Uit het verslag van de Tweede Bendecommissie (bijlage 1 en 2):
Het spoor in de richting van de WNP
Wanneer men ondanks de beweringen van de (voormalige) top van de veiligheid van de staat dat er niettegenstaande naarstig speurwerk geen banden zijn ontdekt tussen extreem-rechts en de Bende van Nijvel - gelooft dat de misdaden van deze bende de concretisering vormen van een op destabilisering van de Belgische staat gerichte Strategie van de Spanning, dan spreekt het voor zich dat men op zoek moet gaan naar groepen, organisaties, bewegingen, die een dergelijke strategie hebben willen en kunnen volvoeren. In het algemeen worden deze groepen en/of bewegingen gesitueerd in het extreem-rechtse Brussels-Franstalige milieu.
Historisch gezien ligt dan het belangrijkste aanknopingspunt bij het Front de la Jeunesse. Deze groepering ontstond in 1973-1974 als een soort van jeugdbeweging uit de zgn. NEM-clubs. Dit waren clubs waarvan de leden bestonden uit lezers van het extreem-rechtse tijdschrift Nouvel Europe Magazine (NEM). In 1975 werd vergeefs geprobeerd om vanuit deze clubs een nieuwe politieke beweging, zelfs een nieuwe politieke partij, op te zetten: Forces Nouvelles. Maar terwijl deze beweging bij de verkiezingen van 1977 een zware nederlaag leed, deed het FJ, onder leiding van Francis Dossogne, vanaf dat moment steeds meer van zich spreken.
In de jaren 1978-1980 maakten leden van deze groepering zich schuldig aan brandstichtingen en vernielingen allerhande. Deze acties leidden er niet alleen toe dat de harde kern van het FJ in juni 1981 door de rechtbank te Brussel werd veroordeeld als privé-militie, maar werkten ook in de hand dat er via perspublicaties en via het "parlementair onderzoek betreffende de problemen in verband met de ordehandhaving en de private milities" [de zogenaamde Commissie Wijninckx] meer en meer bekend werd over de organisatie, de werking en de aanhang van het FJ.
Meer bepaald is het relevant om enerzijds te memoreren dat een aantal leden van het FJ daadwerkelijk werd getraind in de beoefening van vechtsporten en in de hantering van vuurwapens, onder meer door militairen op schietbanen van het leger en de politie, en anderzijds dat, volgens verschillende vooraanstaande leden van het (toenmalige) CEPIC, een rechtse formatie binnen de (Brusselse) PSC, geregeld betrekkingen onderhielden met het FJ, in het bijzonder Benoît de Bonvoisin, de penningmeester van het CEPIC; van een structurele, permanente band tussen het CEPIC en het FJ zou echter geen sprake zijn geweest (1).
De Brusselse afdeling van het FJ kwam in 1978 onder de hoede van Paul Latinus. Deze zette zijn medestanders al vrij vlug aan om zich toe te leggen op het verzamelen van inlichtingen over linkse en/of progressieve organisaties en personen. In de loop van 1981, toen het FJ onder de druk van het overheidsoptreden in elkaar stuikte, bracht hij deze activiteit onder in een nieuwe organisatie, de Westland New Post (WNP). Mede omdat nogal wat leden van het vroegere FJ deze organisatie vervoegden, slaagden Latinus en anderen erin haar in Brussel van de grond te trekken en zelfs enigermate te verbreiden naar andere steden van het land.
In de korte tijd van haar bestaan (tot 1983-1984) ontwikkelde de WNP zich niet alleen verder als inlichtingendienst, maar ook tot een organisatie waarvan leden in staat en bereid waren om gewelddadige acties te ondernemen, kortom als een para-militaire organisatie. Haar sterkte - in termen van leden - wordt verschillend ingeschat: sommigen spreken van een twintigtal leden, anderen van vijftig. Maar hoe dan ook, net als het FJ had de WNP op haar beurt, volgens zeggen, ook weer de nodige contacten in het leger en bij de politie, in het bijzonder de rijkswacht.
Of zij op de achterhand eveneens werd gesteund door (belangrijke leden van) een bepaalde politieke formatie, is evenwel niet bekend. Alléén de onderzoeksrechter Schlicker stelde voor de eerste parlementaire onderzoekscommissie dat hem na 1986 was gebleken dat er achter de WNP een heel wat belangrijker organisatie schuilging. Maar hij zei niet welke organisatie dan (2). [Mogelijk heeft Schlicker het over BURAFEX.]
Wat precies het uiteindelijk doel van de WNP was, is evenmin duidelijk. De vroegere top van de veiligheid van de staat, in de persoon van Albert Raes, heeft evenwel meer dan eens naar voren gebracht dat de WNP werd opgericht om zijn dienst in diskrediet te brengen (3). En in deze opvatting staat hij niet alleen: zij wordt ook door journalisten als De Bock onderschreven. Lang heeft deze organisatie evenwel niet bestaan.
Aan haar activiteiten kwam in april 1984 een einde met het overlijden van Latinus. Deze werd toen dood gevonden in zijn huis, hangende aan een electriciteitsdraad. In de voorbije jaren is veel en vaak gespeculeerd over de oorzaak van zijn dood: zelfmoord of moord? De gewezen rechters die de eerste parlementaire onderzoekscommissie bijstonden, kwamen na raadpleging van het betrokken dossier tot de conclusie dat "er geen enkel objectief gegeven (is) ontdekt noch enig ander onbetwistbaar feit van nut om te bepalen of zelfs maar om toe te laten te vermoeden dat er bij de dood van Latinus tussenkomst van derden is geweest." (4) Het gerechtelijk onderzoek terzake werd in elk geval op 3 november 1985 afgesloten met een buitenvervolgingstelling.
Hoe dan ook, reeds in 1983 geloofde de journalist Haquin, met anderen, dat de moordenaars van de Bende van Nijvel terroristen waren en misschien wel behoorden tot de WNP:
"De misdaden van de zogenaamde bende van Nijvel leken volslagen zinloos. De methodes die ze gebruikten, deden denken aan een militaire operatie. Nu had de politie in de kast van WNP-militanten militaire instructies aangetroffen die door speciale legereenheden gebruikt worden. Daar waren ook instructies bij voor aanslagen en sabotage-acties. De procedures die daarin beschreven werden, vertoonden bepaalde gelijkenissen met de methodes van de bende van Nijvel ..."
"Neem nu bijvoorbeeld de overval bij Colruyt in Nijvel. Een Brussels paar werd neergeschoten terwijl ze hun auto aan het bijtanken waren, waarschijnlijk om te beletten dat ze later zouden kunnen getuigen. De inbraak was op dat moment niet eens begonnen. Eerst werden de lijken van de slachtoffers weggebracht en daarna braken de gangsters de gepantserde deur open die toegang gaf tot de stock met levensmiddelen. Ze merkten niet dat ze het alarmsysteem in werking brachten dat verbonden was met de rijkswacht. Twee nietsvermoedende rijkswachters die kwamen aangereden, werden neergeschoten: de ene was op slag dood [Marcel Morue], de ander dankt zijn leven enkel aan het feit dat de kogel afketste op zijn epaulet. De politie zette de achtervolging in. De gangsters, die twee wagens gebruikten, hadden het lef hun achtervolgers klem te rijden en toen het vuur te openen op de politie-auto."
"De openbare opinie was geschokt. De krankzinnige moordenaars van Brabant hadden maar weinig gemeen met klassieke gangsters. Het leek wel of ze vastbesloten waren om iedereen die hen in de weg stond onverbiddelijk neer te knallen en om zoveel mogelijk terreur te zaaien: doden om te doden."
Deze hypothese werd in 1990 nog eens herhaald door de ex-rijkswachter Martial Lekeu, zelf verdacht van extreem-rechtse sympathieën, in een interview met Panorama/De Post. Op de vraag wie nu eigenlijk achter het Bende-complot zit, antwoordt hij:
"Het is duidelijk dat Francis Dossogne, het kopstuk van het Front de la Jeunesse, erachter zit. Er zijn ook rijkswacht- en legerofficieren bij betrokken. En in de eerste plaats Baron de Bonvoisin en het CEPIC. (Heeft u bewijzen?) Ik geef mijn kaarten niet uit handen. Ik wil alleen kwijt dat De Bonvoisin een belangrijk man is in de extreem-rechtse milieus in Europa. Hij heeft veel contacten, héél veel: in de kringen van mensen die het onderzoek doen naar de Bende, in de Generale Staf van de rijkswacht, in extreem-rechts, én in de wereld van de Europese bankiers."
Ook in het licht van zulke uitspraken komt dat Barrez in 1995 tot de overtuiging:
"Een extreem-rechtse groep die men al veel langer aan een nader onderzoek had moeten onderwerpen, is Westland New Post, afgekort WNP. (...) Zo blijft vooral de vraag onbeantwoord of de staatsveiligheid zich heeft beperkt tot het inwinnen van inlichtingen over WNP dan wel of die staatsveiligheid WNP heeft gebruikt, en waarvoor dan wel. De rol van de staatsveiligheid had uitgeklaard moeten raken, en dat is nooit gebeurd. (...) De betekenis van WNP zelf werd al evenmin grondig onderzocht. (...) WNP zelf wordt dan weliswaar ontbonden voor de Bende van Nijvel haar misdaadreeks start, maar dit sluit niet uit dat WNP-leden daaraan hebben deelgenomen. (...) En dit spoor is nooit ernstig onderzocht omdat het niet mag worden onderzocht. De speurders, o.a. BOB'ers (van Waver), die toch in die richting willen zoeken krijgen te horen dat dat niet hoeft."
Bij het vorenstaande moet tot slot wel worden aangetekend dat het lid van de staatsveiligheid dat opereerde in de kring van de WNP, Christian Smets, voor de eerste parlementaire onderzoekscommissie heeft uitgesproken dat:
"[hij] geen aanwijzingen (heeft) gevonden voor de betrokkenheid van WNP bij de zware criminaliteit. Hij ziet geen extreem-rechtse groep die hiervoor in aanmerking zou kunnen genomen worden. Het valt echter niet uit te sluiten dat bepaalde individuen uit het extreem-rechtse milieu hiertoe aangetrokken kunnen geweest zijn."
Noten (ter info, de noten komen ook uit het verslag van de Bendecommissie maar ze hebben in deze post een eigen nummering gekregen omdat niet alle noten overgenomen zijn):
(1) (...) Overigens mag hier nog worden gewezen op de verklaring van de ex-gedelegeerd bestuurder van Securitas Jan Flour in de BRTN-Terzake-uitzending van 9 februari 1996 dat er door een aan De Bonvoisin gelieerde firma, PDG, financiële manipulaties werden bedreven met het oog op de financiering van extreem-rechtse activiteiten.
(2) De Moor schreef op 2 november 1983 in de Knack dat het meest verontrustende aan de WNP nog niet zozeer zijn paramilitair optreden is, "maar wel zijn blijkbaar zeer goed afgeschermde (terreurgroep?) structuur, zijn gesofistikeerde middelen en zijn ook internationale contacten. Bepaalde in beslag genomen documenten bewijzen immers dat het zeker niet de (acht) aangehouden verdachten kunnen zijn die ze opstelden of aan de WNP toespeelden, maar dat er achter de Westland New Post meer geld en hersenen moeten zitten dan hun esoterische wereldbeelden laten vermoeden."
(3) Hierbij past de kanttekening dat de journalist Haquin in de RTBF-Au Nam de la Loi-uitzending van 27 januari 1988 de gedachte heeft geopperd dat de veiligheid van de staat de WNP wel eens meer kan hebben gemanipuleerd dan gewoonlijk wordt gedacht. In dezelfde uitzending beweert de ex-WNP'er Saucez in elk geval dat Mercier die een leidende rol in de WNP speelde, goede contacten met de veiligheid van de staat had.
(4) De advocaat-generaal Jaspar gaf tijdens het verhoor door de eerste parlementaire onderzoekscommissie als zijn mening te kennen dat Latinus was vermoord omdat hij alles over de WNP had verraden aan de commissaris van de gerechtelijke politie Marnette.
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube