Tru Dat wrote:Wie is die Van Haperen die Bouterse vrijpleit?
De Nederlandse ex-militair dook deze week op in Suriname om een ontlastende verklaring af te leggen voor Desi Bouterse in het proces rond de Decembermoorden, die plaatsvonden in 1982. Foto ANP/Edward Troon
De Nederlandse ex-militair dook deze week op in Suriname om een ontlastende verklaring af te leggen voor Desi Bouterse in het proces rond de Decembermoorden, die plaatsvonden in 1982. Foto ANP/Edward Troon © UNKNOWN
2 juli 2009, 10:59
AMSTERDAM - Hoe betrouwbaar is Peter van Haperen? De Nederlandse ex-militair dook deze week op in Suriname om een ontlastende verklaring af te leggen voor Desi Bouterse in het proces rond de Decembermoorden, die plaatsvonden in 1982.
Dezelfde Peter van Haperen blijkt drie jaar geleden in het televisieprogramma Tros Opgelicht?! te zijn ontmaskerd als nepadvocaat die in het Spaanse Benidorm Nederlandse pensionado's tienduizenden euro's afhandig maakte. Defensie zegt de man niet te kennen.
Het proces tegen Bouterse en de andere verdachten van de Decembermoorden werd vorige week op verzoek van de verdediging stilgelegd om de nieuwe getuige in de gelegenheid te stellen zijn verklaring af te leggen bij de rechter-commissaris.
Dat gebeurde gisteren, maar Van Haperen vertelde journalisten een dag eerder al te weten dat de vijftien vermoorde tegenstanders van het militaire regime een coup zouden hebben beraamd. Zij werden op 8 december 1982 vermoord.
Van Haperen verklaarde verder in de jaren tachtig werkzaam te zijn geweest bij de Nederlandse militaire inlichtingendienst. Volgens hem waren Nederland, België en de Verenigde Staten indertijd betrokken bij de invasieplannen in Suriname. De oud-militair was zelf betrokken bij een coup die vanuit Amsterdam onder leiding van advocaat André Haakmat werd voorbereid door het verzetscomité Herstel Democratie Nu.
Dat zegt althans de voormalige huurling Rende van de Kamp, die begin jaren tachtig Haakmat zijn diensten aanbood. ''Het verhaal was dat een Nederlandse officier van het korps commando's een vliegtuig van defensie zou kapen. Een groep van gedeserteerde commando's, huurlingen en Surinaamse vrijwilligers zou daarmee naar Suriname vliegen en boven Paramaribo met de parachute worden gedropt,'' vertelt Van de Kamp, die indertijd net uit Libanon kwam. ''Een idioot plan.''
Van de Kamp werd uitgenodigd om in een Surinaams eethuis in Amsterdam-West kennis te komen maken met de officier. Dat bleek Peter van Haperen te zijn. ''Ik vertrouwde hem niet,'' herinnert Van de Kamp zich. ''Het was nog vroeg in de ochtend en hij dronk het ene glas whisky na het andere. Hij was in uniform, maar ik vond zijn haren te lang voor een commando. Het klopte niet.''
Haakmat stelde Van Haperen voor als 'de bevrijder van Suriname'. Van de Kamp: ''Van Haperen heeft daadwerkelijk mensen getraind in de buurt van Assen en op Texel. Het comité schraapte in de tussentijd 300.000 gulden bij elkaar voor de aankoop van wapens en uniformen. Van Haperen is er met dat geld vandoor gegaan. Dat was het laatste dat ik van hem gehoord heb, tot hij drie jaar geleden in Tros Opgelicht?! opdook. Ik herkende hem meteen. Bron het Parool (PATRICK MEERSHOEK)
Ja True Dat, een mooi verhaal, maar is het Dat True?
Dit circuleert al jaren en blijft ook hangen, hoe vaak je daar ook op in gaat, maarik zie dat toch als off-topic. In een ander verband had je op internet ook kunnen lezen wat ik al die jaren wel gedaan had maar dat kwam je zeker niet uit? Voor de goede orde, het is een aangifte, gericht aan het Gerechtshof Amsterdam die met één druk op de knop kunnen zien of het klopt welke werkzaamheden ik voor justitie verricht heb. Je kunt je waarschijnlijk, maar wil je dat ook?, wel voorstellen wat voor mij het resultaat zou zijn als die gegevens niet zouden kloppen. Krijg ik twee dagvaardingen, van Cobra cs en het OM in Nederland.
Gerechtshof Amsterdam
Postbus 1312
1000 BH AMSTERDAM
Betreft: Beklag ex artikel 12 Sv
Geachte heer, mevrouw,
Deze brief is bedoeld als klaagschrift in de zin van artikel 12 Sv. Ik verzoek u het Openbaar Ministerie op te dragen de vervolging in te zetten althans voort te zetten voor het hierna omschreven misdrijf.
Mijn gegevens zijn:
Petrus Adrianus van Haperen
Deze aangifte/melding misdrijf is begin 2004, gedaan bij mijn runners van de C.I.E.-Amsterdam/Amstelland, Jan van Looyen en Jan Ballon. Deze zaak is opgenomen in een door mij ingediend rapport waarin ik de feiten uitgebreid beschreef met de namen van de vermoedelijke daders en de getuige van het misdrijf. Ik verzoek u bij de C.I.E. Amsterdam/Amstelland de onderliggende rapporten op te vragen. Nadat ik in 2008 overgegaan was naar de Nationale Recherche Zuidwest-Nederland, heb ik wederom aangifte gedaan van het misdrijf gepleegd door Wout van Kouwen. Ondanks verschillende rappels hoorde ik daar niets over tot Fred Teeven, Staatssecretaris van justitie werd. Korte tijd later kreeg ik te horen dat ik hier geen onderzoek naar mocht doen. Ik verzoek u ook om de rapporten van de Nationale recherche hierover op te vragen.
De feiten:
Vanaf november 1987 tot 2012 ben ik achtereenvolgens werkzaam geweest als undercoveragent voor de C.I.D. Groningen, C.I.D. Arnhem, G.B.O. (Groep Bijzondere Opdrachten) Arnhem, I.R.T. Noord-Holland/Utrecht, op speciaal verzoek van commissaris Jan Wiarda om de corruptie in het Amsterdamse korps te onderzoeken, C.I.E. Amsterdam en vanaf 2008 bij de Nationale Recherche. De werkzaamheden voor de verschillende eenheden overlapten elkaar vaak omdat ik mijn contacten in de verschillende plaatsen en criminele organisaties bleef behouden en de daarbij verkregen informatie aan de desbetreffende eenheid doorgaf en, indien mogelijk, daar dan verder onderzoek naar deed.
November 1987 werd ik door inspecteur Mook van de C.I.D. Groningen voor de Criminele Inlichtingen Dienst (CID) als undercoveragent of gestuurde Infiltrant gerekruteerd. Dit was vrij kort nadat de CID een formele status had gekregen in de politiewet. Afwisselend gebruikte ik de cover van body-gard, (vecht)sportleraar, econoom, fiscalist, jurist of andere, afhankelijke van de te infiltreren groep of de omstandigheid. Hierover zijn diverse convenanten opgesteld.
Vanaf die rekrutering in 1987 ben ik onafgebroken tot 2012 werkzaam geweest voor politie-inlichtingendiensten.
Eind 2002 besloot ik om diverse redenen met mijn gezin naar Spanje te vertrekken om daar een nieuw bestaan op te bouwen, maar door alle oude criminele cliënten, die daar waren neergestreken, moest ik noodgedwongen mijn undercover werkzaamheden weer oppakken.
In Benidorm kreeg ik onder meer te maken met de oplichtingspraktijken van Wout van Kouwen, die zich later opwierp als getuige in de bedreiging van officier van justitie Koos Plooij. Ondanks dat gelijk duidelijk werd dat Van Kouwen zeer onbetrouwbaar was, kreeg, door bemiddeling van officier van justitie en later staatssecretaris Fred Teeven, deze onbetrouwbare getuige tegen alle adviezen in een beschermde status op Bonaire.
Wat had ik te maken met deze Wout van Kouwen? Diverse cliënten benaderden mij omdat zij met onroerend goed door Van Kouwen en zijn partners, De Klerk en Bergsma waren opgelicht.
Onder andere, de eigenaar en de pachter van café ‘Die Twee’, gevestigd op een plein direct achter de ‘Playa Levante’ in Benidorm. Van Kouwen incasseerde de overnamesom voor het café, terwijl hij daar niet eens het beheer over voerde. Pure oplichting maar dit rechtzetten bleek in Spanje een moeilijk karwei. Het lukte, maar bij Van Kouwen geld halen was een andere zaak.
Toeval bestaat niet. Toch leek dat wel zo. Terwijl ik bezig was onderzoek te doen naar verhaalmogelijkheden op Van Kouwen, kreeg ik bezoek van een vrouw die ik kende uit de Hollandse club in Alfaz del Pi. Zij wist dat ik jurist was en worstelde met iets waar zij ongewild getuige van was geweest, een vermoedelijke liquidatie door Wout van Kouwen en een andere persoon. Zij was bang om aangifte te doen en kwam hiervoor advies vragen.
Wout van Kouwen, had een autohandel import-export, met een terrein dat grensde aan een berg. Op dit terrein werden ook gestolen auto's omgekat. De getuige was de vrouw van de (later overleden) beheerder van het terrein. De naam van de beheerder was ‘NN’ en de naam van de getuige is NN. Zij vertelde mij (in een uitgebreide verklaring met aantekeningen) dat ze had gezien dat Van Kouwen met nog twee man de berg opliep, ze hoorde schoten vertelde ze en even later kwamen er maar twee man de berg af. Uit de beschrijving die ze gaf van de man die samen met Van Kouwen terugkwam, herkende ik Mirko Vukmirovic. Het was al enige tijd geleden zei zij, maar aan de andere kant van de berg was een waterbassin en een ravijn, dus was zij er zeker van dat het lijk daar nog te vinden zou zijn. In Spanje worden regelmatig lijken van vermisten gevonden die soms tientallen jaren daar liggen. Ik adviseerde haar om aangifte te doen bij de Guardia Civil in Altea, maar dat durfde ze toen nog niet te doen.
Ik wilde hier graag persoonlijk onderzoek naar instellen en nagaan of het ‘lijk’ reeds gevonden was en/of nog steeds in dat ravijn ligt. Dit bleek nogal gecompliceerd te zijn omdat ook Vukmirovic cliënt was van ons kantoor en op dat moment betrokken was bij diverse schietpartijen tussen criminelen in en rond Benidorm. Na de moord op zijn partner Alexander Bulatovic, die in mei 2003 is doodgeschoten in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam werd Vukmirovic behoorlijk paranoia en kreeg het aan de stok met vooral Russische criminelen rond Benidorm.
Vrij kort na de verklaring van NN, terwijl ik mij nog aan het afvragen was hoe ik dat geval moest aanpakken, kwam Mirko Vukmirovic zelf bij mij op kantoor langs.
Hij wilde contact met de Guardia Civil, naar hij zei omdat hij schoon schip wilde maken en vroeg mij een afspraak met de Guardia te regelen. Ook verzocht hij mij om samen met mijn echtgenote, die Spaans tolk/vertaalster is om daar voor hem zijn belangen te behartigen. Voordat ik deze afspraak kon maken, werd Vukmirovic doodgeschoten, aan de Carretera (snelweg) nabij Altea op 26 november 2003.
Een week later werd mijn auto vanuit een hinderlaag beschoten, terwijl ik binnendoor reed van mijn woonplaats La Nucia naar Alfaz del Pi. Door mijn bekendheid met het terrein en de omgeving wist ik te ontsnappen en meldde de schietpartij bij de Guardia Civil in Altea en gaf aan dat de aanslag zeer waarschijnlijk met de moord op Vukmirovic te maken had.
Door de Guardia werd mij aangeraden om voorlopig uit Spanje te vertrekken omdat het hier een Oost-Europese misdaadorganisatie zou betreffen. Zij gaven aan dat zij met een groot onderzoek tegen deze organisatie bezig waren maar op dat moment nog niets konden doen.
Een paar weken later moesten mijn vrouw en zoon ook uit Spanje vertrekken nadat een poging werd gedaan onze zoon te ontvoeren bij zijn school, het Collegio San Rafael in La Nucia (De kidnappers vergisten zich en namen in plaats van mijn zoon een Duits jongetje van zijn leeftijd mee). Een paar dagen later werd de auto van mijn vrouw die voor ons huis in La Nucia, geparkeerd stond, doorzeefd met kogels.
Van dit alles heb ik, na mijn terugkeer in Nederland, zowel in Groningen, in Amsterdam alsook bij mijn runners van de Nationale Recherche melding gedaan en aangegeven dat ik nog steeds onderzoek naar de liquidatie, gepleegd door Van Kouwen en Vukmirovic, wilde doen, en met name onderzoek in het ravijn en eventuele berging van het stoffelijk overschot. Dit werd zowel in Amsterdam als bij de Nationale recherche tegengehouden door de officier van justitie en latere staatssecretaris Fred Teeven.
Na aangifte/melding in Amsterdam, hoorde ik van mijn runners dat officier van justitie Fred Teeven niet over zou gaan tot vervolging omdat hij met voornoemde Wout van Kouwen een deal gesloten had omdat van Kouwen kennis zou hebben van een geplande aanslag op officier van justitie Koos Plooy. Het verhaal dat Van Kouwen had verteld was dat Joca Jocić achter de bedreiging van Koos Plooij zou zitten, hij zou dat gehoord hebben van Mirko Vukmirovic.
Uit eigen waarneming, omdat ik op dat moment zelf infiltreerde in de groep van Vukmirovic weet ik dat hij op dat moment heel andere zaken aan zijn hoofd had en in plaats van met ‘Jocić’, was Vukmirovic op dat moment in zaken met een tegenstander van Jocić, een Servische Bosniër, met de bijnaam ‘Paja’, dat was wat ik dan ook aan mijn runners vertelde.
Joan de Wijkersloot, indertijd de hoogste man op het Openbaar Ministerie, besloot om in samenspraak met de toenmalige minister van justitie, Donner, om niet in zee te gaan met deze onbetrouwbare getuige. Ondanks de afwijzing werd van Kouwen als beschermde getuige met een zak met geld naar Bonaire was gestuurd. Vrij kort daarna was Van Kouwen ook daar weer betrokken bij criminele deals en zat op Curaçao enige tijd vast voor drugssmokkel.
Nadat ik was overgegaan naar de Nationale Recherche Zuidwest Nederland werd mijn nieuwe aangifte/melding van dit misdrijf en mijn voorstel om terug te keren naar Spanje om hier nader onderzoek naar te doen, afgedaan met als reden ‘afgewezen door de hoogste baas’.
Hoe rijmt die afwijzing met de doelstelling van deze politieorganisatie? De Nationale Recherche is de officiële opsporingsinstantie als Nederlanders of Nederlandse eigendommen, buiten de Nederlandse grenzen betrokken raken bij of het doelwit zijn van aanslagen of activiteiten van de zware georganiseerde criminaliteit. Als gevolg van mijn aangifte/melding had hierop een reactief onderzoek moeten plaatsvinden. Dit was de taak van de Nationale Recherche.
In 2009 meldt Van Kouwen zich opnieuw aan als getuige, nu tegen zijn voormalige partner Thom Bergsma en tegen Marco Proper en Heino Braspenning uit Amsterdam. Een jaar later geeft justitie aan ernstige twijfels te hebben bij de verklaringen van Wout van Kouwen. Desondanks werd Van Kouwen vorig jaar 2016 toch als getuige ingezet. De rechtbank maakte korte metten met de getuigenis van Wout van Kouwen. Op 20 april 2016 werden zij alle drie vrijgesproken.
Helaas was dat niet het enige onderzoek dat door toedoen van Fred Teeven tegen gehouden werd. Inmiddels was ik in Amsterdam bezig met de financiële handel en wandel van Willem Endstra, zowel voor als na zijn liquidatie.
Hierover volgt volgende week nog een separate Art. 12 procedure met alweer de (dubieuze) betrokkenheid van voornoemde officier van justitie en later Staatssecretaris Fred Teeven.
Ik heb rechtstreeks belang bij vervolging van Wout van Kouwen. Mijn rechtstreeks belang bestaat eruit dat ik schade heb opgelopen als gevolg van het gepleegde misdrijf. Als undercoveragent heb ik vele uren besteed aan het horen van de getuige, het infiltreren bij de verdachten en het controleren van de feiten en de omstandigheden.
Ik heb bij mijn collega’s van de CIE-Amsterdam/Amstelland en van de Nationale Recherche Zuidwest Nederland en aan de officier van justitie en later staatssecretaris van justitie Fred Teeven aangegeven dat ik naar aanleiding van deze zaak financiële en materiële schade heb geleden, onder andere, omdat ik met mijn gezin mijn huis in La Nucia moest ontvluchten en deze schade vergoed wil krijgen. Tevens heb ik aangegeven graag het onderzoek in Spanje voort te zetten, omdat ik bekend ben met de getuige en met de locatie.
Weliswaar heeft de officier van justitie en later Staatssecretaris van justitie Fred Teeven via mijn runners aangegeven wat de redenen zijn voor zijn beslissing maar ik ben het niet eens met deze argumenten, omdat mijn belangen en zeker de belangen van de nabestaanden van het slachtoffer niet zijn meegewogen.
Ik ga ervan uit dat ook de politie en het openbaar ministerie hetzelfde doel nastreven als ik, namelijk dat verdachten van misdrijven worden berecht. Deze beslissing heeft mij dan ook zeer verbaasd en zorgt voor veel onrust bij de getuige en mijzelf en ondermijnt mijn vertrouwen in de rechtsstaat.
Uiteraard ben ik altijd bereid dit beklag toe te lichten. Ik wil u in dat kader verzoeken mij kennis te laten nemen van alle op de zaak betrekking hebbende stukken, en mij in staat te stellen dit beklag mondeling toe te lichten in de raadkamer. Ook verzoek ik om Thom Bergsma die door Wout van Kouwen beschuldigd werd van drugssmokkel met de zeesleper Otton in 2003 als getuige te horen.
Thom Bergsma kan belangrijke informatie verstrekken in deze zaak. Hij was samen met Van Kouwen eigenaar van het terrein waar de schietpartij zich afspeelde en kent zeer waarschijnlijk de identiteit van het slachtoffer. Van Kouwen heeft bij de politie in 2003 verklaringen afgelegd waarin hij Bergsma beschuldigd van diverse liquidaties, vermoedelijk ook deze.
Graag wil ik inzage in deze verklaring om te zien of er personen bij staan die actief waren in de criminaliteit in Benidorm en omstreken.
Hoogachtend,
P.A. van Haperen
10-03-2017