Beste ddd, een forum als dit is een uitgelezen plaats om mekaars geesten op een veilige en beleefde manier op scherp te houden. U zal het me hopelijk niet kwalijk nemen dat ik hier de vrijheid neem om u van enig goedbedoeld weerwerk te bedienen.
Eerst het meest evidente deel: Daar waar u schrijft dat niemand wil aantonen dat er achter de schermen een politieke agenda werd/wordt doorgedrukt, vergeet u de belangrijkste partij; de bevolking. Als u per slachtoffer slechts een zuinige 4 betrokken familieleden zou rekenen komt u al aan meer dan honderd personen die zich kunnen melden als benadeelde burgerlijke partij.
Nu de hoofdmoot: U schrijft dat het aan uw kritische geest zal liggen dat u het breder wil open trekken en poneert de stelling dat u een patroon van stilstand en verwarring ontwaart. Interessant. De vraag is op welke manier men hier kan controleren welke informatie als ruis moet worden gelezen en welke informatie als feit moeten worden gelezen. Het antwoord is heel duidelijk: dat kan u eenvoudigweg niet weten als u de waarheid niet kent.
U zweert blijkbaar bij een werkwijze waarbij men geen theorie mag spinnen rond potentiële desinformatie. U verwijst naar het scheermes van Ockham. Excuseert u mij, u doet de scheermes-van-Ockham-aanpak geweld aan! Die werkwijze zegt helemaal niet dat je geen aannames mag doen bij het opstellen van een theorie om een verschijnsel te verklaren. Deze lex parsimoniae–aanpak zegt wél dat de theorie waarbij de minste aannames worden gedaan moet verkozen worden boven andere theorieën. Dat is een hemelsbreed verschil. De aanbeveling om zuinig te zijn met aannames is iets totaal anders dan een verbod uitvaardigen op het gebruik van aannames. Indirecte aanwijzingen gebruiken is niet enkel toegelaten, het kan dikwijls niet anders. Daar ben ik uiterst stellig in.
Ik geef twee voorbeelden uit de meest analytische tak van onze kennisberg omdat het oh zo belangrijk is om de wet op het zuinig omspringen met aannames tot de juiste proporties te herleiden.
Heeft u ooit al een proton gezien? Een elektron? Een neutron? Wees getroost, dat heeft nog niemand gezien. Maar toch is het atoommodel dat wij al meer dan 100 jaar gebruiken in heel veel gevallen perfect betrouwbaar. U voelt waar ik naartoe wil. Dat zeer betrouwbare model is integraal opgesteld aan de hand van indirecte aanwijzingen (Rutherford).
Albert Einstein, toch iemand die we er moeilijk van kunnen verdenken tot de groep van de intellectueel minst gecapaciteerden te behoren, heeft ooit de uiterst gedurfde aanname gedaan dat de zwaartekracht die het gevolg is van het veranderen van snelheid perfect equivalent is aan de zwaartekracht die het gevolg van de nabijheid van massa. Rond deze uiterst revolutionaire en gedurfde aanname heeft hij zijn algemeen relativiteitsbeginsel gesponnen, een theorie die na 100 jaar en na miljarden toetsingen met de praktijk nog niet het minste barstje vertoont. (Elk gps-gebruik is een test van die theorie.) The proof of the pudding is in the eating (not in the way of cooking). Een aanname doen op buikgevoel en rond die aanname een theorie spinnen is uiterst degelijke en ook dagelijkse praktijk in de wetenschappelijke wereld. De vraag hoe waterdicht de aanname(s) en de daarrond gesponnen theorie zijn, hangt af van de mate waarin de theorie de herhaalde toets met de praktijk doorstaat.
Toegepast op het onderzoek naar de bende: uw voorstel om alles waarover verwarring bestaat links te laten liggen als aanname om er een theorie rond te spinnen is niets minder dan de kar voor het paard spannen. Stel bijvoorbeeld dat er twee geruchten in tegenstrijd zijn, dan zorgen die geruchten zeker voor verwarring. Maar dat is zéker géén reden om ze links te laten liggen. Stel eens dat één van die twee geruchten wél waar zijn, dan laat u een pracht van een kans liggen om een theorie te spinnen rond een aanname die volledig waar is (terwijl u dat op dat moment inderdaad nog niet weet, maar precies daartoe dient de latere toets met de praktijk).
Een paar jaar geleden beval prof. Johan Braeckman in een opiniestuk het boek Op Denkles, van Sebastien Valkenberg aan. Als ik het me goed herinner schreef hij zelfs dat dat boek verplichte lectuur zou moeten zijn voor elke leerkracht in het secundair onderwijs. Op de cover van dat boek staat een groot scheermes afgebeeld dat verwijst naar Ockham. Ook ikzelf kan dat boek aanbevelen, want dat soort lectuur houdt de geest écht op scherp.
Persoonlijk heb ik een hekel aan het postmodernistische denken waarin soms op het belachelijke af ruimte gelaten wordt voor nuance, relativering, in twijfeltrekking… Sebastien Valkenberg doorprikt het postmodernistische denken in het boek Op Denkles op geniale wijze. Zijn stelling is even eenvoudig als geniaal:
Als de stelling die zegt dat alles slechts een beetje waar is voldoet aan zichzelf, dan is de stelling die zegt dat alles slechts een beetje waar is op haar beurt óók slechts een beetje waar. Het gevolg is dan dat er niets meer voor waar kan worden genomen.
Dit is geen filosofie, dit is elementaire logica.
De vraag is in vele gevallen niet ‘hoe waar’ een stelling is, de vraag is ‘hoe verdedigbaar’ een stelling is. En laat onze rechtspraak nu toevallig -tot ons groot geluk- in ideale omstandigheden ook op die manier werken. De vraag is niet ‘hoe waar’ de stelling van een advocaat is, de vraag is ‘hoe verdedigbaar’ de stelling van een advocaat is. Mochten we ons in de rechtsgang enkel beperken tot wat we 100% zeker kunnen weten, dan kunnen we de rechtsbedeling perfect aan computers overlaten. De knoop doorhakken is gelukkig de taak van een rechter in ons land.
De manier waarop postmodernistische intellectuelen over de bende van Nijvel schrijven vind ik (en dat is dus persoonlijk) helemaal niet bijdragen tot het timmeren aan de weg naar een eindoordeel. De courant gebruikte truc om niets te zeggen en toch altijd gelijk te hebben bestaat erin om eerst een waslijst aan encyclopedische kennis te declameren tot niemand er nog aan twijfelt waar de klepel precies hangt, om dan in de laatste alinea de deur weer wagenwijd open te zetten voor relativering, nuance en twijfel. Rik Torfs - om er maar één te noemen - beheerst die techniek uitstekend. Zalig om hem bezig te horen, alleen jammer dat je altijd op voorhand weet hoe hij gaat afsluiten.
Men schrijft soms over de bende: Er zijn herkenningen, er zijn getuigen die daders aanwijzen, er zijn zelfs bekentenissen, maar als er geen harde bewijzen zijn ben je daar mee helemaal niets, nul!
Ik vraag me dan altijd af wie dat eigenlijk verzint. Weten die justitiespecialisten dan niet hoe een assisenproces werkt? Mijn juridische kennis is heel beperkt maar ik heb op school wel geleerd dat op een assisenproces een onderzoek mondeling wordt overgedaan. Vervallen de mogelijke procedurefouten die voordien gemaakt zijn dan niet, vraag ik me af. (ik weet het écht niet) Maar wat ik wél 100% zeker weet is dat er noch materieel bewijs, noch een aanwijzing door een getuige onder eed nodig is om iemand te kunnen veroordelen. Dat hebben we allemaal kunnen leren tijdens het proces over de parachutemoord. De meest recente herziening van de assisenprocedure is ongedaan gemaakt wat wil zeggen dat wie vandaag voor het hof van assisen moet verschijnen onderworpen is aan de regel waar de overtuiging van schuld voor een volksjury volstaat om tot een veroordeling te kunnen overgaan.
Het is dus niets minder dan een dwaling om te stellen dat er enkel een veroordeling kan komen als er steenhard bewijs is. Er zijn aan élk dossier trossen losse eindjes. Precies daarom is een volksjury een zo prachtig ding als men er in een rechtsstaat wil toe komen dat een vonnis gedragen wordt door de bevolking.
Hieronder som ik een paar niet-postmodernistische, doch heel logische stellingen op:
Michel Libert kan niet een beetje verklaard hebben in weekblad De Post van 24 november 1989 dat hij bij WNP mee geholpen heeft aan het voorbereiden van raids op Colruyt en Delhaize.
Michel Libert kan niet een beetje verklaard hebben in een BBC-reportage over stay behind netwerken dat hij meegewerkt heeft aan verkenningen van grootwarenhuizen.
Michel Libert kan aan de speurders niet een beetje verklaard hebben dat er bij WNP opleidingen liepen om grootwarenhuizen aan te vallen en een magistraat kan dat in 2017 niet een beetje bevestigd hebben in Humo.
Michel Libert kan in contrast met 3 bovenstaande feiten (een verklaring afleggen is ook een feit) niet een beetje verklaren dat hij niét wist waar die verkenningen van grootwarenhuizen toe dienden.
Michel Libert kan in een journaal van TV-Oost niet een beetje zeggen dat Paul Vanden Boeynants aan de touwtjes trok binnen WNP.
Michel Libert kan in een audio-opname die op het net staat niet een beetje verklaren dat hij chantagemateriaal gezien heeft waarop Paul Vanden Boeynants en koning Albert II naakt te zien zijn.
Michel Libert kan in het journaal van TV-Oost niet een beetje zeggen dat hij de optie om terreur aan te richten besproken heeft met Christian Elnikoff.
Michel Libert kan in het nieuws van TV-Oost niet een beetje verklaren dat Christian Elnikoff in zijn bijzijn de conclusie getrokken heeft om uit eigen initiatief terreur te gaan aanrichten.
De verkenners in het park Osbroek Aalst kunnen zich op 31 september 1985 niet een beetje met een Ford Taunus verplaatst hebben terwijl er toen een gelijkaardige Ford Taunus een beetje ingeschreven stond op naam van Christian Elnikoff.
De anonieme getuige kan niet een beetje verklaren dat er bij WNP opleidingen gegeven werden om weg te vluchten met een auto terwijl er uit de achterkoffer geschoten wordt.
De anonieme getuige kan niet een beetje verklaren dat er een kleine man met een bult aanwezig was tijdens de opleidingen binnen WNP. (die blijkbaar aan de beschrijving van Dauphin voldoet)
Michel Libert kan in de pers niet een beetje verklaren dat ze met de auto tot twee keer toe uit de bocht gegaan zijn omdat Dauphin een epileptische aanval kreeg achter het stuur.
De anonieme getuige kan niet een beetje verklaren dat Michel Libert tegen hem gezegd heeft dat hij (Libert) ooit op de politie heeft geschoten tijdens een missie.
De anonieme getuige kan niet een beetje verklaren dat hij ooit van Michel Libert de opdracht gekregen heeft om diefstallen met inbraak te plegen (in een kazerne dacht ik).
Michel Libert kan niet een beetje 2 riotguns gehad hebben ten tijde van de raids terwijl o.a. dat soort wapen een beetje gebruikt werd tijdens de raids.
De 2 riotguns van Michel Libert kunnen niet een beetje verloren gegaan zijn binnen de onderzoekscel.
Getuigen kunnen vandaag niet een beetje verklaren dat hen door familieleden die bij de Veiligheid Van De Staat werkten aangeraden werd om weg te blijven uit de Delhaize van Aalst in november 1985.
De vingerafdrukken op de Saab die door de bende werd gebruikt kunnen niet een beetje verdwenen zijn in een onderzoekscel.
enz. enz. enz…
Ik heb vast veel minder kennis over dit onderwerp dan velen op dit forum, maar ik beschik wél ook over een analytische geest. Wiskunde (wat wis en wijs is) is een prachtig huis met vele kamers. Een heel belangrijke en mooie kamer in dit huis is de kamer van de stochastiek. Stochastiek is de statische studie van de chaos. In deze kamer ontmoeten kansberekening en statistiek mekaar. In deze kamer wordt onder andere de volgende vraag behandeld: is de lijst van uitkomsten in één bepaalde richting lang genoeg om uit te sluiten dat het nog om toeval gaat? Dit is een héél belangrijke vraag bij elk soort van onderzoek. Naarmate de lijst van uitkomsten in één bepaalde richting langer wordt kan men immers met toenemende zekerheid uitsluiten dat het nog om toeval gaat.
Op de schop dus dat eindeloos postmodernistisch relativeren als iedereen het er over eens is waar de klepel hangt. Vanaf dan is het moment aangebroken om aan een oordeel te werken. Men kan van Jef Vermassen veel zeggen, de ene noemt hem geniaal, de andere noemt hem gewoon een durver en nog een andere vindt dat hij veel te graag op tv komt. En men kan eindeloos redetwisten over de vraag of Bonkoffsky nu een stunt was om alle camera’s weer op de bende te richten of niet. Maar men moet Jef Vermassen alleszins wél nageven dat hij de enige is die voor de camera in helder Nederlands durft te zeggen wat zijn confraters alleen maar omfloerst durven zeggen, nl: dat onderzoek moet weg uit Charleroi en pas dán zitten we goed!
Is één van de 18 stellingen hierboven voldoende om iemand te veroordelen? Waarschijnlijk niet. Geldt één van de 18 stellingen hierboven als steenhard bewijs? Zo goed als zeker niet. De grote denkfout die postmodernistische intellectuelen maken is dat dat vragen zijn die niet eens zo relevant zijn om tot een eindoordeel te komen in ons rechtsbestel. Rechtsgang heeft soms meer te maken met stochastiek dan met binaire logica.
Dé te stellen vraag is of de lijst van aanwijzingen, herkenningen, bekentenissen van betrokkenheid bij voorbereidingen, tegenstrijdige verklaringen uit dezelfde hoek, … (in een dossier over maar liefst minstens 28 doden) lang genoeg is om het vraagstuk voor te leggen aan een volksjury! Dát is de enige vraag waar in onze rechtsstaat een redelijk antwoord op moet komen als we nog over een rechtsstaat willen blijven spreken. Een onderzoeksrechter zou blij moeten zijn dat in ons rechtsbestel de mogelijkheid bestaat om de verantwoordelijkheid voor dit oordeel in de handen van het volk te leggen. Dáár ligt het kalf gebonden! Men hanteert al te graag het postmodernistisch denkpatroon om aan te tonen dat een theorie ‘niet waar genoeg is’ om hem door te geven aan een volksjury. De smeerlapperij zit hem dus in de voorselectie. Een volksjury krijgt niet eens de kans om zich uit te spreken. Eigenaardig genoeg verdwijnen er dan ook nog eens bewijsstukken tijdens de voorselectie. cfr. riotguns Libert, vingerafdrukken Saab, …
Mijn mening is dus: naar een volksjury met die handel! En dan, na alles eens door een paar goede advocaten uit de doeken te laten doen voor een jury van 12 rechters die uit het volk gekozen zijn, dan wil ik nog wel eens zien wat de overtuiging van die jury zal zijn na de pleidooien. Gelet op het feit dat het in het verleden al mogelijk geweest is om een jury ervan te overtuigen dat iemand schuldig is op grond van het persoonlijkheidsprofiel van de beklaagde in combinatie met omstandigheden die het misdrijf niet uitsluiten, zónder zekerheid over het motief en zónder enig steenhard bewijs, durf ik te stellen dat ook hier de steenharde bewijzen niet nodig zullen zijn. Ik durf er gif op innemen dat het zal volstaan om een paar goede advocaten aan een volksjury te laten uitleggen dat steenhard bewezen kan worden dat mogelijks steenharde bewijzen vernietigd zijn door mensen die meewerkten aan het onderzoek (daarom niet noodzakelijk opzettelijk).
En als de eerste dominostenen dan op een gevangenismatras gevallen zijn, dan wil ik ook wel eens weten hoe hard die op hun beurt tegen de volgende dominostenen zullen stoten.
Dus, scheermes van Ockham toepassen is een zéér goed idee. Vooral doen! Maar wel met dien verstande dat aannames niét verboden zijn, dat ze soms zelfs noodzakelijk zijn. Kies bij voorkeur voor dié theorie die op het kleinste aantal aannames geënt is (nul is ideaal) en test vervolgens die theorie uitvoerig uit. Laat de test van de theorie en het oordeel over de theorie aan een volksjury over, dat is de meest eerlijke manier en zo is het altijd gegaan. In onze rechtsgang is het niet aan intellectuelen of aan journalisten om te bepalen wat waar is en wat niet waar is in een moordzaak, laat staan in 28 moordzaken. Zoals in een democratie de kiezer altijd gelijk heeft, heeft na een assisenproces de volksjury altijd gelijk. Om te weten dat men zuinig moet omspringen met aannames heeft een volksjury Ockham niet eens nodig. Een normale portie gezond boerenverstand zal in deze ruimschoots volstaan. De vraag in dit dossier is ook niet of een volksjury kan oordelen. De vraag is of een volksjury überhaupt mag oordelen. Blijkbaar niet dus!
Een miljoen bladzijden, pfff , duizend bladzijden zullen wel volstaan om de eerste boom van het gruwelbos te vellen. Een gewiekst advocaat zal gegarandeerd de omvang van het dossier inroepen om 7 jaar studietijd te vragen en dan komt er alweer géén proces. Alleen al om die reden is het een slecht idee om het hele gruwelbos in één keer te willen kappen. Dat lukt nooit. Het is dus géén goed idee om het zó breed open te trekken tot niemand er nog rond kan en alles weer gerelativeerd moet worden. Dat is nu net de fnuikende strategie die al meer dan 30 jaar gehanteerd wordt om de zaak aan het oordeel van het volk te onttrekken. Keep it simple.