Na de meest huiveringwekkende week uit de jongste Belgische geschiedenis, vier CCC-aanslagen op banken, een overval op een geldtransport waarbij twee doden vielen en de terreuractie van de Bende van Nijvel tegen de Delhaize van Aalst, waarbij acht mensen in koelen bloede werden terechtgesteld, verkeert de bevolking in een schoktoestand. Deze bloedige week valt samen met de beslissende fase in de formatiebesprekingen op het kasteel van Stuyvenberg. Op zondagmorgen 10 november komt op verzoek van formateur Martens het crisiscomité in allerijl bijeen.
Nemen aan het spoedberaad deel: rijkswachtcommandant Bernaert en zes demissionaire ministers: Gol, Nothomb, Grootjans, Dehaene, Vreven en De Croo. In Aalst heeft de rijkswacht op onvoorstelbare wijze geblunderd en allicht de kans verkeken om de Bende van Nijvel een beslissende slag toe te brengen. Bizar genoeg lijkt het crisiscomité zich daar niet aan te storen. Het vindt klaarblijkelijk dat de rijkswacht niet heeft gefaald en, meer nog, het breidt de macht van de rijkswacht zelfs uit.
Zogezegd om tijd te winnen, het had 41 minuten geduurd eer men de parketmagistraat had bereikt om het politiealarm af te kondigen na het bloedbad in Aalst, beslist het crisiscomité de bevoegdheid voor het geven van een politiealarm over te hevelen van de magistratuur naar de rijkswacht. Zoals na het Heizeldrama wordt het falen van de rijkswacht beloond met machtsuitbreiding.
Diezelfde dag, 10 november, neemt Jean Gol deel aan een RTBF-debat, geflankeerd door procureur Francis Poelman en substituut André Vandoren. De magistraten voelen zich zichtbaar niet op hun gemak voor de camera’s en zijn alleen onder druk van hun minister bereid gevonden aan de uitzending mee te werken. Ze zijn dan ook spaarzaam met het verstrekken van informatie. Alleen procureur Poelman verwekt even opschudding met de uitlating: "We kennen de reus van de Bende van Nijvel." Waarop wacht het gerecht dan om zijn signalement te verspreiden of hem te laten arresteren?