De bewuste tekst uit het boek Beetgenomen van Hilde Geens:
Wel hebben enkele kroongetuigen van het bloedbad in Aalst Johnny geïdentificeerd op foto’s, op videobeelden of door een doorkijkspiegel. Maar herkenningen zijn broos en hier gaat het om daders die hun gezicht gedeeltelijk verborgen achter bivakmutsen, sjaals of lappen die op hun plaats zaten met elastiekjes, wat ze nog brozer maakt.
Het trof wel dat twee getuigen die Johnny herkenden, zeiden dat ‘hun schutter’ dikker was: De Staerke was op het moment van de confrontatie vermagerd door zijn hongerstaking. Een van de getuigen was speciaal. Begin 1989 kwam boven water dat iemand tijdens de raid in Aalst woorden in het Manoesj zou hebben opgevangen. ‘Te dab termune boie’ – iets in die aard. De speurders waren geïntrigeerd. Als die zin werd uitgesproken, dan hadden een of twee mensen elkaar tijdens die schietpartij herkend: een Manoesj die kwam winkelen, en een Manoesj die schoot.
Een Delta-team ging naar het zigeunerkamp van Hofstade op zoek naar een vertaling. Hofstade ligt bij Aalst en de schoonfamilie van Julien De Staerke woonde er. Constant, een familielid met de bijnaam Het Manneke, een kermisexploitant die meestal in Nederlandse nomadenkampen verbleef, had begin jaren 80 België doorkruist samen met Johnny om oude autobanden te vulkaniseren. Het Manneke had gewoond in Aalst en was er officieel ingeschreven. Hij vertaalde het fonetische zinnetje. ‘Letterlijk komt het op het volgende neer: “Gij neukt de doden.” Dat is de ergste belediging die men aan een zigeuner kan toesturen.’
Maar wie was de zigeuner die dat zinnetje tijdens de schietpartij zou hebben opgevangen? Marie-Jeanne Callebaut, weduwe van bendeslachtoffer Jan Palsterman, vond een getuige van zigeunerafkomst die in de Delhaize was toen de bende daar toesloeg. Ze wilde weten wie hij herkend had en waarom zijn getuigenis uiteindelijk niet de moeite waard bleek. Marie-Jeanne Callebaut vertelde: ‘Eerst vond ik zijn vader, die begon te hyperventileren toen ik over de raid in Aalst begon. Het was bangelijk. Hij vertelde dat zijn zoon gewond werd in de Delhaize en De Staerke herkend had als de schutter. “De politie weet ervan”, zei hij. Ik was er een week niet goed van.’
Via de vader vond ze de zoon. Op een mooie middag in de zomer van 2005 gingen we met zijn drieën op stap, Marie-Jeanne, een vriend van haar en ik. De getuige was thuis. Vijf wild blaffende honden staken hun kop door de afsluiting. De bewoners, een man en een vrouw, stonden op het punt om te vertrekken. Ze waren vriendelijk maar terughoudend.
De getuige had de schutter die hem raakte, herkend: Philippe De Staerke. De gangster droeg een bivakmuts, hoe kon hij dan zo zeker zijn? ‘Ik herkende zijn postuur en zijn gang. Hij had een heel speciale stap, stijl “hier ben ik, dekking zoeken”. Ik kende hem uit het uitgaansleven. We hebben gemeenschappelijke vrienden. Hij was als jonge gast wild en nergens bang van. Als het moest, pakte hij tien Turken aan in zijn eentje. De politie weet dat ik hem herkend heb, maar ze doen er niks aan. Ik heb hem pas later herkend. Mijn frank is gevallen toen ik foto’s van hem zag in de krant. Sinds hij vrij is, heb ik hem teruggezien met een vrouw op een rommelmarkt.’
In de dossiers las ik dat vader en zoon inderdaad in februari 1989 aangifte gedaan hadden bij Delta. Bovendien had de zoon tijdens zijn verhoor de week na de feiten beschreven dat de schutter een gespikkelde jas droeg. Maar de gespikkelde jas die Johnny volgens een medeplichtige ter hoogte van Avis (*) in het Kanaal Charleroi-Brussel zou hebben gegooid, werd niet gevonden.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
(*) Geen idee waar 'Avis' juist ligt.
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube