Het onderzoek naar de De Staerke-clan begon nogal onwezenlijk met de arrestatie van twee Brusselse gangsters, Léopold ‘Popolino’ van Esbroeck, ook wel ‘Grote Pol’ genoemd, en diens maat Dominique Salesse, een handelaar in tweedehandswagens. Het duo liep tegen de lamp nadat ze op 4 december 1985 sigaretten en wijn hadden geroofd uit een Delhaize in Lokeren. Ze vervoerden hun buit in een gestolen BMW waarin een min of meer rechthoekig gat uit de achterbank gezaagd was.
Drie maanden later, eind mei, werd Salesse na zeer veel lange verhoorsessies – sommige processen-verbaal zijn meer dan dertig bladzijden lang – bereid gevonden om de naam prijs te geven van de onbekende voor wie hij een aantal BMW’s gestolen had tegen een vergoeding van omgerekend pakweg 500 euro het stuk: Philippe de Staerke alias Johnny.