Welkom in Hotel Dutroux
Op maandag 3 maart 2003 begonnen voor de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Luik de debatten over wie nu al of niet naar het assisenhof moest worden doorverwezen in het dossier-Dutroux. Paul Marchal, vader van de vermoorde An, wil nog een paar extra verdachten op de beklaagdenbank, onder wie een naamgenoot: de vroegere Blankenbergse hoteluitbater Marcel Marchal. Wie is die andere Marchal? 'Een doodbrave burger', zegt zijn advocaat Pierre Chevalier. Een mensenhandelaar met banden met de Bende van de Miljardair, zegt het vergeten Brugse strafdossier. Een kennis van Marc Dutroux, zegt het vergeten deel van het dossier in Neufchâteau. 'De man in wiens hotel ik die avond An en Eefje zag binnengaan', zegt de buurman. Kroniek van een hopeloos onvolledig onderzoek.
Als hem vooraf was gezegd dat dit hem een hartinfarct, een schadeclaim van 5 miljoen frank en de sluiting van zijn winkel zou kosten, dan had slager V. uit Blankenberge de deur niet geopend. Het was 5 maart 1996, kwart voor acht 's ochtends. Slapen had V. vanwege het gebonk en het gekrijs achter de dunne muren nauwelijks gekund. Op de stoep zat nu een Portugees sprekend tienermeisje dat zich met een hysterische huilbui aan de 59-jarige beenhouwer vastklampte. "Ze riep help police!", zegt V. Enkele seconden later stond zijn buurman-hoteluitbater in zijn winkel. "Hij gaf haar vier meppen en riep dat ze 'van hem was'. Ik heb toen de rijkswacht gebeld."
Later op de dag worden hoteluitbater Marcel Marchal en zijn echtgenote gearresteerd op last van de Brugse onderzoeksrechter Denolf. Het Braziliaanse meisje legt in een 23 pagina's lange verklaring uit hoe ze naar België is gelokt om in het hotel te werken als kamermeisje, maar hoe die functie werd heromschreven tot 'iets drinken met de klanten en dan mee naar boven gaan'.
An en Eefje gezien
Marcel Marchal is een in 1957 in Schaarbeek geboren Belg, die een lange tijd in Duitsland en Brazilië rondzwierf alvorens begin 1995 in het centrum van Blankenberge Hotel Brazil te openen. Hotel of bordeel? Dat is tot vandaag een punt van discussie. Slager V.: "Zodra Marchal weer uit de cel kwam, veranderde mijn leven in een hel. Vechtpartijen, dreigementen... Hij gooide vanuit het raam ooit een soort zuur naar mijn hoofd en zei me, telkens als ik er langs kwam, tergend traag: 'Tu es mort.' Elke dag was er wat. Ik durfde mijn huis niet meer uit. Na een jaar kwam dat hartinfarct en heb ik mijn zaak gesloten.
"U diende geen klacht in? "Jawel, dertig of veertig keer. Op het commissariaat stuurden ze me altijd naar agent C., 'want die deed die zaak'. C. kende ik goed. Ik heb hem tientallen keren dat bordeel zien binnengaan. Hij was goed bevriend met Marchal en kreeg daar gratis Duvel. Al mijn aangiften verdwenen in zijn prullenmand. In juli 1996, nadat ik was ontslagen uit het ziekenhuis, werd ik weer opgewacht door Marchal en een kompaan. Ze sloegen me neer en stampten op mijn borst. Ik belde dokter en politie, voegde het doktersattest toe aan de klacht. 's Anderendaags wachtte Marchal me op straat op. Hij zwaaide triomfantelijk met het origineel van dat doktersattest."
Slager V. is een getormenteerd man, die alle kenmerken vertoont die uit de hand gelopen burenruzies nalaten. Mensen in de buurt omschrijven hem als zo iemand die voor elk akkefietje de politie belt en die ook meteen van corruptie beschuldigt als die de oorzaak van zijn onvrede niet meteen in de boeien klinkt. Op één punt is wat mijnheer V. zegt echter verifieerbaar. Wanneer twee collega's van C. op 20 maart 2001 worden verhoord door de federale politie van Neufchâteau, klinkt dat zo: 'Zij bevestigen dat C. inderdaad zeer dikwijls bij Marchal in het hotel zat, maar zelden om dienstredenen... Zij zeiden ons dat ze nu wel begrijpen waarom Marchal nooit werd vervolgd voor de feiten waarvan V. het slachtoffer werd.'
Een van de vele aangiften waarover V. beweert dat ze in de prullenmand belandden, zou moeten dateren van eind augustus 1995: "Dat was nadat ik 's ochtends Het Laatste Nieuws had zitten lezen. Daar stonden foto's van de enkele dagen eerder aan de kust verdwenen An Marchal en Eefje Lambrecks. Ik herkende ze meteen. Ik had ze de avond van hun verdwijning rond middernacht voor het hotel gezien (leidt ons mee naar het voetpad voor zijn deur, ddc). Hier stond Marchal, in het midden de twee meisjes en daar Marc Dutroux. Ik kon toen geen naam plakken op dat gezicht, maar ik had die vent wel al een paar keer gezien in het hotel."
"Het was daar altijd een komen en gaan van Braziliaanse, Afrikaanse of Oostblok-meisjes. Die avond zag ik hoe twee blanke, zo te zien gewone Vlaamse meisjes naar binnen werden geleid. Dat viel me op. Ik heb verder niets gezien en niets te vertellen. Het is best mogelijk dat die twee meisjes een minuut later weer zijn buiten gegaan. Weet ik veel."
Hotel Brazil lag exact 35 meter verwijderd van het casino waar An en Eefje in de avond van 22 op 23 augustus 1995 als proefkonijnen dienden in de hypnoseshow van Rasti Rostelli. In de 'reconstructie' die justitie maakte van hoe zij naar de tramhalte stapten, zitten tot vandaag enkele gaten. Bij het verlaten van het casino worden ze om 23.45 uur gefilmd door een bewakingscamera. Het is echter al 00.45 uur wanneer ze in de tram richting Oostende stappen. Ze laten daarvoor twee trams vertrekken die hen naar Westende hadden kunnen brengen, waar ze met een groep vrienden uit Hasselt verbleven. De tram van 00.45 uur zou niet verder gaan dan Oostende, waardoor de meisjes te voet verder moeten.
De rest van het verhaal is grotendeels bekend. An en Eefje worden ergens in Oostende - de exacte plaats is onbekend - gekidnapt door Dutroux en Michel Lelièvre. Een jaar later worden hun stoffelijke resten teruggevonden in Jumet.
Een geweldig toeval
De begrafenissen in Hasselt zijn al voorbij wanneer op 1 oktober 1996 plots speurders uit Neufchâteau aanbellen in Hotel Brazil. Ze zijn gewapend met een huiszoekingsbevel van onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte. Het is niet de getuigenis van V. (die men in Neufchâteau dan nog niet kent) die hen hierheen heeft geleid, maar een vodje papier dat op 24 augustus 1996 is aangetroffen in Dutroux' huis in Marcinelle. Daarop staat: '050/42.63.82 - Marcel - Hotel Brazil - Blankenberge - Avant 8h - 12h à 13h - après 18h.' Het handschrift is van Dutroux.
Dat is allemaal één groot toeval, zegt Marcel Marchal wanneer hij wordt verhoord. Een jeugdvriend van hem, ene Nicolo M., is een marginale figuur uit Charleroi, die in autowrakken deed en zo al een paar keer bij Dutroux in Sars-la-Buissière was aanbeland. Nicolo M. kwam er blijkbaar vaak. Op dag 1 van de zaak Dutroux, 13 augustus 1996, is hij er aanwezig wanneer Dutroux er wordt gearresteerd. M. verblijft meestal in Hotel Brazil in Blankenberge.
Marchal zegt zelf ook al eens op visite te zijn geweest bij Dutroux. Hij zegt dat hij toen in een naburig café werd aangesproken door Dutroux' buurman. 'Die vroeg me of ik voor hem een paar vrouwen kon vinden, ik heb geantwoord dat ik mij niet bezig hou met vrouwenhandel', legt Marchal op 16 oktober 1996 uit. Het is de laatste keer dat de speurders de kans krijgen hem iets te vragen. Kort daarna verlaat hij België en hangt er een groot bord 'Te koop' voor Hotel Brazil. Twijfels blijven, onder meer over de notitie 'Photo porno avec enfant' die tijdens de huiszoeking in de agenda van Marchal is opgemerkt.
Bij burenruzies heb je bepaalde zekerheden. Als buurman A hoort dat er bij B een huiszoeking is verricht in het kader van de zaak Dutroux, kun je er donder op zeggen dat in een mum van tijd de hele buurt op de hoogte is. Dat gebeurt in de Langestraat te Blankenberge niet. V. heeft niets gemerkt van de huiszoeking. Van zijn kant lijkt Marchal V. ervan te verdenken dat hij naar de groene lijn van Connerotte heeft gebeld, of zoiets.
Met zijn spaargeld heeft V. aan de overzijde van de straat een flatgebouw opgetrokken. Een van zijn huurders daar heet Luz Oral Espina. Op 7 augustus 1993 was de tot Belg genaturaliseerde Filippijnse ex-prostituee een bekende Belg. Samen met Knack-journalist Chris De Stoop hield ze een korte, geëmotioneerde toespraak tijdens de begrafenis van Koning Boudewijn. Luz Oral Espina was kroongetuige in het boek 'Ze zijn zo lief mijnheer', en ook in het gerechtelijke en parlementaire onderzoek tegen de Bende van de Miljardair, het grootste netwerk van vrouwenhandel dat ooit in de lage landen werd blootgelegd.
Het is 10 oktober 1996, negen dagen na de huiszoeking bij Marchal. In de keuken van V. zit Luz Oral Espina met hem achterstallige huur te bespreken. De telefoon van V. gaat. Aan de lijn hangt Luz' ex-echtgenoot Patrick Van den Berghe.
Die laat V. weten dat hij nu echt wel moet uitkijken met Marchal. Hij heeft met een Duitse huurmoordenaar contact opgenomen om voor eens en voorgoed een einde te maken aan al dat geklik bij de politie. En dus belt V. de rijkswacht. In aanwezigheid van eerste wachtmeesters Eddy De Klerck en Dirk Loeys vormt hij opnieuw het nummer van Van den Berghe, en zet hij de luidspreker op. In pv 101.240 melden de rijkswachters: 'Wij horen duidelijk dat Van den Berghe zegt dat Marchal Marcel aan een zekere Jurgen heeft gevraagd om V. te vermoorden. Van den Berghe herhaalt dit tijdens het gesprek wel drie keer.' Later verduidelijken ze: 'Van den Berghe deelde ook mee dat Marchal een goede kennis was van Dutroux, en dat ze samen zaken deden op het gebied van mensenhandel.'
Een grap? Een macabere toevalligheid? In september 1998 komt in Neufchâteau een eindeloze correspondentie op gang tussen procureur Michel Bourlet en onderzoeksrechter Jacques Langlois, waarbij Bourlet redenen opsomt om het Blankenbergse spoor verder uit te spitten, en Langlois om dat vooral niet te doen. Bourlet legt uit dat er naast V. ook nog een mevrouw is die An en Eefje die nacht, vergezeld van "enkele mannen", in de richting van het hotel zag lopen. Er is ook een Blankenbergse prostituee die (anoniem) getuigt dat de ontvoering van An en Eefje gebeurde "in opdracht van het milieu".
In een brief van 30 september 1998 stelt Bourlet zich ook vragen bij de medewerking die hij kreeg van de lokale politiediensten in Blankenberge. Die hebben niet alleen - per ongeluk - de in maart 1995 in beslag genomen bezoekersfiches van Hotel Brazil zoek gemaakt, ze hebben Neufchâteau op 15 oktober 1996 ook laten weten dat Marcel Marchal 'al geruime tijd niet meer in Blankenberge vertoeft'. Bourlet: 'Hij is door onze diensten nog verhoord op 16 oktober 1996!'
Het zal uiteindelijk duren tot maart 2001 voor Langlois ermee wil instemmen om nog een paar zaken te laten verifiëren. Maar dat valt moeilijk. Volgens de laatste berichten zit Marchal ergens in Brazilië. Nicolo M. is van de aardbol verdwenen. Jurgen, de 'huurmoordenaar', zit in Duitsland een zware celstraf uit voor... moord. Patrick Van den Berghe? Die zit in Spanje. Ook in de gevangenis. Drugshandel. Een en ander geeft minstens een vage impressie over hoe beenhouwer V. aan zijn hartinfarct kwam.
Hij zegt dat u al zijn klachten in de prullenmand gooide. Politieagent C.: "Dat is pure laster. Dit draaide allemaal om een uit de hand gelopen burenruzie. Geloof mij: mijnheer Marchal was een doodbrave burger en mijnheer V. een ambetanterik." Herinnert u zich iets van een melding over An en Eefje? "Niets, maar het zou me niets verbazen als mijnheer V. nu komt beweren dat ik ook die klacht zou hebben genegeerd. Kom zeg..." U kwam vaak in Hotel Brazil? "Ja, maar uitsluitend in dienstverband. Voor het overige wens ik geen commentaar te geven."
Hotel of bordeel?
Marcel Marchal had een advocaat: VLD-kamerlid en oud-staatssecretaris Pierre Chevalier. Hij zal op zeker ogenblik per deurwaarder een schadeclaim van 5 miljoen frank laten afleveren bij V. voor 'gepest en getreiter'. Chevalier blijft erbij dat zijn cliënt een bovenste beste kerel was en diens buurman een stalker. "Het enige wat telt", zegt Chevalier, "is het vonnis van de rechtbank in Brugge over dat dossier-mensenhandel. Marchal is toen bij verstek vrijgesproken. Hebt u daar ooit al van gehoord, van iemand die bij dergelijke aanklachten bij verstek wordt vrijgesproken? Dat geeft toch een idee? Dat dossier was een lege doos. Het enige wat daarin stak, was laster."
Een ex-BOB'er die destijds het onderzoek hielp voeren: "Toen de zaak voor de rechtbank kwam, was dat Braziliaanse meisje verdwenen. Nergens nog een spoor van terug te vinden. Het hof werd geconfronteerd met lege bankjes aan beide kanten, zoals in dossiers van mensenhandel wel vaker gebeurt. De verdachte was het land uit, de klaagster ook. Daarom werd geen veroordeling uitgesproken."
Was Hotel Brazil nu een bordeel of een hotel? Een blik in het dossier 32/96 van onderzoeksrechter De Nolf geeft een idee. In het hotel is in 1995 een reeks brieven in beslag genomen waarin Marchal met een man in Brazilië overlegt over de "import" van Braziliaanse vrouwen in België. Zijn telefoonverkeer is nagetrokken. Een van de mensen waarmee hij om de haverklap aan de lijn hangt, is Robert Theuns. Theuns was de eigenaar van het Gentse cabaret City Corner en werd in 1998 veroordeeld als een van de kopstukken op het proces tegen de Bende van de Miljardair.
Het was in Theuns' cabaret dat Luz Oral Espina ooit aan de slag moest als 'karakterdanseres', een bestaan waarvan ze werd bevrijd doordat een klant, Patrick Van den Berghe, verliefd op haar werd. Hij moest haar wel 'vrijkopen'. Ook het Braziliaanse meisje dat slager V. die ochtend in zijn zaak aantreft, is het voorwerp van een 'contract' met een Belg die haar met een maandelijkse afbetaling zou 'kopen'. Hetzelfde overkwam in 1984 een andere karakterdanseres in de City Corner. De Braziliaanse Maria Dos Santos werd er diep in de ogen gekeken door een oudere man die haar zou 'kopen' en huwen. Hij heette Victor en is de vader van Marc Dutroux.
Banden tussen de Bende van de Miljardair en verdachten uit het dossier-Dutroux? Die werden al eerder gelegd. Een ex-portier van een van de vele cabarets van de Bende meldde zich al in 1996 in Neufchâteau met de mededeling dat oplichter Michel Nihoul een erg goede kennis was van Marc Verbesselt, een van de absolute kopstukken.
Het is 17 maart 2001 wanneer Luz Oral Espina wordt ondervraagd door Neufchâteau. Zij sluit zich resoluut aan bij de stelling van agent C. en Chevalier. "Ik heb hier nooit iets van gemerkt", antwoordt ze op de vraag of Hotel Brazil een bordeel was. 'Ik heb nooit iets gezien dat in die richting zou wijzen.' Ook van het telefoongesprek, nochtans bijgewoond door twee rijkswachters, kan ze zich niets herinneren: 'Voor mij is hetgeen u aanhaalt nooit gebeurd.'
Aangezien zij buiten slager V. zowat de enige is die nog kon worden teruggevonden en Dutroux desgevraagd zweert "nooit een voet in dat hotel te hebben gezet", is de zaak voor Langlois tegen 15 juni 2001 glashelder. Hij stuurt een brief naar Bourlet: 'Wat de aanwezigheid van Dutroux, Marchal en An en Eefje in Hotel Brazil betreft, stel ik vast dat deze informatie in strijd is met de verklaringen van de twee verdachten, Dutroux en Lelièvre (...) en geformuleerd is in een conflictueuze context tussen Marchal en V. (...). Ik ben niet van plan om een rogatoire commissie naar Spanje te sturen om Patrick Van den Berghe te verhoren.' Einde van het onderzoek.
Er was nog iets
Tijdens de debatten voor de raadkamer in Neufchâteau eiste Paul Marchal dat naast de andere verdachten ook Rasti Rostelli, diens cameraman, café-uitbater Ernst Van Kruchtem én Marcel Marchal zouden worden doorverwezen naar het assisenhof in de zaak Dutroux. "Niet omdat ik sta te roepen dat al die mensen tot 'een netwerk behoren', zoals sommigen graag beweren, maar omdat die mensen valse verklaringen hebben afgelegd", zegt Paul Marchal. "In het dossier vult men bijvoorbeeld het 'gat' tussen 23.45 en 00.45 uur op door te beweren dat An en Eefje, na door de bewakingscamera te zijn gefilmd, zijn teruggekeerd naar het casino. Om een videoband van de hypnoseshow te kopen. Het management van Rostelli had daar zo'n standje en houdt vol dat de meisjes een band hebben besteld. Dat is gelogen. Nergens is een bestelbon teruggevonden. Bovendien hadden An en Eefje de nodige 1.100 frank niet op zak. Ze waren zo goed als blut. Ze waren ook perfect op de hoogte van de uurregeling van de tram. Daar hadden ze de vorige dag in Westende nog over zitten discussiëren met hun vrienden. Ik vraag me nu al jaren af waar dat gemanipuleer voor nodig is."
De raadkamer in Neufchâteau veegde op 17 januari veel van de tafel, maar beaamde wel dat er te weinig geweten is over de rol van Marcel Marchal en de drie anderen. De raadkamer oordeelde dat een en ander in het zogeheten dossier-Dutroux-bis moet worden heronderzocht. Paul Marchal en zijn advocaten willen zo lang niet wachten en gaan maandag voor de KI in Luik de doorverwijzing van het viertal bepleiten. "Wij willen gewoon de kans krijgen om hen de vragen te stellen die gesteld moeten worden. In de dagen voor hun verdwijning liepen enkele figuren uit het zware nachtleven aan de kust achter An en Eefje aan. Dat staat allemaal in het dossier. We weten ook dat Dutroux vaak in Blankenberge kwam, dat hij daar een boel mensen kende. Ik koppel hier geen 'theorie' aan vast. Ik wil gewoon weten wat er met mijn dochter is gebeurd."
Overdreven veel vlijt kan de speurders in Neufchâteau op dat punt niet worden verweten. Als je wilt begrijpen hoe het kan dat Luz Oral Espina niets merkte van wat er in Hotel Brazil gebeurde, lijkt het een logische reflex om Patsy Sörensen te bellen. De speurders deden het niet. Wij wel.
In de zomer van 1996 logeerde Sörensens dochter Julie De Ceuster, toen achttien, bij Luz. Ze had een vakantiejob aan de kust, en dat leek een handige oplossing. "Ik heb daar twee dagen gezeten", zegt Julie De Ceuster. "In dat appartement dus, recht tegenover dat hotel. Ik had er al meteen een heel naar gevoel. Ik vertrouwde die Van den Berghe niet, en die lui errond ook niet."
In de avond van 2 juli 1995 rijdt De Ceuster met de fiets via de kustbaan, de plek waar Dutroux en Lelièvre zeven weken later de achtervolging inzetten op An en Eefje. "Opeens reed een auto naast me", vertelt Julie. "De bestuurder gebaarde me te stoppen. Kwam er een andere wagen, dan versnelde hij en wacht hij me even verder op. Dat herhaalde zich een paar keer, ik schoot in paniek. Iets voor Blankenberge ben ik van mijn fiets gesprongen en over de kustbaan weggelopen. Ik heb me in de jachthaven verstopt. 's Avonds is Patsy uit Antwerpen overgekomen en zijn we naar de politie gestapt om aangifte te doen." Er is één klein ding. Toen Julie De Ceuster een jaar later op tv de beelden van Marc Dutroux zag, herkende ze hem meteen: "Dat was die man in de auto. Wij hebben toen wat geïnformeerd en kregen te horen dat dat niet kon, aangezien Dutroux toen in het buitenland zat. De nummerplaat die ik had onthouden, verwees volgens de politie van Blankenberge naar een vrachtwagen. Dat was het dan."
Julie De Ceuster, inmiddels zelf actief in de strijd tegen de illegale prostitutie, heeft na al die jaren nog altijd enige schroom om het te vertellen. "Dan zeggen ze: 'Ja ja, Marc Dutroux in Blankenberge. Het zal wel.' Nu, niemand hoeft mij te geloven."
Het dossier-Dutroux telt inmiddels 400.000 pagina's. Voor een kopie van de klacht van Julie De Ceuster was helaas geen plaats.
Bron: De Morgen | Douglas De Coninck | 1 Maart 2003