Wie is FelixPrzedborski (1930-2016) en waarom wist hij zoveel details over de Bende van Nijvel, opvallend meer dan alle Belgische onderzoekers samen, inclusief wie de daders waren en wie de opdrachtgevers? Felix Przedborski is een tot Belg genaturaliseerde Poolse Jood die tot zijn naturalisatie in 1978 in Tervuren heeft gewoond en die onmiddellijk daarna naar Costa Rica (in Midden-Amerika) is vertrokken waar hij tot kort voor zijn dood op een hyperluxueus domein heeft gewoond om uiteindelijk in Monaco te overlijden aan een slepende ziekte.
Als persoonlijke vriend van de Waalse zakenman Léon Deferm, die in 1992 in opspraak kwam in het dossier van de Agusta-helikopters waaraan de moord op de Waalse politicus André Cools van 18 juli 1991 ten onrechte werd gekoppeld, komt de naam van Felix Przedborski voor het eerst terecht in een gerechtelijk dossier. Of hij ooit door onderzoeksrechter Véronique Ancia - die de moord op Cools onderzocht - werd gehoord is onduidelijk, maar in elk geval komt zijn naam er niet voor. Zelf heb ik zijn naam voor het eerst vermeld in 1993 in mijn boek "Wie vermoordde André Cools?"
Toen hij in de herfst van 1995 een deal wou afsluiten waarbij hij bereid was te vertellen wat hij wist over de Bende van Nijvel in ruil voor informatie over 3.300 kilo verdwenen uranium, afkomstig van de mijn van Shinkolobwe in Katanga, heb ik meteen de in 2007 overleden onderzoeksjournalist Walter De Bock opgebeld met de vraag of hij inderdaad zo gevaarlijk was als algemeen werd beweerd. En die vrees bleek inderdaad zeer terecht te zijn. Zelf zat hij, toen al minstens zeven miljard dollar rijk, in de uraniumhandel, met vooral Iran als grootste potentiële klant. Uiteraard was ik niet van plan hem te vertellen wat er zeer precies met het verdwenen uranium was gebeurd. Nu hij dood is en zijn invloedssfeer compleet verkruimeld is - er lopen geen gewezen kopstukken van de Joodse Mossad in zijn omgeving en die van zijn beide zonen meer rond - kan ik wel bekennen wat ik hem vooral niet vertelde.
Het ging om een partij uraniumoxide van meer dan honderdduizend ton die de Kortrijkse zakenman Edgar Sengier (1879-1963) in zijn functie van directeur van de Union Minière aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in het grootste geheim naar New York had verscheept. Datzelfde uranium werd in 1945 gebruikt voor de eerste Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Een rest van tien ton, die in België verstopt lag, verkocht Alexandre Galopin als directeur van de Société Générale (hoofdaandeelhouder van Union Minière) tussen 1941 en 1943 doodgemoedereerd aan de vijand, aan Nazi-Duitsland. Daar werd het bewaard in het Max Planck Instituut voor Fysica in Berlijn. Toen de Russische troepen in 1945 Berlijn binnenvielen vonden ze er 6.700 kilo door België geleverd uranium terug, maar niet de 3,3 ton die blijkbaar zoek was geraakt.Na een diepgaande historische studie voor mijn boek Belgisch uranium voor Amerikaanse en Russische atoombommen – boek dat ik pas in 2011 heb uitgegeven bij Van Halewyck uit Leuven – ontdekte ik begin 1990 dat de Russen het verdwenen tijdens de Hongaarse opstand van 1956 terugvonden en het onmiddellijk repatrieerden. Dat laatste verzweeg ik in alle talen voor Felix Przedborski die daarna nog minstens acht jaar in Hongarije vruchteloos is blijven zoeken naar het verdwenen uranium.
Minder dan een week voor de ontmoeting in het Parlement met de gezant van Felix Przedborski kreeg ik van Walter De Bock een vijftiental bladzijden lang dossier dat een jaar eerder door de rijkswacht van Luik over hem in het grootste geheim was opgesteld. Het dossier is van de hand van de inspecteurs Jean-Marie Hody en Didier Deck. Het geeft een vrij precies beeld weer van de internationale vriendenkring van Felix Przedborski, van zijn positie als grootmeester van de Joodse loge; van de Mossad-vrienden in zijn directe omgeving;van zijn gegoochel met honderden miljoenen en meerdere miljardendollars;van zijn smokkel in diamanten, drugs en wapens; en van zijn dubieuze rol in de Caisse Privée waar ook zijn vriend Paul Vanden Boeynants klant was. Het is trouwens Felix Przedborski in persoon geweest die ervoor gezorgd heeft dat het losgeld,die de Bende Haemers na de ontvoering van VdB eiste, door de Staat Israël effectief werd betaald.
Maar vrijwel onmiddellijk herkende ik één van de tipgevers van beide rijkswacht-inspecteurs,(i) bijvoorbeeld als ze op pag. 1 over de nébuleuse rond Felix Przedborski schrijven: “Il nous est précisé qu’à l’heure actuelle ces personages contrôleraient 50 % de l’économie mondiale”, (ii) bijvoorbeeld als ze op pag. 3 schrijven: “Bien que dit analphabète il parlerait 7à 8 langues”, (iii) en bijvoorbeeld als ze op pag. 5 schrijven: “Il nous est indiqué qu’au travers du terminal ‘graanterminaal’ de Gand auraient été blanchis environ 150.000.000 FB, notamment avec l’entremise d’ Alain De Rouck de Gand et plus exactement au traversde la société Electrorail. Il nous est indiqué que ce serait Jean Pierre Van Rossem qui aurait monté cette structure de blanchissement.”
Inderdaad: wie had het te pas en te onpas over de helft van de wereldhandel; wie noemde alle anderen dan hemzelf steevast analfabeet; wie verkondigde sinds hij én bij vader De Rouck én bij JPVR aan de deur werd gezet,dat én De Rouck én Van Rossem verantwoordelijk waren voor alle witwasoperaties in België? Dat was (wijlen) Albert Mahieu, ooit een notoir bankier die helaas, ondanks zijn briljante studies, wegens een acuut drankprobleem door zijn bank werd ontslagen. In 1989 viste ik hem totaal berooid op en liet ik hem mijn Moneytron PR team in het F1 circuit leiden. De man had echter zo’n bazig karakter dat al na twee Grand Prix niet één van de twaalf Moneytron babes nog langer met hem wilde samenwerken. Daarna heeft hij nog een jaar in dienstverband gewerkt, maar hij had zo’n onuitstaanbaar karakter dat ook ik hem zijn C4 diende te geven. Al wie in het rapport van Hody & Deck tussen de lijnen weet te lezen en die de grootspraak van Albert Mahieu weet te omzeilen krijgt finaal een goed inzicht in wie Felix Przedborski uiteindelijk was. Wat de gezant van Felix Przedborski in het Parlement kwam vertellen kwam erop neer dat de Israëlitische Veiligheidsdienst - ongetwijfeld de best ingelichte ter wereld - een compleet en sluitend dossier over de Bende van Nijvel heeft aangelegd, dus een dossier dat niet aan alle kanten rammelt als het Belgische.
Uiteraard moeten Albert Raes (°1932) en Christian Smets van de Staatsveiligheid van het bestaan van het Mossad-dossier op de hoogte zijn geweest, zo niet waren ze onbekwaam voor de functie die ze uitoefenden. Wie ook op de hoogte moet zijn geweest van het bestaan van dit dossier was luitenant-generaal Fernand Beaurir (1921-1996) van de rijkswacht, iemand die in 1942 de eed van trouw aan Adolf Hitler zwoer, iemand ook die het extreemrechtse gedachtegoed tot zijn dood trouw bleef, tenslotte hetzelfde kopstuk dat nooit iets ondernam tegen de nazicultuur die in de jaren tachtig schering en inslag was in bepaalde rijkswachtkazernes. Als het waar mocht zijn dat het Belgische gerecht met man en macht zoekt naar de opdrachtgevers van de Nijvelse terreur uit de jaren 1982, 1983 en 1985 dan moet het nu de Belgische Staatsveiligheid inschakelen om het dossier van de Mossad - waar Felix Przedborski inzage in had - in handen te krijgen. Moeilijk kan dat echt niet zijn als hiervoor bekwame diplomaten worden ingeschakeld.
Bron: Jean-Pierre Van Rossem