De speurders van de Cel Waals Brabant komen terg uit Fougax-et-Barrineuf in de Pyreneeën met dertig beveiligde en voorlopig onleesbare diskettes, gevonden bij wijlen Madani Bouhouche. Daarop staat een deel van het klantenbestand van ARI, het voormalige detectivebureau van Bouhouche en Beijer. De databank omvat meer dan 825 bestanden en duizenden namen van opdrachtgevers, klanten, targets, medewerkers, kandidaat-werknemers en andere relaties van de twee gevaarlijke gangsters. De databank van ARI geeft een goed beeld van het netwerk waarin Bouhouche en Beijer opereerden. Uit de gegevens blijkt dat het duo aansluiting vond bij een sterk internationaal vertakt netwerk dat zich bezighield met inlichtingenwerk, wapenhandel en covert operations. Behalve routineuze detectiveklusjes voor verzekeringsmaatschappijen, kredietkaartfirma's en jaloerse echtgenotes hield ARI zich ook op professionele manier bezig met het verzamelen van politieke en criminele inlichtingen. Bouhouche en Beijer konden daarbij steunen op de microfiches die ze bij de rijkswacht hadden ontvreemd. Blijkbaar hadden ze ook toegang tot vertrouwelijke gerechtelijke dossiers.
Klanten of opdrachtgevers van het detectivebureau blijken in vele gevallen ex-collega's van de BOB of de Gerechtelijke Politie. Een rijkswachter, die lid was van de Brusselse Infosectie van de BOB en daar onder meer belast was met onderzoek naar extreemrechtse groepen in Vlaanderen, deed een beroep op ARI, zo blijkt. Ook een majoor van luchtmacht uit Zaventem, die werkte voor militaire inlichtingendienst SGR, deed een beroep op ARI, net als een agent van de VSSE. Uit de database blijkt verder dat ARI rechtstreekse contacten onderhield met en opdrachten uitvoerde voor de Amerikaanse ambassade in Brussel en de Belgische antenne van het Drug Enforcement Agency (DEA). Ook individuele Amerikaanse prominenten deden een beroep op ARI. In bepaalde gevallen blijkt ARI in staat te zijn geweest om in haar opdracht officiële politiediensten in te schakelen. Ook de telefoontap behoorde tot de mogelijkheden van ARI.
Andere klanten van ARI werden aanbevolen door ex-rijkswachtkolonel René Mayerus, directeur van het European Institute of Management (EIM). (...)
Heet wat klanten werden ook aangebracht door advocaten, in totaal bijna honderd, onder wie bekende namen. Een oude bekende op de klantenlijst van ARI is de Saoedische geheimagent Faez Al Ajjaz, die zich als journalist voordeed. In hun databank brengen Bouhouche en Beijer hem in verband met de moordaanslag op rijkswachtmajoor Herman Vernaillen, Westland New Post en EIM.
Intensieve relaties bestonden er ook tussen ARI en baron Jean de Barsy, een berucht financier die later in de criminaliteit verzeilde. In mei 1996 werd de Barsy door een Luxemburgse rechtbank bij verstek veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf en 250.000 Bfr. (6.215 euro) boete wegens witwassen van gestolen aandelen. de Barsy had gepoogd aandelen, die gestolen waren van een 90-jarige Brusselse rentenier, bij een Luxemburgse bank te incasseren. de Barsy was daarbij vergezeld van Maurice Lammers, de vader van Eric Lammers.
Tientallen Europese ambtenaren in Brussel, maar ook leden van de Europese interne veiligheidsdienst en een enkel Europarlementslid werden door ARI bespied. Hun fiches bevatten gedetailleerde informatie over hun aders, familiale toestand, kinderen, telefoonnummers, auto's, tijdsgebruik en gewoontes ("frequenteert Chinese restaurants"), talenkennis ("praat met een zwaar Duits accent"), gezondheidstoestand, kleiding ("target draagt vaak een imperméable"), het bestaan van alarmsystemen in hun woning en hoe die kunnen worden uitgeschakeld, de eventuele aanwezigheid van gevaarlijke honden, seksuele voorkeur en namen van maîtresses.
Opvallend veel politiemannen, militairen, agenten van inlichtingendiensten en zelfs magistraten werden bespioneerd door ARI. Een commissaris van de toenmalige Gerechtelijke Politie uit Zottegem bleek een "target" omdat hij verdacht werd van een autodiefstal. Bedrijfsleiders, wapenhandelaars, prostituees, diamantairs, journalisten, vakbondsleiders, communisten worden in de listings teruggevonden van Bouhouche en Beijer. In de ARI databank vinden we ook Jean-Pierre Dutry terug, een schoonzoon van PSC-politicus Paul Vanden Boeynants. Dutry werd door ARI in de gaten gehouden in het kader van een echtscheiding.
Het detectivebureau van Bouhouche en Beijer had ook veel belangstelling voor wapenhandelaars, zoals blijkt uit de bestanden die betrekking hebben op Maxime de Cassan-Floyral (een Franse wapenhandelaar) en Georges Drouviotis (een Griek die meewerkte aan Iran-contragate). Een belangrijke relatie van ARI was de Palestijns-Libanese wapentrafikant Hage Maroun. (...) Overigens was diens dochter, Suzanne Maroun, een tijdje werkzaam voor ARI.
In de databank zitten eveneens een reeks gegevens over prostituees. Eentje staat vermeld als "concubine van Mobutut". De mogelijke reden hiervoor kwam pas in 1997 aan het licht tijdens de werkzaamheden van de tweede parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel. Volgens verklaringen van speurders zouden Bouhouche en Beijer immers een deel hebben overgenomen van het callgirlnetwerk van de Brusselse courtisane Fortunato Israel, en haar opvolgster Lydia Montaricourt. De bedoeling was om callgirls op politici af te sturen om op die manier gevoelige informatie in te winnen of politici te chanteren.
Bron: Loden jaren | Paul Ponsaers
Noot: Paul Ponsaers heeft zich voor dit stuk vooral gebaseerd op dit artikel van De Morgen uit 2006 » Nieuws
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube