Hilde Geens