Madani Bouhouche - bijnaam: Dany - is een Franstalige Brusselaar, zoon van een Algerijnse vader en een Belgische moeder. Hij begint zijn loopbaan bij de Rijkswacht in 1974, daar wordt hij toegelaten tot de school voor onderofficieren. In 1977 gaat hij aan de slag bij de drugsafdeling van de bewakings- en opsporingsbrigade van Brussel, de BOB. Dit is een speciale recherche-eenheid van de Rijkswacht. Hij werkt daar samen met Robert Beijer, die hij al tijdens zijn opleiding heeft leren kennen. Die twee mannen zullen in de jaren 1980 en 1981 een hele reeks criminele activiteiten ontplooien.
Wanneer wordt ontdekt dat ze ook officieren afluisteren, worden ze uit de opsporingsbrigade verwijderd en elk apart overgeplaatst naar lokale Rijkswachtbrigades in de Brusselse agglomeratie. Bouhouche is een groot wapenexpert. Hij en Beijer verlaten in 1983 de Rijkswacht en richten het privé-detectivebureau Agence de Recherches et d'Informations op. Tussen de twee komt het al gauw tot onenigheden, onder meer omdat Bouhouche meer en meer in extreem-rechtse kringen vertoeft.
Twintig jaar dwangarbeid
In 1984 vertrekt Bouhouche uit het detectivebureau en opent een wapenwinkel in Jette. Dat belet niet dat hij verder samen met Beijer diefstallen en gewelddaden pleegt. Bouhouche wordt voor het eerst aangehouden in januari 1986 op verdenking van de moord op Juan Mendez, handelsingenieur bij FN. Dat is net als Bouhouche een wapenverzamelaar, met wie hij lange tijd bevriend is geweest. In november 1988 wordt hij weer vrijgelaten.
Na de moord op een Antwerps diamanthandelaar in 1989 vlucht Bouhouche naar Spanje. Daar wordt hij aangehouden en uitgeleverd. Samen met Beijer wordt Bouhouche in februari 1995 veroordeeld voor o.a. de moord in 1989 op de diamanthandelaar en een bewakingsagent in 1982. Bouhouche krijgt twintig jaar dwangarbeid en Beijer veertien jaar gevangenisstraf. Het assisenproces duurt meer dan vijf maanden en is één van de langste in de Belgische geschiedenis. De moord op Mendez is tot op heden onopgehelderd.
In september 2000 wordt Bouhouche voorwaardelijk vrijgelaten, want door zijn uitzonderlijk lange voorarrest heeft hij dan al meer dan de helft van zijn straf uitgezeten. Hij leeft sindsdien in een afgelegen woning nabij Fougax-et-Barrineuf, in het departement Ariège, aan de voet van de Franse Pyreneeën, waar hij het beheer voert over enkele vakantiehuisjes in de streek. Bouhouche is een frêle man die veelal een grote zonnebril draagt. Hij is gescheiden en vader van enkele kinderen.
Onthoofd door kettingzaag
Eind november 2005 overlijdt hij tijdens het houthakken. De Franse gendarmerie die zijn dood onderzoekt, weet aanvankelijk niets van zijn criminele verleden en geeft toestemming tot crematie. De dood van Bouhouche raakt in België pas bekend door journalist Guy Bouten die in december 2005 de gescheiden echtgenote van Bouhouche, Anne Quittner, interviewt. Op dat moment is het nieuws van de dood van Bouhouche niet bekend bij de pers en de cel van Jumet. Bij onderzoek door Belgische speurders in zijn laatste woonplaats, worden een riotgun gevonden, aantekeningen over het proces-Mendez en computerbestanden. Ook komt aan het licht dat Bouhouche nog steeds contact had met zijn vroegere vrienden in extreemrechtse kringen.
Een jaar later komen er details naar buiten over dood van Bouhouche. "Hij stierf toen hij bezig was een boom om te zagen met een kettingzaag. Toen een groot stuk hout plotseling met grote kracht van de boom afsprong, werd Bouhouche letterlijk onthoofd", zegt Eddy Vos van de Cel Waals Brabant, de speurderscel die nog altijd de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoekt.
In 2010 beweert Robert Beijer in zijn autobiografie onder meer dat Bouhouche een veiligheidsagent doodde tijdens een overval op de luchthaven van Zaventem.
Bron: Panorama.nl | 14 maart 2017