robert wrote: Ik vermoed dat Pint eerder verwees naar de gebruikte wapens dan naar de schietkunsten.
Pint werd verhoord n.a.v. de tweede Bendecommissie over zijn uitspraken en daarover staat in de documenten van die Bendecommissie het volgende:
Pint maakte er ook in zijn verhoor geen geheim van dat hij op 9 november 1985, nadat hij ter plaatse had gehoord hoe er was opgetreden tijdens de aanslag op de Delhaize te Aalst, her en der de vraag had opgeworpen: "Het waren toch niet de onzen?", omdat de manier van optreden van de kerels in Aalst een tacktiek was die aangeleerd werd binnen de groep Dyane." Hierom had hij ook onmiddellijk actie ondernomen toen hij thuiskwam: "Ik ben thuis gekomen, heb naar generaal Bernaert gebeld en hem gevraagd om de ganse groep Dyane te checken en door te lichten, omdat ik mij niet van de indruk kon ontdoen dat de gebruikte tactiek bij de overval ontzettend geleek op wat wij hadden aangeleerd in de groep Dyane. Achteraf heeft men mij gezegd dat dat gebeurd is in een weekend en dat er langs die kant geen enkele aanduiding werd gevonden."
Bron: Verslag Tweede Bendecommissie, Bijlage V. Een nadere analyse van enkele controversiële kwesties aan de hand van getuigenverhoren en aanvullende onderzoeken, 235).
Hij verwijst dus wel naar "tacktiek" en "de manier van optreden". De vraag die ik mij dan stel is: wat heeft Pint dan gehoord over hoe er was opgetreden? Hij heeft verhaal op 9 november 1985 ter plaatse zelf meegekregen. Hoe kon hij dan een zicht hebben op de manier van optreden? Hoe kon hij toen bv. weten hoe welke dader zich bewoog en welke posities de overvallers steeds innamen? Over dergelijke zaken kan men eigenlijk pas uitsluitsel hebben na een reconstructie of minstens een uitgebreid verhoor van alle getuigen.
Een dergelijke oefening (wie trok op basis van welke gegevens op welk ogenblik welke conclusie?) wou ik dus ooit eens maken voor elke terug te vinden uitspraak i.v.m. de schutterskunsten van de Bende.
coconut wrote: Opmerkelijk dat je in je "beschouwingen" net die drie aanhaalde. De eerste was een lid van het SIE, de derde verdacht leden van het SIE en de tweede was lid van het groepje waar Bouhouche zo graag mee op stap ging (en nog liefst van al in ganzenpas). Kunnen we daar uit afleiden dat Pint de meest geloofwaardige getuige zou kunnen zijn?
Neen. De geloofwaardigheid van een getuige kan niet afhangen van de conclusie die hij trekt en de mate waarin die overeenstemt met de eigen mening.
We zouden moeten kijken wat Pint daadwerkelijk weet en wist over de manier van optreden. De SIE getuige op het proces van de Borains zou een grondige uitleg hebben gegeven op basis van de posities bij de schietpartij, dat maakt zijn stelling in zekere zin meetbaar en verifieerbaar. Indien we zijn uitleg kennen kunnen we die bv. voorleggen aan militair getrainde vrienden en kennissen en vragen of wat gezegd is ook klopt.
Een dergelijke oefening moet natuurlijk beginnen zonder een bevooroordeeld standpunt. Indien de conclusie die op het einde zal worden getrokken eigenlijk al vaststaat voor eraan wordt begonnen, dan heeft al die moeite weinig zin.