Topic: Oudergem: 13 Februari 1984
De avond van 13 februari wordt in een sinds 1972 leegstaande kampernoeliekwekerij in Oudergem het gruwelijk toegetakelde en verbrande lichaam van de zestienjarige Christine Van Hees gevonden. Volgens X1, die beweert getuige geweest te zijn van de weerzinwekkende feiten, was Van Hees 'in opleiding' bij niemand minder dan Michel Nihoul. De rest van het gezelschap die avond zou men bezwaarlijk goed gezelschap kunnen noemen: o.a. Nihoul, Bouty, Dutroux, Weinstein en Martin zouden van de partij geweest zijn.
Volgens een tip van een informant echter zou Van Hees door een bende Brusselse punks om het leven zijn gebracht tijdens een satanisch ritueel. Een stoet van namen en pseudoniemen passeert de revue vooraleer o.a. de toen negentienjarige Serge Clooth, bijgenaamd 'De Irokees' wordt opgepakt.
Clooth, die uiteindelijk drie jaar in voorhechtenis zal zitten, verklaart op 28 september 1984 aan de speurders dat Van Hees op de hoogte zou zijn geweest van 'een aanval op een op een kazerne, in Oostende of in Vielsalm', en de aldaar buit gemaakte wapens zouden worden gebruikt voor hold-ups. Volgens Clooth zou dit de reden geweest zijn waarom Van Hees het eeuwige zwijgen werd opgelegd. Volgens andere getuigen, en een brief van Van Hees zelf, zou ze in de periode voorafgaand aan de moord omgang hebben gehad met een jonge paracommando, die Goossens zou heten. Getuige Thierry D. heeft het over een 'politieke moord'.
Uiteindelijk zal Clooth zijn versie van de feiten elf keer veranderen, dus erg betrouwbaar is zijn verklaring over de aanval op de kazerne en de hold-ups niet, maar we moeten ons hier de vraag stellen wie hem deze woorden in de mond zou gelegd hebben, en waarom.
Uiteindelijk kan men Clooth niets ten laste leggen, en komt hij vrij. Meer nog, in 1991 wordt de Belgische staat veroordeeld tot een fikse boete wegens het overschrijden van de redelijke termijn van voorhechtenis, nadat Clooth met niemand minder dan Jean-Paul Dumont en Didier de Quévy (advocaat van een zekere Dutroux) naar het Europese Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg is getrokken. Hoe komt een marginale punk aan zulke advocaten?
Tijdens een met drugs gelardeerd feestje in de nacht van 31 juli op 1 augustus 1986 overlijdt een zekere Marc Duriau ('Clochard') aan een overdosis heroïne. Een andere punk, Alain Lenglet, die ook al in opspraak kwam tijdens de zaak-Van Hees, verdwijnt voor zes jaar achter de tralies. Ook op het feestje aanwezig: de jonge advocaat Paul Blontrock, die een jaar later wordt gearresteerd voor drugshandel met verdachten in diezelfde zaak-Van Hees. Enkele jaren later verklaart een niet nader genoemde punker dat Duriau om het hoekje werd gebracht 'omdat hij teveel wist'.
Schrijnend is dat dat één van de twee onderzoeksonderleiders in onderhavig dossier, GP'er Guy Collignon, Michel Van Hees, vader van Christine, er op wijst dat het onderzoek evolueerde in de in de richting van belangrijke, hooggeplaatste personen, die beter met rust konden worden gelaten, en dat hij zijn nakende promotie wel op zijn buik zou kunnen schrijven indien hij zich nog al te grondig met het dossier zou bezighouden. Collignon zou inderdaad korte tijd later promotie maken, en de dader(s) zouden nooit worden gevat.
Als klap op de vuurpijl krijgen de ouders van Christine in 1996 een brief van onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen in de bus, waarin hen meegedeeld wordt dat de moordenaar van hun dochter 'Claudine' niet gevonden is en het dossier zal worden teruggestuurd naar het parket. Na een onderzoek van dertien jaar kent de onderzoeksrechter nog steeds de naam van het slachtoffer niet.
Andere » X-dossiers