Roof, moord, heroinehandel en het laten onstnappen van gevangenen - Rijkswacht in paniek
Op 10 februari vond de Rijkswijkse politie in het Rijn-Schiekanaal het ernstig verminkte lijk van een 33-jarige Italiaan, die ruim een maand eerder betrokken was geweest bij een kraak ter waarde van tien miljoen franken bij een Antwerpse juwelier. Daders waren - zo moest de politie tot haar stomme verbazing concluderen - een Franse crimineel en een Belgische Rijkswachter: Ergo een collega.
Het smakelijk verhaal van de politiemanmoordenaar wordt al dagen lang in de Belgische pers tot in de fijnste vezels uitgesponnen. Wat was gebeurd? De Italiaan, die slechtere dagen had gekend, was een kennis geweest van de juwelier en had van deze eens een oude jas ten geschenke gekregen. Weinig dankbaar als hij was, had hij nadien de Franse gangster Chick en de Rijkswacht Ergo op de hoogte gesteld van de welvaart van de juwelier en samen met dit tweetal de overval gepleegd.
Ongetwijfeld zou het misdrijf, geschiedend onder dekking van de machtigste Belgische politieinstantie, nimmer zijn opgelost als de Italiaan niet de ongelooflijke domheid had begaan dit te plegen, gehuld in de voornoemde oude jas. De juwelier herkende het kledingstuk terstond en kon de Rijkswacht dus de verblijdende tip geven dat één van zijn overvallers niemand anders kon zijn dan een zekere Elio d'Allegrenza.
Grote paniek uiteraard bij de Rijkswacht, die begreep dat de domme Italiaan, eenmaal in de kraag gevat, ongetwijfeld zijn mond voorbij zou praten en de Rijkswacht erbij zou lappen. Dus kreeg d'Allegrenza de tip zijn domicilie voorlopig naar Nederland te verleggen, zoals de Belgische Rijkswacht helaas wel meer criminelen naar haar Noorderburen afschuift.
Het onderzoek vond echter voortgang en tot haar diepe droefenis moest de Belgische Rijkswacht via Interpol vernemen dat de Italiaan in de omgeving van Den Haag was gesignaleerd. Wel anders dan tot de arrestatie bij te dragen, vaardigde de Rijkswacht de heren Chick, Ergo en de eveneens bij de overval betrokken Rijkswachter Van Doninck naar de residentie af, ten einde de Italiaan te ontvoeren naar Turnhout, waar Van Doninck hem middels een Engelse sleutel definitief het zwijgen oplegde. Ten lange leste werd het lijk weer 160 kilometer naar het noorden gereden en gedropt in het Rijswijkse kanaal.
De Belgische Rijkswacht alias de Gendarme - bijna 20.000 man sterk - is al vele jaren een vrijwel niet te controleren Europese Politie-instantie, die zich bepaaldelijk niet kenmerkt door haar goede naam. Nog enkele maanden geleden beklaagde de Amsterdamse hoofdcommissaris Sanders zich er in zijn Nieuwjaarstoespraak over dat veel criminele ongerechtigheid ons land bereikt via België, dat zijn grenzen en vliegvelden slecht bewaakt.
Het politietoezicht wordt bij onze Zuiderburen voornamelijk uitgeoefend door de gemeentelijke politie en de Rijkswacht, maar aangezien de grote steden veelal zijn opgedeeld in minigemeentetjes (Brussel,telt er niet minder dan negentien) valt aan de almacht van de Rijkswacht niet te tornen.
Het om zijn sterke korpsgeest bekende apparaat resorteert niet alleen onder de burgerlijke departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken, maar ook onder het ministerie van Defensie, aangezien de Gendarme geldt als het vierde wapen van de Belgische krijgsmacht naast leger, vloot en luchtmacht.
Sabels
De handhaving van de Openbare Orde vormt traditioneel dan ook niet de minst belangrijke taak van de Rijkswacht, die te paard en met sabels gewapend op de roerige flaminganten en franskiljons pleegt in te hakken als in de Siamese tweelingstaat de vlam weer in de pan slaat. De een hogere intelligentie vereisende recherche-arbeid vormt van oudsher niet de kracht van de strikt militair georganiseerde Rijkswacht, die nog onlangs door een moedeloze Belgische rechter werd gekarakteriseerd als 'een staat in de staat'.
Natuurlijk krijgt ieder land de politie die het verdient, of die althans beantwoordt aan zijn bijzondere eisen. Mogelijke misstanden bij de Rijkswacht zouden de Nederlanders, dan ook langs de koude kleren afglijden, ware het niet dat de zware criminaliteit de laatste jaren een steeds meer internationaal karakter draagt en dus internationaal moet worden bestreden, waarbij de Beneluxpartner België voor Nederland uiteraard van groot belang is.
Niet alleen het hiervoor vertelde verhaal van de rovende en moordende gendarmen, maar ook vele andere signalen geven Belgische en Nederlandse waarnemers de laatste tijd steeds meer het gevoel dat corruptie en criminaliteit zich in het Belgische korps hebben ingevreten. Leermeesteres van de Rijkswacht was daarbij, naar men mag aannemen de beruchte Amerikaanse Drugs Enforcement Administration, in Brussel met drie man vertegenwoordigd, die met haar systemen van uitlokking en 'substantiële drugsaankopeh' bij de van oudsher autoritaire Rijkswacht een willig oor vond.
De meest onthutsende confrontatie tussen de Nederlandse justitiële instanties en de Rijkswacht vond naar alle waarschijnlijkheid plaats op 30 december toen de beruchte, alhier tot vijf jaar veroordeelde Franse gangster Albert - alias Bruno - Farcy samen met twee van zijn kornuiten wist te ontsnappen uit de strafgevangenis te Scheveningen.
Farcy gold als de peetvader van de Brusselse drugshandel, maar was tevens - zo wilden de geruchten - een goede vriend en tipgever van de chef van het Nationale Drugsbureau der Belgische Rijkswacht, de kapiteinkommandant Leon François.
De ontsnapping was perfect uitgevoerd: met name omdat het drietal beschikte over een spuitbus met traangas, touwen, planken en niet minder dan drie op diverse plaatsen in Nederland geposteerde vluchtauto's.
De klemmende vraag was uiteraard wie Farcy het zo proffessionele wapen van het traangas had toegespeeld en deze vraag werd des te klemmender toen de directie van de gevangenis zich realiseerde dat hij kort voordien in zijn cel was gehoord door zes leden van de Belgische Rijkswacht, die mogelijk reden had om Farcy's spraakzaamheid te vrezen.
Toen enkele weken later te Brussel de chef van het drugsbureau François werd gearresteerd samen met vier leden van de Rijkswacht en het Bureau Information Criminelle - een gebeuren dat bij alle Europese narcoticabureaus als een bom insloeg - werd dit door waarnemers te Brussel uiteraard in verband gebracht met de Scheveningse ontsnapping. Het Bureau voor criminele informatie, het beruchte BIC, is een typisch Belgisch geheim ambtelijk apparaat van staatsprovocateurs en -infiltranten, waar weinigen in België ook maar voor één frankje vertrouwen in stellen.
Een klein café in de Brusselse volkswijk de Marollen in de schaduw van het hoog boven de stad uittorende Palais de Justice. Een ingewijde in de duistere wereld van het Belgische politiewezen spreekt.
Leon François, 42 jaar oud, was al enkele maanden voor zijn arrestatie verdacht van het onderhouden van dubieuze contacten met de Brusselse drugsonderwereld. Dit geschiedde op basis van een rapport van een wachtmeester Raes van de Rijkswacht, die tegen zijn zin was overgeplaatst en uit dépit een boekje open deed. Uiteraard werden ettelijke pogingen ondernomen om het rapport onder tafel te werken, maar tenslotte belandde het op het parket.
Hoewel de inhoud van het rapport geheim is, menen wij die in grote lijnen wel te kennen. François, een fanatiek, zo niet maniakaal politieman, is in het begin van de jaren zeventig in Washington opgeleid als drugsspeurder, onder auspiciën van het Bureau of Narcotics, de latere, DEA. Terug in Brussel richtte hij het Belgische Nationale Drugsbureau op als onderdeel van de Rijkswacht en slaagde hij erin de regering te bewegen enkele miljoenen francs ter beschikking te stellen voor het doen van provocatieve 'substatial buys' van drugs in de stijl van de DEA.
Echec
Dit liep uit op een falikante mislukking toen een Rijkswachter en diens tipgever de benen namen met een bedrag van drie miljoen en François niet de moed kon vinden dit échec aan zijn superieuren te melden. Om het ontstane gat aan te zuiveren is François toen begonnen zelf in drugs te handelen. Dit is uiteraard zeer eenvoudig. Zo is ons het geval bekend van een vangst van zeventien kilo hasjiesj op het vliegveld van Brussel, waarvan slechts elf kilo in het procesverbaal werd opgenomen. De overgebleven zes kilo werden door de politie achterover gedrukt en verkocht.
Zeker is dat Frahcois bij zijn activiteiten nauwe contacten onderhield met de DEA in Amerika en op instigatie van de DEA opgerichte Criminele Recherche Informatiedienst (CRI) te Den Haag. Een belangrijk winstobject van de Rijkswacht was de smokkel van hasjiesj uit Zaire (het voormalige Belgisch Kongo), gepaard gaand aan de smokkel van diamanten uit hetzelfde land. De ontsnapte gangsterleider Bruno Farcy zou dan ook in datzelfde Zaïre zijn gesignaleerd, maar verhalen willen dat hij ook in Brussel is gezien.
Farcy, afkomstig uit het zuiden van Frankrijk, stond met enkele familieleden in Brussel aan het hoofd van de restanten van de 'French Connection', die hij in de gehele Benelux vertegenwoordigde. Vandaar zijn arrestatie in Nederland. Zijn rechterhand was een zekere Joseph Vienne, in Karachi gearresteerd in het bezit van een enorme partij heroïne. Hij verklaarde bij die gelegenheid te hebben gehandeld in opdracht van het Belgische Nationale Drugsbureau en wij hebben reden om aan te nemen dat deze verklaring althans ten dele op waarheid berustte. Aldus kan de lijn worden gelegd tussen Francois en de ontsnapte Farcy.
Aangenomen mag worden dat bij het schandaal-Francóis zeker ook de DEA betrokken is. De drie destijds te Brussel zetelende DEA-officieren zijn dan ook kort geleden door de Belgische politie in Amerika gehoord. Het schandaal heeft waarschijnlijk zulke grote internationale proporties aangenomen, dat het nimmer kan worden geopenbaard. Hieraan dient te worden toegevoegd dat het onderzoek naar zaak wordt verricht door de Rijkswacht zelf, wat ook al weinig vertrouwen geeft in de afloop.
Hoe dan ook, François is ruim twee weken geleden op vrije voeten gesteld, hoewel - zoals dat in België heet - de 'betichting' blijft. Voorlopig is hij overgeplaatst naar de Dienst Logistieke Problemen van de Rijkswacht, zodat de zaak- François in België wel zeer sterk begint te lijken op de zaak-Toorenaar in Nederland en mogelijk eveneens met een sisser afloopt.
Onzalige strijd
Het ernstigste gevolg van de zaak-Francois is dat de Belgische Rijkswacht totaal is gedemoraliseerd en het Belgische Nationale Drugsbureau in alle eenvoud is opgeheven. Nauwelijks geruststellend mag in dit verband de 'Mededeling van de Generale Staf van de Rijkswacht' heten, die enkele dagen geleden via de Belgische telex werd verspreid en waarvan de inhoud als volgt luidde:
Ingevolge bepaalde geruchten waarvan de pers gewag maakt, wijst het algemeen commando van de Rijkswacht erop dat op het stuk van de drugsbestrijding de Rijkswacht haar bedrijvigheid verder zet. Evenwel is een reorganisatie van de diensten gespecialiseerd in dit domein nakend.
De sinds enkele maanden bestaande wanhopige situatie bij de Belgische drugsbestrijding opende uiteraard wijdse perspectieven voor de internationale drugshandelaars, die de Nederlandse markt dan ook sinds de aanvang van dit jaar met hun produkten overstromen en het aantal heroinedoden alhier ongekende hoogten hebben opgevoerd. De heroïne immers, eenmaal in België geimporteerd, kan vrijelijkj over de niet bewaakte Beneluxgrens naar de te Amsterdam samendrommende clientèle worden gevoerd, hetgeen met name voor het komende toeristenseizoen het ernstigste doet vrezen.
Geruchten willen dat het met name de Turkse en Libanese drugshandelaars zijn die van deze mogelijkheid profiteren. Zij maken daarbij veelal gebruik van het Brusselse vliegveld Zaventem, waar de Belgische douane en de Rijkswacht een onzalige strijd voeren over de vraag wie nu eigenlijk gemachtigd is de drugsbestrijding uit te voeren.
Dat de drugshandel via België de laatste tijd gepaard gaat met de handel in 'zwart'goud en diamanten was reeds in Nederland opgemerkt, hoewel het een verrassing was te I begrijpen dat de Belgische Rijkswacht ook daarbij betrokken lijkt te zijn.
"De zachte onderbuik van de Benelux", zo noemde een vooraanstaand Nederlands politieman België onlangs. "Zolang de Belgische misstanden blijven bestaan, blijft de drugsbestrijding in Nederland een dweilen met de kraan open."
Bron: Het Vrije Volk | Nico Polak | 29 Maart 1980
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube