Nadat de eerste artikelen over deze affaire gepubliceerd zijn, word ik uitgenodigd op een mysterieuze bijeenkomst van enkele leden van Westland New Post. Het is zaterdag 1 oktober 1983. Rond 19 uur verlaten twee auto's Brussel. In mijn wagen vervoer ik vijf scouts: twee meisjes en drie jongens, hun leeftijd schommelt tussen 7 en 20 jaar. Ze dragen een zwarte broek, een kaki hemd, een alpenmuts, een dolk aan de riem, een zwart-witte halsdoek en ter hoogte van de schouders zijn de letters Iggdrasil op hun hemd genaaid. In de andere auto, bestuurd door een collega-fotograaf, hebben andere scouts plaatsgenomen, samen met de oude bevelhebber van de groep, Karl de Lombaerde, die met zijn voornaam wordt aangesproken. We hebben deze jongelui opgepikt in een appartement, gelegen boven het scoutslokaal aan de Vanderschrickstraat te Sint-Gillis.
Op deze vochtige en koude avond nemen we de autosnelweg naar Parijs, die we verlaten via de afrit Wauthier-Braine, richting Tubize. Daar worden we opgewacht door een derde wagen, die van Paul Latinus. Zo rijden we traag achter elkaar naar Quenast. Wij rijden de gemeente door tot aan de rand van het bos van Chenoy, eigendom van een Brussel gemeentemandataris. We worden verwacht. In een volledige duisternis dringen we achter elkaar het bos in totdat we een minuscuul lichtpuntje bereiken: het vlammetje van een kaars in een vreemd gebouw, een oude vervallen kapel. We treffen nog andere jongens en meisjes in hetzelfde uniform aan.
Terwijl de jongeren volgens aloude padvinderstraditie een vuur aanleggen en zich voorbereiden op een nachtspel, zit ik met Karl de Lombaerde en Paul Latinus rond een kaars, die op een door de scouts vervaardigde tafel staat. Het belooft een lang gesprek te worden.
"Deze scouts", vertelt Latinus, "hebben niets te maken met Westland New Post. Dit is een activiteit die door Michel Libert is georganiseerd. Hij heeft zich afgescheiden van de federatie van katholieke scoutsverenigingen omdat deze de traditionele methodes overboord gegooid heeft. Daarom richtte hij in Brussel een dissidente groepering op. Ook hier in Quenast is zo'n groep ontstaan. Als benaming kozen ze Phoenix en Eperviers. Beide zijn verenigd in de vzw Iggdrasil, die inmiddels haar naam veranderd heeft in Irminsul."
[Nu volgt een gesprek met Latinus over de diefstal van NAVO-telexen en de dubbele moord in Anderlecht.]
De leider van de padvinders van Quenast (totem: spitsmuis) serveert ons een trappist Chimay en vervangt de bijna uitgedoofde kaars. "Met Pasen hebben we met onze scoutsgroep een kamp georganiseerd in Olley-sur-Viroin [in de provincie Namen, niet zo ver van de Franse grens » Google Maps] nabij de Frans-Belgische grens", vertelt hij. "Dit najaar hebben we de toelating gekregen om gebruik te maken van dit lokaal en het bos van Chenoy. Wij leren onze padvinders opnieuw aan hoe ze knopen moeten leggen, hoe ze zich verstaanbaar moeten maken met de morse-tekens, hoe ze moeten leven in de natuur. Wij leren hen hoe ze hun eigen leven in handen moeten nemen, in de zuivere scoutstraditie van Baden Powell. We doen hier hoegenaamd niets verkeerd. Als er bijvoorbeeld in dit bos een wandeling van het Adeps (Bloso) is geweest, dan ruimen we nadien hun puinhoop op. Wij schaden niets of niemand."
Terwijl de ouders van de jongeren aankomen om het op stapel staande spel bij te wonen, zegt Spitsmuis mij: "Vandaag wijden we onze nieuwe eenheid plechtig in. Dat is de reden waarom ook de ouders aanwezig zijn." Ik vraag hem of ook hij lid is van WNP, maar zijn antwoord is negatief. En van de vereniging Iggdrasil-Irminsul? "Ik heb gedurende drie maanden een cursus Keltische filosofie gevolgd bij Michel Libert ...", zegt hij, duidelijk beseffend dat hij iets te veel heeft gezegd.
Paul Latinus begint opnieuw te praten over de scoutsgroep. Hij geeft enkele supplementaire inlichtingen. "Die scouts , dat is een oude droom van Michel Libert. Maar het merendeel van de verantwoordelijken behoren tot Iggdrasil, waarvan we onlangs de naam veranderd hebben in Irminsul. Dat gebeurde nadat we uit onze rangen een aantal gevaarlijke figuren van het slag van Herman Wachtelaer hebben gesloten. Uiteraard maakt ook Michel Libert er deel van uit. Hij heeft de jongeren al meermaals verzameld in ons lokaal in Haacht. Er is nochtans geen enkele formele band tussen WNP en Irminsul, maar sommige onder ons maken deel uit van beide groeperingen."
[In 2012 werd er door de Cel Waals Brabant gezocht in Haacht » Forum]
(...) De nacht vordert. Voor Latinus en de Lombaerde is het de hoogste tijd om te vertrekken, want ze moeten nog naar Antwerpen. Buiten de kapel houdt een twaalftal volwassenen - de ouders van de scouts - de vlam in het vuur. Af en toe keken ze steels naar de houten tafel in het lokaal, waar wij zo lang praatten. Er is niets dat deze mensen kan verontrusten en ze halen herinneringen op van het vorige kamp. Ze begrijpen ook niet al te best waarom Marcel Barbier, die ze toen gezien hebben, aangehouden is geworden na geschoten te hebben. Ze verwonderen zich nog meer over de gevangenzetting van Michel Libert, stichter en leider van de groep. Zij twijfelen trouwens aan de inhoud van de artikelen in de krant. Ze bieden mij een pannekoek aan, evenals een trappits. Maar niemand durft mij vragen te stellen over de reden van mijn aanwezigheid. Iemand onder hen laat zich nochtans ontvallen: "Onze kinderen doen toch niets verkeerd, hé?" Ze hebben gelijk. Van mijn kant verkies ik geen woord los te laten over het vreemde gesprek met Latinus rond de houten tafel in die kapel. WNP, Iggdrasil, Irminsul, het is één ding. De scouts, dat is iets heel anders ...
Het nachtspel is trouwens afgelopen. Ergens in het bos werd de totem gevonden door een patrouille. De jongeren warmen zich aan het houtvuur. De laatste pannenkoeken worden gebakken en verorberd. Vervolgens blaast de verantwoordelijke voor de Brusselse groep verzameling. "Michel Libert maakt momenteel een zware periode door. Wij weten niet wat hem nog te wachten staat. Maar onthou dat datgene wat hij doet, gebeurt uit trouw aan zijn land. Hij bereidt het verzet tegen de Russische invasie voor." De plechtige woorden worden uitgesproken als een avondgebed. Tot driemaal toe wordt nadien geapplaudisseerd ter ere van de heldhaftigheid van de leider, die opgesloten is in een gevangenis.
In de krant van 6 oktober publiceer ik een verslag over deze bijeenkomst in het bos van Chenoy. Dat lokt nogal wat deining uit in de streek. De procureur des Konings van Nijvel [Deprêtre] besluit een gerechtelijk onderzoek in te stellen. Hij wordt hierin gevolgd door de burgemeester van Rebecq, waarvan Quenast een deelgemeente is. Het is iedereen duidelijk dat dit geen alledaagse scoutsgroep is - sommigen beweren zelfs dat het om neo-nazi's gaat. De eigenaar van het bos verbiedt de jongeren de toegang en de bouwvallige kapel staat er voortaan weer verlaten bij.
De leider van de padvinders van Quenast, die zich voorbereidt op de militaire school en trouwens de zoon is van een beroepsmilitair, wordt verhoord door de SDRA. Hij had mij toevertrouwd de cursussen in Keltische filosofie te hebben gevolgd bij Michel Libert op het adres van de baron Van Graffenberg, Parmastraat 42. Hij was niet de enige beroepsmilitair die deze cursussen volgde. Ze waren een vermenging van evangelische cyclussen, een inleiding tot de beoefening van yoga, de geschiedenis van de grote volksverhuizingen en de mythologieën, de geschiedenis van de Arabische beschaving.
"Kort na de arrestatie van Marcel Barbier heb ik Michel Libert ontmoet", vertelt de scoutsleider. "Hij vertelde mij dat de race tegen de tijd was ingezet. Hij sprak mij over documenten die de administrateur-generaal, sommige andere functionarissen en ministers, die allemaal betrokken zijn in infiltratiepogingen van de KGB, in verlegenheid zouden brengen. Michel had veel plannen. Zo wilde hij twee padvindersgroepen vrijwillig ten dienste stellen van de Burgerbescherming."
De 19 gemeenteraadsleden houden op het gemeentehuis van Rebecq een woelige zitting. Een socialistisch raadslid interpelleert burgemeester René Desmedt (PSC). In zijn antwoord oefent hij zware kritiek uit op de plaatselijke scoutsleider. Onder de bevolking heerst trouwens nogal wat onrust. Een landbouwer stelt voor de pastoor te raadplegen, maar zijn voorstel wordt weggewuifd: "Ga maar, zot. Maar het is moeite voor niets, want dat volk treft de goede God niet."
Twee dagen na het verslag van Alain Guillaume in Le Soir over die gemeenteraadszitting, ontvangt hij vanuit de gevangenis van Vorst en brief van Michel Libert.
"Phoenix, waartoe de beide scoutsgroepen behoren, werd een jaar geleden opgericht. Het was onze gemeenschappelijke wens een traditionele scoutsgroep op te richten, die zowel pedagogisch als filosofisch aansluit bij het oorspronkelijke opzet van sir Baden Powell. Wij zijn uitgegaan van het principe dat een boerenomelet zonder de bijzonderste ingrediënten er geen meer is. Daarom hebben wij de pedagogische formules en in sommige gevallen ook de valse opleidingsmethoden die voorgesteld zijn door de verschillende scoutsfederaties en voornamelijk de katholieke federatie, in hun geheel afgewezen. Wij hebben ons daarvan gedistantieerd, want wij zijn het niet eens met de zienswijze en het enthousiasme van het voorgestelde opvoedingsproject."
"Burgemeester René Desmet (PSC) verwijt de scoutsleider van Quenast een politiek 'dissident' te zijn. Weet hij dat de scoutsleider zich anderhalf jaar geleden uit de politiek heeft teruggetrokken om zich volledig te kunnen wijden aan de padvinderij? Waarom moet een politicus toch altijd verwijzen naar het verleden om iemand te beoordelen?"
"Onze scouts, neo-nazi's?"
"Als men wil leven volgens strikte, maar toch soepele gedragsregels, als men een scoutsideaal wil realiseren dat gebaseerd is op dienstbaarheid voor de anderen: als men zijn land, zijn ouders en ouderlingen wil leren respecteren; als men wil leren leven in volledige harmonie met de natuur; als men wil leven in een religieuze gemeenschap waarbij men met al haar aspecten rekening houdt; als men zuiver en correct wil zijn, graag een uniform draagt; ja, als dat allemaal nazistisch is, dan ...."
"Het verbaast me dat de jaren waarin ik leider was van de Brusselse zeescouts, niet ter sprake zijn gekomen, en dat men daarin geen voorwendsel heeft gezien om mij ervan te beschuldigen vroeger al de oprichting van een nieuwe Kriegsmarine na te streven."
"U spreekt van indoctrinatie. Maar is het aanleren en het waarderen van de traditionele scoutsidealen indoctrinatie van een kind? Is er sprake van indoctrinatie als men de jongeren vaderlandsliefde of beter nog een pan-europees patriotisme wil bijbrengen?"
"Men mag er gerust in zijn: de activiteiten van onze jongeren liggen volkomen in lijn van de 'traditie'. Er zijn voldoende ouders die dat kunnen getuigen. Bovendien kunnen de twijfelaars ook nog 180 dia's bekijken."
"WNP en Phoenix zijn twee totaal verschillende zaken. Het is niet omdat wij een aantal handelingen hebben verricht die momenteel het onderwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek bij het Brussels parket dat ook de jongeren die wij leiden in hetzelfde vakje geklasseerd moeten worden en dat men uitspraken over hen doet die hun reputatie kunnen schaden."
"Het is trouwens uit eerbied en oprechtheid voor deze jongeren, dat ik u dit meedeel."
Getekend: Michel Libert, vanuit de gevangenis van Vorst.
Bron: Operatie Staatsveiligheid | René Haquin
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube