Re: Philippe De Staerke
Wat me vooral frappeert, is hoe er met de getuigen omgesprongen is. Ik heb de verhalen van Kuros, Murcielago, Hipa e.a. gelezen en als er al parallellen te trekken zijn in hun getuigenissen: ze zijn nooit echt au sérieux genomen. Dat vind ik ronduit hallucinant ... Om de bewuste pagina's van "Beetgenomen - recente versie" (p.145 in het bijzonder) te citeren, en meer bepaald de "winkelende" zigeuner:
"De politie weet dat ik hem herkend heb, maar ze doen er niks aan." Ze (= vader en zoon, die blijkbaar gewond werd tijdens de raid) hebben in februari 1989 wel aangifte gedaan bij de Delta-cel. (Bron: nog steeds "Beetgenomen-recente versie")
De bewuste tekst uit het boek Beetgenomen van Hilde Geens:
Marie-Jeanne Callebaut vertelde: ‘Eerst vond ik zijn vader, die begon te hyperventileren toen ik over de raid in Aalst begon. Het was bangelijk. Hij vertelde dat zijn zoon gewond werd in de Delhaize en De Staerke herkend had als de schutter. “De politie weet ervan”, zei hij. Ik was er een week niet goed van.’
Via de vader vond ze de zoon. Op een mooie middag in de zomer van 2005 gingen we met zijn drieën op stap, Marie-Jeanne, een vriend van haar en ik. De getuige was thuis. Vijf wild blaffende honden staken hun kop door de afsluiting. De bewoners, een man en een vrouw, stonden op het punt om te vertrekken. Ze waren vriendelijk maar terughoudend.
De getuige had de schutter die hem raakte, herkend: Philippe De Staerke. De gangster droeg een bivakmuts, hoe kon hij dan zo zeker zijn? ‘Ik herkende zijn postuur en zijn gang. Hij had een heel speciale stap, stijl “hier ben ik, dekking zoeken”. Ik kende hem uit het uitgaansleven. We hebben gemeenschappelijke vrienden. Hij was als jonge gast wild en nergens bang van. Als het moest, pakte hij tien Turken aan in zijn eentje. De politie weet dat ik hem herkend heb, maar ze doen er niks aan. Ik heb hem pas later herkend. Mijn frank is gevallen toen ik foto’s van hem zag in de krant. Sinds hij vrij is, heb ik hem teruggezien met een vrouw op een rommelmarkt.’
In de dossiers las ik dat vader en zoon inderdaad in februari 1989 aangifte gedaan hadden bij Delta. Bovendien had de zoon tijdens zijn verhoor de week na de feiten beschreven dat de schutter een gespikkelde jas droeg. Maar de gespikkelde jas die Johnny volgens een medeplichtige ter hoogte van Avis (*) in het Kanaal Charleroi-Brussel zou hebben gegooid, werd niet gevonden.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
Wel P-51 ik vind dat helemaal niet hallucinant. Het is niet omdat de onderzoekers niet communiceren over een afgelegde getuigenis dat de onderzoekers er niets mee doen of gedaan hebben. Zie bijvoorbeeld de tijdlijn over het onderzoek rond Bonkoffsky » Forum
In tegenstelling tot wat David Van de Steen en Jef Vermassen in oktober 2017 verklaarden werd de piste wel degelijk onderzocht. De speurders hadden daar alleen niets over gecommuniceerd en zo hoorde het ook. Ze werkten, in alle (media)stilte, achter de schermen op deze piste. Andere voorbeelden zijn beschreven in het boek rond de moord op Julien Lahaut. Ook in die zaak werd moord en brand geschreeuwd dat er met bepaalde getuigenissen geen rekening werd gehouden of niet au serieux genomen werden. Sommige journalisten haalden in de jaren ’50 en ’60 ook zelf pistes, informatie en hypothesen aan in hun artikels. Wel wat blijkt uit de stukken van het onderzoeksdossier? Uit het dossier dat Cegesoma heeft kunnen inkijken, blijkt overduidelijk dat de onderzoeksrechter al deze informatie en alle getuigenissen wel degelijk au serieux heeft genomen en er vele onderzoeksdaden op heeft gesteld. Zelfs op de info’s die in de kranten verschenen.
Daarnaast kan je als politieman/vrouw moet je nl. niet zomaar voor waar aannemen wat een getuige je komt vertellen. Op het moment van het afnemen van de getuigenis dienen gerichte objectieve vragen gesteld te worden aan de getuige zodat een zo duidelijk mogelijke verklaring van de getuigenis kan opgesteld worden. Meestal kan tijdens het afnemen van de getuigenis al een eerste indruk opgemerkt worden van de geloofwaardigheid en/of juistheid van de verklaring. Zo is er al een gigantisch verschil tussen een getuige die alles meteen heel duidelijk uitlegt en een getuige die telkens lang moet nadenken over wat hij heeft gezien of zeer vaag blijft bij wat hij gezien heeft. Maar dan nog kan de eerste heldere getuige gewoon iets uit zijn nek gekletst hebben. Om dat te kunnen weten mag men zich niet baseren op slechts één getuigenis maar moet men trachten deze getuigenis te controleren met andere gegevens die beschikbaar zijn in het onderzoeksdossier. En als deze gegevens op dat ogenblik nog niet voorhanden zijn moet men daar naar zoeken. Het is pas als er meerdere zaken in dezelfde richting wijzen dat er kan uitgegaan worden dat de info een grote betrouwbaarheid heeft en er een grote kans bestaat dat de info ook nog juist is.
Als we dan de bovenstaande getuigenis van de gewonde zigeuner erbij nemen dan kunnen de volgende vaststellingen gemaakt worden:
de getuigenis wordt pas in februari 1989 afgelegd: dat is dus 3,5 jaar na de overval op de Delhaize van Aalst. Hoe vers en accuraat is zo’n getuigenis dan nog? Waarom zo laat? De getuige verklaart dat zijn frank gevallen is na het zien van een foto van De Staerke in de krant en hij De Staerke kende van het uitgaansleven. Betekent dit dan dat hij De Staerke zag in het uitgaansleven maar zijn naam niet kende en zijn naam pas door die foto uit de krant te weten is gekomen? Nochtans werden de meeste foto’s en videobeelden van De Staerke al gepubliceerd in juli 1987 tijdens het grote proces van de Bende van Baasrode;
de getuige verklaart de postuur en de gang van Philippe De Staerke te hebben herkend: tja, dat kan je als onderzoeker toch moeilijk als een betrouwbare getuigenis beschouwen toch. De getuige heeft nl. noch het gezicht, noch de stem van De Staerke herkend maar enkel zijn postuur en tred. Nu heeft volgens mij De Staerke geen abnormaal of bijzonder postuur. Ik zou zelfs zeggen dat zijn postuur mij normaal/gemiddeld lijkt. En over zijn tred, mogelijks stapt hij wat raar maar er kunnen nog meer mensen zijn die op diezelfde manier stappen. Ook neem ik aan dat een gangster in het uitgaansleven toch niet helemaal op dezelfde manier stapt als hij tijdens een overval doet;
de getuige zegt “De politie weet dat ik hem herkend heb, maar ze doen er niks aan.“ Wel zie mijn bovenstaande bemerkingen bij deze getuigenis. Die bemerkingen zullen de onderzoekers ook wel gemaakt hebben. En wat de getuige zegt is ook niet helemaal correct vermits de onderzoekers, weliswaar niet op basis van bovenstaande getuigenis of enkel deze getuigenis, Philippe De Staerke in hechtenis hebben genomen en in verdenking hebben gesteld van betrokkenheid bij de overval van Aalst van 30 juni 1987 tot 16 oktober 2002 (maar liefst 15 jaar!).
Conclusie: die getuigenis is wat ze is maar ze is niet 100% betrouwbaar. Als onderzoeker kan je daar niet zoveel mee aanvangen. Je kan ze wel in het achterhoofd houden als een aanwijzing.