Ja ik had wel degelijk de indruk dat het ironisch bedoeld was maar ik zag gewoon niet wat u nu wilde aantonen.
Ik gebruikte het woord premissen omdat het punt dat ik wilde maken te maken had met de logica en drogredenen. Premisse is nu eenmaal het begrip dat in die context wordt gehanteerd. Mijn punt is dat u redenering neerkomt op een denkfout. Ik illustreer met een voorbeeld:
Premisse 1: U zit op het Bendeforum ( = Libert deed ... )
Premisse 2: Poseur zit op het Bendeforum ( = De Bende deed ...)
Conclusie : U bent Poseur (= Libert hoort bij de Bende)
Het is waar dat binnen de WNP sprake was van een plan om oa grootwarenhuizen de verkennen (Zie op dit forum oa de onderwerpen Operatie Gigungagap en Kraainem: Verkenning en oefening GB ). De exacte deelnemers, draagwijdte, resultaten, bedoelingen, etc zijn echter altijd in het duister gebleven. Als ik het mij goed herinner was er binnen de WNP ook sprake van verkenningen van andere locaties, oa. bioscopen. Ik kan mij niet meer voor de geest halen waar ik dat laatste had gelezen.
In elk geval kunnen de verkenningen van de WNP niet met zekerheid worden gelinkt aan de overvallen van de Bende. Voor zover ik weet, is er ook geen bewijs dat iemand van de WNP een supermarkt heeft verkend die later is overvallen. Dat laatste weet ik echter niet zeker en ik sta open voor verbeteringen.
Verder moet met de verklaringen van Libert, en iedereen van de WNP, voorzichtig worden omgesprongen. De leden van de WNP hebben over zichzelf en de organisatie tal van valse/verkeerde verklaringen afgelegd. Een groot deel van de WNP wist eigenlijk ook niet waar ze nu juist mee bezig waren of wat de WNP eigenlijk was. Er waren er blijkbaar zelfs die het verschil niet kenden tussen de WNP en FJ en de indruk hadden dat het dezelfde organisatie was (ik meen dat gelezen te hebben in oa het boek van Geens).
Wat het strafrecht betreft ga ik niet akkoord met uw stellingen.
Ten eerste weet ik niet of het verkennen van een zaak vooraf mededaderschap inhoudt of toch eerder louter medeplichtigheid zoals omschreven in artikel 67 van het Strafwetboek:
Als medeplichtigen aan een misdaad of een wanbedrijf worden gestraft :
Zij die onderrichtingen hebben gegeven om de misdaad of het wanbedrijf te plegen;
Zij die wapens, werktuigen of enig ander middel hebben verschaft, die tot de misdaad of het wanbedrijf hebben gediend, wetende dat ze daartoe zouden dienen;
Zij die, buiten het geval van artikel 66, § 3, met hun weten de dader of de daders hebben geholpen of bijgestaan in daden die de misdaad of het wanbedrijf hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid.
Ten tweede is de laatste zin van uw post te kort door de bocht. Een persoon kan alleen gestraft worden indien hij "schuld" heeft en dus "wetens en willens" een als misdrijf omschreven feit pleegde. Dat is het beginsel van nullum crimen sine culpa, geen misdrijf zonder schuld. Dat "moreel" element is een constitutief bestanddeel van het misdrijf. Zonder die wil is er geen sprake van een misdrijf. Bij een deelneming aan een misdrijf houdt dat in dat men wetens en willens medewerking verleent aan het bereiken van een gemeenschappelijk strafbaar doel. De deelnemer moet dus weten dat hij deelneemt aan een strafbaar feit. Een uitzondering kan worden gemaakt voor de persoon die bewust verzaakt aan meer concrete kennis over het voorgenomen misdrijf. Als die persoon met kennis van zaken wilt bijdragen aan een misdrijf, wordt dat gelijkgesteld met wetens en willens medewerking verlenen.
Zolang men niet kan bewijzen dat Libert met enige verkenning wilde bijdragen aan een misdrijf kan hij niet strafbaar worden gesteld.
Voor verdere uitleg verwijs ik graag naar: Van den Wyngaert, C, Vandromme, S. en Traest, Ph., "Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Oud-Turnhout - s'Hertgenbosch, Gompel & Svacina, 2019, 299 - 354 ( i.v.m. strafrechtelijke verantwoordelijkheid) en 377 - 400 ( i.v.m. strafbare deelneming). Voor hetgeen ik hierboven schreef in de alinea die begint met "ten tweede" verwijs ik i.h.b. naar de paginas 381-382 van dat werk.
Ten derde, meer praktisch, kan Libert niet in verband worden gebracht met de concrete verkenning van een supermarkt die effectief werd overvallen door de Bende van Nijvel. Het kan dus nooit bewezen worden geacht dat hij meewerkte aan de overvallen van de Bende van Nijvel.