Walter hieronder een volledig hoofdstuk over SRCI.
Illegale transfer van technologie van België naar Zuid- Afrika: SRCI (1)
Het Belgische munitiebedrijf PRB, dochterbedrijf van de Société Générale, wordt ervan verdacht sinds 1976 betrokken te zijn in de illegale export van een nieuw type van houwitzergranaten naar Zuid-Afrika en in de overdracht van wapentechnologie. Dit is een inbreuk op het UNO-wapenembargo tegen Zuid-Afrika.
Spil van de hele handel was de NV Space Research Corporation International (SRCI), gevestigd aan de Brand Whitloeklaan 114 te St. Lambrechts Woluwe. Deze firma werd opgericht door PRB en het Amerikaans-Canadese bedrijf Space Research Corporation. Space Research is sedert 1968 gevestigd op de grens tussen Canada en de V. S. De fabriek zelf heeft in beide landen een toegangspoort.
Onder de beheerders en adviseurs van het bedrijf vinden we talrijke voormalige topambtenaren van het Pentagon en Amerikaanse hogere legerofficieren, zoals generaal Arthur Trudeau, voormalig hoofd van de USA Army Intelligence; generaal Barksdale Hamlett, president van de Norwich University, de oudste militaire akademie van het Amerikaanse leger; Dr.Robert Dillaway, voormalig chief scientist van het US Army Materiel Com-mand; ex-kongreslid Sterling Cole; kolonel Rodgers Gregoryen ex-luchtmachtkolonel John "Jack" Frost.
De president van Space Research en van SRCI, Dr. Gerald Bull, is een ruimtevaartspecialist, die meer dan 15 jaar met geld van het Pentagon onderzoeken verrichtte. Dr. Bull legde zich na 1970 toe op oorlogsproduktie maar steeds in nauwe samenwerking met de CIA en het Pentagon. Hij ontwikkelde een houwitzergranatensysteem dat niet alleen granaten maar ook raketten en satellieten eventueel voorzien van kernkoppen kon lanceren. Deze mogelijkheid om taktische kernwapens te monteren maakte het systeem zeer aantrekkelijk.
Na de oorlog in het Midden-Oosten raakte het Israëlische leger geïnteresseerd in dit nieuwe systeem. Shaul Eisenberg, internationaal wapenhandelaar (firma Atasco) maar ook vertrouwensman van de Mossad, de Israëlische geheime dienst, bracht de Belg Jacques Heymans - beheerder van SRCI - in kontakt met de Israëli's. Dankzij het Pentagon kreeg Israël rond 1975 met de granaten ook een produktielicentie van Space Research.
Korte tijd later wilde Zuid-Afrika, dat goed bevriend is met Israël, het artilleriesysteem van Dr. Bull ook kopen. Zuid-Afrika had in de strijd om Angola in 1975 een flinke opdonder gekregen; haar wapens waren niet bestand tegen de Russische stalinorgels. CIA-man kolonel John Clancy, die voor dit probleem een oplossing zocht, kwam terecht bij Space Research samen met P.M. Lombard - hoofd van de Zuidafrikaanse artillerieschool in Potchefstroom en chef van de Zuid-Afrikaanse troepen in de strijd om Angola. De contactman was volgens de Amerikaanse Washington True Press John "Jack" Frost, een in Brussel gevestigde wapenhandelaar en CIA-agent. De hele handel gebeurde dus in nauwe samenwerking met de CIA.
De munitiegroep ARMSCOR uit Kaapstad voerde de besprekingen. Op 7 april 1975 werd een kontrakt getekend voor 50.000 houwitzergranaten met een uitzonderlijke reikwijdte tot 30 km., voor een waarde van meer dan 300 miljoen BF. Deze granaten werden in 1977-78 geleverd. Deze aankoop was slechts een dekmantel voor de verwerving van een gloed nieuw artilleriesysteem dat werd geplaatst door Canadese experten van SRC. Deze experten gingen naar Zuid-Afrika via Brussel en keerden ook zo terug. Ze bleven een tijdje in Brussel om al de sporen van hun reis uit te wissen. Door deze overdracht van militaire technologie en o.m. leningen door de Generale Bankmaatschappij konden de Zuidafrikanen een eigen 155 mm houwitzer ontwikkelen.
Het PRB-filiaal SRCI kreeg dus een scharnierfunktie toegewezen. De banden tussen beide firma's waren zeer nauw. De direkteur-generaal van PRB: wijlen Joseph Sévrin, was tot in juni 1978 ondervoorzitter van SRCI. Later werd PRB-direkteur Paul Rigo voorzitter van SRCI. Rigo was tot in juni 1978 tevens kommissaris van Sabena. Niet toevallig stond Sabena in voor het transport van wapenonderdelen van Space Research naar Zuid-Afrika. De hogervermelde Heymans was ook lid van de beheerraad. Hij is tevens direkteur van de Amsterdamse NV Space Capital International. Deze firma was ook betrokken bij het transport van de granaten naar Zuid-Afrika. Begin 1980 werd ook Jean-Pierre Leleux van PRB beheerder van SRCI. Zowel Leleux als Sévrin waren al in opspraak gekomen als beheerders van de NV Eurosystem Hospitalier .
De Belgische regering heeft niet ingegrepen. Minister van Buitenlandse Zaken, Henri Simonet, verklaarde op 2 oktober 1979 het dossier overgemaakt te hebben aan minister van Justitie Renaat Van-Elslande. Sindsdien is er niets meer gebeurd. April '80 bekende Van Elslande trouwens dat er geen gerechtelijk onderzoek ingesteld was. Men beweert dat de verreikende invloed van de firma PRB hieraan niet vreemd was.
Buitenlandse Zaken gelooft dat SRCI een loutere researchonderneming is. De recente tiende editie van het bekende jaarboek Jane's Weapon Systems 1979-1980 bewijst het tegendeel. Men vindt er twee pagina's reklame van SRCI voor de houwitzergranaten. Als verkoopsadres wordt de Brand Whitlocklaan 114 te Brussel opgegeven. Informatie van diverse anti-Apartheidskomitees en van Belgische en Canadese TV-journalisten ontkrachten de stelling van Buitenlandse Zaken. Dit ministerie en dat van Justitie sluiten echter hiervoor hun ogen.
Een gerechtelijk onderzoek in Canada en de VS in deze zaak bracht aan het licht dat België de draaischijf is van de wapenhandel naar Zuid-Afrika. Dr. Gerald Bull bekende dat de nodige technologie en experten via Brussel naar Zuid-Afrika werden gestuurd. Alleen de Belgische wetgeving, aldus Bull, laat toe het UNO-wapenembargo tegen Zuid-Afrika te omzeilen. De Amerikaanse journalist William Scott Malone noemde deze wetgeving de beste ter wereld voor wapenhandelaars. Het is in België immers wettelijk toegestaan militaire technologie te verkopen aan Zuid-Afrika. Het is vooral deze handel in wapentechnologie onder vorm van brevetten of licenties, die aangepakt moet worden. De gevolgen ervan zijn dikwijls ernstiger dan bij de handel in wapens zelf, waartoe telkens exportlicenties verleend moeten worden.
Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken wees erop dat België wettelijk gezien slechts over twee middelen beschikt om greep te krijgen op technologie-export door Belgische bedrijven. Er is vooreerst de wet van 1955 waarbij Landsverdediging het vrij gebruik van een brevet of uitvinding tijdelijk kan bevriezen en aan de uitvinder ontnemen indien die de interne of externe veiligheid van het land aanbelangt. In de tweede plaats verleent Economische Zaken in het kader van de wetgeving inzake prototypes staatssteun voor ( ook militaire) uitvindingen. De ministeriële besluiten, waaraan die staatssteun voor prototypes is gebonden, voorzien telkens een clausule van overheidstoezicht over gebeurlijke export van de hiermee nieuw verworven technologie.
Op internationaal vlak bestaat er het COCOM, een coördinatie-comité voor exportcontrole, opgericht door de NATO-lidstaten en Japan. Het controleert al meer dan dertig jaar de export van strategische producten naar de Oostblok-landen. Ook België heeft zijn afgevaardigden in dit organisme. Deze leidende, Atlantische kringen zijn echter niet geneigd het Apartheidsregime in Zuid-Afrika iets in de weg te leggen. Ze zien er een bondgenoot in voor hun strijd tegen het kommunisme. Voor zulk een bondgenootschap moet natuurlijk een gewone UNO-resolutie, die ook de handel in wapentechnologie verbiedt, wijken.
Militanten van het Aktiekomitee Zuidelijk Afrika (AKZA) en de Mouvement Chrétien de la Paix (MCP) bezetten op 11/6/80 de kantoren van SRCI. Zij eisten een gerechtelijk onderzoek. De rijkswacht in gevechtskledij en de BOB verwijderde iedereen uit de kantoren. De bezetters werden voorgeleid. De directeur van SRCI gaf toe dat er nog niemand van de firma ondervraagd was.
Hij schoof alle verantwoordelijkheid af op de schouders van de Amerikaans-Canadese aandeelhouder, de firma Space Research. Op 13/11/80 beschuldigde het AKZA, de PRB en SRCI ervan het UNO wapenembargo omzeild te hebben. De lakse Belgische wetgeving werd verantwoordelijk gesteld.
De waarheid schaadt nooit een zaak die rechtvaardig is.