CleverTrevor wrote:Edwig Steppé, een voormalig magistraat bij het Brusselse parket, moest – naar eigen zeggen – van het parket-generaal in Brussel begin jaren 90 zijn onderzoek rond de rol van veiligheidsdiensten bij de golf van zware misdaden in de periode 1982-1985 stopzetten. Dat heeft hij in een brief aan de partijvoorzitters en het federale parket aangeklaagd.
Over deze brief van Edwig Steppé stelde Sarah Smeyers (NVA) in januari van dit jaar een parlementaire vraag. Hieronder deze vraag en het antwoord van minister Geens:
Parlementaire vraag van Sarah Smeyers aangaande het gerechtelijk onderzoek naar de bende van Nijvel van 21 januari 2019 (vraag 2975)
In een brief gericht aan de federaal procureur heeft een voormalig magistraat bedenkingen geuit bij de manier waarop het gerechtelijk onderzoek naar de bende van Nijvel gevoerd werd en wordt. De gewezen magistraat spreekt letterlijk over sabotage. Volgens hem zijn er in een aantal andere gerechtelijke onderzoeken destijds "de gekste toestanden" gebeurd, om te vermijden dat er een verband kon gelegd worden met het onderzoek naar de bende van Nijvel. Hij spoort het federaal parket aan om nu eindelijk alle merkwaardige elementen samen te leggen om zo de link met de bende van Nijvel aan te tonen. Het is een goede zaak dat steeds meer mensen het aandurven om verklaringen af te leggen omtrent de bende van Nijvel. Maar het is dan wel cruciaal dat er ook iets met die informatie wordt gedaan. Welk gevolg zal er worden gegeven aan de brief van de voormalig magistraat?
Het antwoord van de minister van justitie Koen Geens:
De informatie die kan gegeven worden, is afkomstig van het Federaal Parket. Gelet op het geheim van het onderzoek dient het antwoord daartoe beperkt te worden. De brief die door de voormalige magistraat Steppé aan het Federaal Parket werd bezorgd, wordt door de Cel Brabant Wallon geëvalueerd en indien nuttig of noodzakelijk verder onderzocht. Dit gebeurt met elke informatie die de Cel krijgt.
M.b.t. de vraag of er pistes zijn aangegeven die niet zouden zijn onderzocht, meldt het Federaal Parket het volgende: "In de brief van dhr. Steppé wordt verkeerdelijk afgeleid uit de uitzending van Faroek dat het huidig onderzoek zich enkel zou richten tot die feiten die effectief tot de saisine van de onderzoeksrechter behoren, zonder zich bewust te zijn van de vele dossiers die zich rond dezelfde periode afspeelden. Zoals reeds eerder meegedeeld, zijn naast de speurders, analisten, ook experten aan de cel toegevoegd. Deze experten betreffen personen die de misdrijven welke in de periode van de feiten van de bende van Nijvel hebben plaatsgevonden, kennen, in sommige gevallen zelfs onderzocht hebben. Ook de materiële elementen, onderzoeksdaden, feitelijkheden uit deze dossiers worden meegenomen in het onderzoek. Echter, zoals reeds eerder uiteengezet (in antwoord op eerdere vragen) wordt het onderzoek in de cel gevoerd op basis van feiten, expertises, vaststellingen en niet op basis van allerhande mogelijke pistes en hypotheses."
M.b.t. de vraag of er een huiszoekingsmandaat had moeten volgen op de Pro Justitia, wordt opnieuw het Federaal Parket geciteerd: "Los van de beslissing die in deze of gene dossiers werden genomen, is het uiteraard niet zo dat op grond van een proces-verbaal, een onderzoeksrechter verplicht is om een huiszoekingsmandaat af te leveren. Het Federaal Parket heeft geen enkele bevoegdheid om het al dan niet terecht of onterecht afleveren van het huiszoekingsmandaat in deze casus te vervolgen/te onderzoeken. Uiteraard wordt de stelling van dhr. Steppé - met name dat er een huiszoekingsmandaat had moeten afgeleverd worden - meegenomen als informatie in het onderzoek."
Bron: De Kamer | MV 27713
Parlementaire vraag van Barbara Pas aangaande de beschuldigingen van een voormalig magistraat bij het Brussels parket inzake het onderzoek naar de bende van Nijvel van 21 januari 2019 (vraag 2974)
In de media van 16 november 2018 gaf een voormalig magistraat lucht aan zijn verontwaardiging dat aan pistes die hij indertijd had aangegeven in het kader van het onderzoek naar de bende van Nijvel geen gevolg zou zijn gegeven. Betrokkene stuurde in dat verband ook een brief naar de federaal procureur, de minister van Justitie en de politieke partijen waarin hij dit aanklaagt. Betrokkene zou destijds onder meer een pro justitia hebben opgesteld waaruit logischerwijze een huiszoekingsmandaat had moeten volgen bij onder meer de Militaire Veiligheid, wat evenwel niet zou zijn gebeurd. 1. Heeft u deze brief gekregen en welke gevolgen heeft u daaraan gegeven? 2. Kan worden bevestigd dat betrokkene pistes heeft aangegeven die effectief niet onderzocht zouden zijn? In dit laatste geval: waarom? 3. Klopt het dat er en pro justitia werd opgesteld dat logischerwijze tot een huiszoekingsmandaat had moeten leiden bij onder meer de Militaire Veiligheid, maar dat dit niet is gebeurd? 4. Welk gevolg geeft de federaal procureur hieraan?
Het antwoord van de minister van justitie Koen Geens:
Er wordt nuttig verwezen naar het antwoord op vraag nr. 2975 van mevrouw Sarah Smeyers betreffende hetzelfde onderwerp.
Bron: De Kamer | MV 27725
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube