Uit het boek "De X-dossiers: Wat België niet mocht weten over de zaak-Dutroux":
In de avond van 6 oktober 1986 loopt bij de rijkswacht van Schaarbeek een telefoontje binnen van Torrez. Binnen de militaristische structuur van de rijkswacht is het niet zo gebruikelijk dat een commandant zelf contact opneemt met een van de mannen op het terrein. De verbazing van de Schaarbeekse rijkswachter wordt die avond alleen groter, wanneer hij hoort waar het over gaat. Torrez laat weten dat hij zijn zaak rond een Portugees genaamd Juan Borges moeten laten rusten. De rijkswacht van Schaarbeek is al enkele dagen op zoek naar Borges omdat die een ongedekte cheque ter waarde van 1,2 miljoen frank heeft uitgeschreven. Zoals de normale gang van zaken voorziet, wil men hem oppakken en voor het gerecht brengen. Maar dat mag dus niet.
Op 8 oktober 1986 wordt de Schaarbeekse rijkswachter op het matje geroepen bij de commandant. Die legt hem uit waarom hij deze zaak ter harte heeft genomen. Twee dagen eerder heeft hij een telefoontje heeft gekregen van iemand van het kabinet van minister van Landsverdediging François- Xavier de Donnéa (PRL). De rijkswacht staat in die tijd nog onder de voogdij van defensie, en Torrez meent dat hij de stille wenk niet kan negeren. Pas wanneer het bedrijf Cadreco, van Annie Bouty, in 1989 tegen een faillissement aanloopt en de heleboekhouding in beslag wordt genomen, komt de waarheid aan het licht. Aan de hand van brieven van Bouty kan worden vastgesteld dat zij er achter de schermen voor gezorgd heeft dat Borges niet werd opgepakt.
Er is helemaal geen telefoontje van het kabinet-de Donnéa geweest. De man die aan de telefoon hing, was niemand minder dan Michel Nihoul. De commissie-Verwilghen laat Torrez medio 1997 verhoren door het Comité P Hij zegt dat hij er destijds van overtuigd was dat het telefoontje wel degelijk van het kabinet kwam. "De rijkswachtofficier bestempelt zijn gedrag als naïef en schrijft dit toe aan het feit dat hij nog maar pas tot districtscommandant benoemd was", zo klinkt het begripvol in de conclusie van de commissie-Verwilghen. Verder in het verslag lezen we: "Dit verhaal zegt veel over de wijze waarop Nihoul en mevrouw Bouty hun (illegale) tussenkomsten inpakten en er zelfs in slaagden om doorwinterde politiemensen te misleiden."
Doorwinterde politiemens? Misleiding? Indien de uitleg van Torrez strookt met de werkelijkheid, dan is het hek van de dam. Dan betekent dit dat elke crimineel die een arrestatie vreest, slechts naar een hoge rijkswachtofficier hoeft te laten bellen: "Hallo ik ben mijnheer huppeldepup van het kabinet van Landsverdediging. Mag ik u vragen mijn vriend met rust te laten, ja?" Overigens, wat vrienden betreft: Torrez is goed bevriend met Marnette. Ze zijn allebei supporters van voetbalclub Anderlecht en zijn vaak samen te zien tijdens thuiswedstrijden.
Wat de commissieleden niet verduidelijken, is wie die Juan Borges nu eigenlijk mag wezen. Een toerist? Een ordinaire sjoemelaar? Niet echt. Wie weet wat Borges in diezelfde maand oktober 1986 heeft uitgespookt, wordt vatbaar voor de overtuiging dat de man die aan het hoofd staat van de Brusselse rijkswacht op eenvoudig verzoek van Nihoul hulp heeft verleend aan de georganiseerde misdaad.
Op 12 oktober 1986, zes dagen na de interventie van Torrez, wordt in het Brusselse appartement van de weduwe van een gewezen minister een schilderij gestolen. Het gaat om het doek 'Portret van een vrouw' van de Italiaanse meester Amedeo Modigliani. Het doek heeft een waarde van minstens 50 miljoen frank. De diefstal, zo blijkt later, is het werk van een bende waar behalve Juan Borges onder meer ook de jonge kunstenaar Stéphane Mandelbaum en Jacques Herygers deel van uitmaken. Herygers is een van de leden van de bende rond Frédéric Godfroid, een ex-inspecteur van Brusselse GP die in 1983 de misdaadbestrijding heeft omgeruild voor de misdaad zelf.
Freddo Godfroid pleegde overvallen en deed zich in het milieu opvallen als een niet in te tomen partouzeur. Mede daardoor was hij goed bevriend met een ander berucht feestvarken: de gewezen gevangenisdirecteur Jean Bultot, wiens naam al jaren in verband wordt gebracht met de Bende van Nijvel. Tijdens het onderzoek naar het gestolen schilderij valt de naam van Bultot. Het is een van zijn beste vrienden die geholpen heeft bij het verbergen en doorverkopen ervan. Bultot en Godfroid waren vaste klanten in de Brusselse club Jonathan, het nest waar gangsters en politiemensen tegen de achtergrond van een breed scala aan onopgeloste misdrijven verbroederden aan de toog of tijdens seksfuiven-in-confituur. Die sferen dus.
Op 3 januari 1987 wordt in een grot in Beez, bij Namen, het lijk teruggevonden van Stéphane Mandelbaum. Met de kunstenaar zou een dispuut zijn ontstaan over de verdeling van de buit, waarop hij een kogel door het hoofd kreeg en zijn lichaam bewerkt werd met zuur. Juan Borges wordt in 1992 wel veroordeeld voor de diefstal van het schilderij, maar niet voor de moord. Dat wordt trouwens niemand. Nadat het Naamse parket zich er vier jaar lang in heeft vastgereden, wordt het onderzoek in 1990 zonder gevolg afgesloten.
De rijkswachter die Juan Borges in oktober 1986 wou oppakken vanwege de ongedekte cheque, krijgt problemen met zijn oversten en moet korte tijd later de rijkswacht verlaten. Kon Torrez dan niet weten wat voor vlees hij in de kuip had? Vast en zeker wel. Her en der in de wereld zijn aanhoudingsmandaten tegen Borges uitgeschreven. Hij wordt door de Italiaanse justitie gezocht wegens een goudsmokkel en in zijn eigen land wegens een moord. Wanneer Borges in 1992 in Brussel samen met vijf anderen veroordeeld wordt voor de diefstal van de Modigliani, is de vogel al gaan vliegen. Borges neemt de wijk naar Canada.
Alleen in België kan de Portugese topgangster jarenlang op beide oren slapen. Hij doet dat onder meer in het bed van Annie Bouty, en ook in dat van Brigitte Jenart. Zij is tandarts. Ze had haar praktijk in een huis in de Raadstraat 35 te Elsene. Dat huis zal in september 1996 gedurende enkele weken in het middelpunt van de belangstelling staan omdat Neufchâteau er begint te graven naar het lichaam van Loubna Benaïssa. Er zijn redenen om dit adres te aanzien als verdacht. Een taxichauffeur beweert dat hij er zowel Dutroux als Nihoul meermaals liet uitstappen. Het is tevens het thuisadres van de pedofiel Roland Corvillain, over wie in die tijd getuigenissen circuleren als zou hij zich op het tijdstip van de verdwijning van Loubna verdacht hebben gedragen.
Corvillain is een zakelijke vennoot van ene Serge Frantsevitch die zich via zijn bedrijfje Logitel in allerlei betwistbare zakelijke avonturen stortte. Corvillain zal altijd elke betrokkenheid bij de zaak-Dutroux ontkennen - er zal ook nooit iets in die zin bewezen worden - maar de namen die hij tijdens zijn eerste verhoor in verband brengt met het huis in de Raadstraat doen de oren flapperen. Hij heeft het onder meer over Robert Darville, de wapengek van de bende rond Patrick Haemers, die we ook al ontmoetten in het dossier over de campingmoord in Oud-Heverlee. De vader van Haemers zelf zag hij er vaak. Een hoge piet van het elektronicabedrijf Sabca had er blijkbaar ook iets te zoeken, en voorts natuurlijk ook Frantsevitch, Nihoul, Bouty, ...
Het lijstje wordt verder vervolledigd door Brigitte Jenart, de tandarts. In 1983 heeft ze kennis gemaakt met Juan Borges. Ze begon een vluchtige relatie met hem, en raakte verwikkeld in de constructies die hij opzette met zijn andere vriendin, Annie Bouty. Het werd haar gaandeweg duidelijk dat dit niet echt een kosjer milieu was. Bouty deed haar veertig attesten ondertekenen waarmee ze het hoederecht over ongeveer evenveel illegaal in het land verblijvende Zaïrezen en Nigerianen op zich nam.
Op zekere dag kwam Borges langs met een of andere peetvader van de Italiaanse maffia. Er werd gesproken over gestolen goud, valse dollars en drugs. Ook Borges deed haar formulieren ondertekenen. Daarmee stak ze zich, voor ze er erg in had, a rato van 7 miljoen frank in de schulden. Wanneer Bouty wilde weten hoe dicht justitie Borges op de hielen zat, kostte haar dat één telefoontje, herinnert Jenart zich nog. "Nu en dan liet ze natrekken of hij in het Centraal Signalementenblad van de Belgische politiediensten geseind stond."
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube