Het blijkt dat José Vanden Eynde, een vriendelijke, aan lager wal geraakte Leuvense aannemer was. De ex van José verklaart dat haar ex-man Léon Degrelle kende voor de oorlog. (1) Maar tijdens de oorlog was hij tot het verzet toegetreden. (...) Daniel, de tweede zoon van José bevestigt dat zijn vader tijdens de oorlog aangesloten was bij de 'Witte Brigade'. Daniel bracht de speurders in contact met Albert Engelen, een Leuvense verzetsstrijder die zijn vader goed gekend had, die het verhaal bevestigde.
(...) Alles wees erop dat de daders iets zochten. Maar wat? Marc Vanden Eynde zei dat zijn vader zijn aktetas, die leeg werd teruggevonden, omschreef als zijn levensverzekering. Het werd evenwel nooit helemaal duidelijk wat die aktetas dan wel precies bevatte. (2)
(1) Het was Marc Vanden Eynde die dit benadrukte. Hij had het over de extreemrechtse connecties van zijn vader met Léon Degrelle. Volgens hem was José nog uitgenodigd op een huwelijksfeest bij Degrelle. Hij zei ook dat "Degrelle en zijn vader elkaar hadden leren kennen toen ze allebei huurlingen waren in de Spaanse Burgeroorlog". (...) De zussen van José Vanden Eynde zegen echter dat hun broer niet aan de zijde van Francisco Franco had gevochten. José was wel rexist geweest totdat Degrelle met het VNV begon te heulen. Toen had hij zijn lidmaatschapskaart gescheurd, want hij noemde zichzelf belgicist.
(2) Marc Vanden Eynde bracht dat na de moord in verband met de videocassette over de zgn. "Roze Baletten" die in de aktetas zou gezeten hebben. Tijdens een verhoor in mei 1989 had Marc een andere versie over de inhoud van de aktetas van zijn vader: een kaartspel, enkele pornoblaadjes, Het Laatste Nieuws, enkele belasting- en verzekeringsdocumenten en zijn pensioencheque.
Bron: Loden jaren | Paul Ponsaers
Tru Dat wrote:Zou het kunnen dat José Vanden Eynde het casino van Namen bezocht of aan de kust?
Volgens het boek van Paul Ponsaers wel:
Na de oorlog begon José rabiaat te gokken. Zijn vrouw reed met hem naar de casino's in Namen en Blankerberge, ook wel eens naar Chaudfontaine. Mettertijd, rond 1956, kreeg José geldproblemen. Hij had hoge speelschulden, die door zijn ouders betaald werden. Het koppel leefde intussen feitelijk gescheiden. (...) José hield van kaartspelen. Wekelijks trok hij daarvoor enkele keren met de trein naar Brussel om te kaarten in Hotel de Bruges bij het Zuidstation en Chez Jacques. De speurders zochten uit of hij gokschulden had. Af en toe leende hij geld bij een zus, maar hij bleek vooral bij de belastingen in het krijt te staan, voor een bedrag van meer dan 200.000 euro.
Bron: Loden jaren | Paul Ponsaers
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube