Topic: Danny Ilegems
Danny Ilegems is een Vlaams journalist. Van 2001 tot en met 2005 was hij hoofdredacteur van achtereenvolgens MaoMagazine en Deng. Sinds september 2013 is hij hoofdredacteur van Humo.Danny Ilegems behaalde een master Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit van Brussel. Van 1985 tot 2000 werkte hij als journalist bij Humo en Panorama. Van 2001 tot en met 2005 was hij hoofdredacteur van achtereenvolgens MaoMagazine en Deng. Van 2008 tot 2011 was Ilegems actief bij het tijdschrift Goedele. In 2013 volgde hij Karel Degraeve op als hoofdredacteur van Humo.
Bron: Wikipedia
'Je moet gekregen kansen ook benutten'
Danny Ilegems (44) staat in de colofon van het nieuwe maandblad Deng als verantwoordelijke uitgever. Ilegems startte zijn carriere als journalistiek medewerker en werd later onderzoeksjournalist bij Panorama en Humo. Is Ilegems een journalist die ondernemer werd?
Het maandblad Deng is inmiddels aan zijn tweede nummer toe. Deng is een product van de NV Code, een vennootschap die los staat van grote Belgische mediabedrijven. De NV Code wordt gevormd door Christian Cigrang, Roland Duchatelet, Vincent Loozen en Danny Ilegems. Ilegems is verantwoordelijke uitgever. Ilegems was tot midden vorig jaar samen met Raf Sauviller actief met MaoMagazine, een internetproject binnen de Concentra-groep. Maar die zette in 2000 een punt achter het internetproject, waarbij het magazine vooral een marketinginstrument was bij de website. Het hele project bleek te veel geld te kosten en de verwachte inkomsten uit het internetproject vielen zwaar tegen. Toch had Ilegems met het Mao-team een publiek opgebouwd. 'We hadden zoiets van: hier klopt iets niet, er is een economische teruggang, in de mediawereld gaat het de zaken niet voor de wind, maar we hebben hier toch een publiek aangeboord, een snaar geraakt, het zou zijn dom als we daar geen vervolg aan breien.'
Eerst keek men of er geen mogelijkheid was om binnen de bestaande persbedrijven het initiatief voort te zetten (men is lang in gesprek geweest met De Persgroep). Zonder resultaat. Daarop kwamen Ilegems en co in contact met enkele personen met wie ze nadachten over een opvolger van Mao: een maandblad in een kosteneffectievere formule. Ilegems: 'We hebben een businessplan gemaakt, de gebruikelijke rekenoefeningen gemaakt en in betrekkelijk korte tijd was het verhaal rond.'
Ondernemer
Was het voor Ilegems een andere wereld? Hij is nu in feite een journalist die ook ondernemer is. 'Dat komt erbij', zegt hij over de businesskant van de journalistiek. 'Bij Mao hadden we dat ook al voor een stukje. Als een van de coordinerende mensen van die zaak moest ik overzicht zien te houden over de journalistieke activiteiten en over de strategische processen. Dat is zeker iets dat me interesseert. Gesprekken over reclamewerving, distributie en abonnementenbeheer vind ik uiterst leerzaam. Het leert je nadenken over het kader waarbinnen je journalistiek bedrijft. Je moet een koers uitstippelen, ideeen systematisch op een rij krijgen, mensen zien te overtuigen van de mogelijkheden en de waarde van je project. Ik ben ook niet een soort journalist die per definitie moeite heeft met een commerciele redenering. Voor Mao en Deng was ik actief bij grote commerciele organisaties. Al heb ik daar een soort journalistiek proberen te bedrijven die niet altijd vanzelfsprekend was', zegt hij.
Ilegems doelt daarmee op de onderzoeksjournalistiek die hij en Raf Sauviller uitvoerden voor Panorama en daarna voor Humo: 'Journalistiek van vaak lange adem, soms risicovol, met ten onrechte een anticommercieel stigma. Toch hebben we daar in een commerciele omgeving veel mee kunnen doen. We wilden niet preken voor een kleine parochie maar ons werk aan een zo breed mogelijk publiek presenteren.'
Ambachtelijk
Wat dreef Ilegems naar de journalistiek? Het antwoord komt wat haperend: 'Ik ben iemand die in veel dingen geinteresseerd is. Liefst bekijk ik niet alleen de oppervlakte, maar ook wat er net onder zit. Journalistiek is dan bijna een logisch biotoop voor iemand zoals ik. In een verjaardagsnummer van NRC-Handelsblad schreef iemand ooit dat journalistiek een perfecte uitlaatklep is voor mensen die eeuwig student willen blijven. Ik zit nu zo'n 20 jaar in de journalistiek en ik wil graag nog elke dag studeren.'
Ilegems studeerde communicatiewetenschappen aan de VUB. 'Ik was zo'n typische jongen die op 18 jaar geen bijzondere interesses of kwaliteiten had', zegt hij. Als jongen uit de Kempen kwam hij in een gepolitiseerd post-68-periode aan de Brusselse universiteit terecht. Ilegems: 'Een wereld ging voor me open en ik vloog erin. Ik stak vooral veel op van de proffen geschiedenis en filosofie. Mensen als Els Witte en Hubert Dethier.' Na zijn studies en burgerdienst zocht hij werk in de journalistiek, eerst bij Panorama, later bij Humo.
'Als je een opleiding communicatiewetenschappen doet, is dat een bijna logisch gevolg. Ik had ondertussen ervaren dat ik graag schreef. Het is iets ambachtelijks, iets waar je aanleg en talent voor hebt of niet.' Na zijn burgerdienst begon hij in 1983 als freelancer. Hij schreef ondermeer voor Walter van den Broeck die in die tijd nog een lokaal blad in Turnhout had. Van den Broeck bracht hem in contact met Karel Anthierens, die net de redactionele leiding van Panorama in handen had genomen.
Anthierens
Anthierens is voor Ilegems van grote invloed geweest. 'Hij is een van de meest enthousiasmerende mensen die ik in de journalistiek ben tegengekomen. Anthierens kreeg met Panorama een draak van een blad in handen. In heel korte tijd heeft hij een aantal piepjonge mensen binnengehaald, een echte ploeg gevormd en die agressieve en ambitieuze jonge gasten voor de leeuwen gegooid. Nu kom je ze niet meer tegen, de hoofdredacteurs die zeggen: 'Je bent nu drie maanden met allerlei akkefietjes bezig geweest in Belgie, het wordt tijd dat je eens over de grenzen vliegt.'
'Anthierens was ook de man die ons op langlopende projecten zette: artikelseries over de Bende van Nijvel en Patrick Haemers, Paul vanden Boeynants en koning Boudewijn. Enorme kansen. Maar je moest ze natuurlijk ook benutten.'
Bron: De Tijd | 9 mei 2003