Omstreeks 2u30 wordt de 73-jarige getuige Hector Riské plotseling wakker. Op het parkeerterrein schieten mannen de verlichting stuk. Ze gebruiken hiervoor een riot gun. Riské woont drie huizen ver van de oprit naar Wittock-Van Landeghem met zijn vrouw Josephine Claus in de Gasthuisstraat 114. Riské stapt uit bed. Tussen de overgordijnen kijkt hij de straat in om te kijken wat er gaande is. Rechtover zijn deur, aan de ingangspoort van het stedelijk kerkhof zie hij, gedeeltelijk op het fietspad en gedeeltelijk op het voetpad, een donkergrijze gemetalliseerde personenwagen staan, ter hoogte van de woning van zijn dichtste buur, de weduwe Maria Van Puyvelde. Riské en zijn vrouw Joséphine, die intussen ook wakker geworden is, kijken een drietal keer tussen de gordijnen.
Zij zullen het in eerste instantie hebben over een Audi. De laatste keer zien zij aan de overkant van de straat een man met een zwarte kap over het hoofd, die gewapend is met een geweer. Hij beweegt zich naar de autokoffer en kijkt tezelfdertijd zeer snel van raam tot raam. Op het moment dat het overgordijn lichtjes beweegt, ziet hij het echtpaar staan, hoewel het licht uit is. Hij schoudert zijn geweer en richt op het echtpaar Riské-Claus. De vrouw kan no net roepen: "Hector laat u vallen". De ruiten van de slaapkamer worden door een salvo uit het geweer versplinterd. Twaalf projectielen slaan in het plafond en halen een gedeelte van de zoldering neer. De overgordijnen zitten vol gaten. Het laatste wat het opgeschrikte echtpaar Riské-Claus nog ziet, is dat er nog twee mannen, met een zwarte kap over het hoofd getrokken, om het hoekje komen gelopen, die ook ieder gewapend zijn met een geweer. Het is Joséphine Claus die de rijkswacht verwittigt, die snel ter plaats zal komen.
Door het geluid van de schoten wordt ook de buurvrouw, Maria Van Puyvelde, gewekt. De nietsvermoedende vrouw gaat naar haar badkamer, ontsteekt het licht, kijkt door het venster en ziet de schutter staan, terwijl hij op zijn medeplichtigen roept. Welke taal hij juist spreekt is niet duidelijk. Zij associeert het met een Slavische taal. De weduwe wordt eveneens beschoten maar kan tijdig wegduiken. Het raam gaat aan diggelen, de gordijnen aan flarden.
Nog een huis verder is ook Frans de Bauw wakker geworden. Hij ziet twee daders in een auto duiken en de Gebroeders Boellaan inrijden, een woonwijk in, naast de begrafenisplaats van Temse. De auto van de daders was volgens de getuigen een donkergrijze Audi 100 of een Citroen CX. De mannen springen in de auto waarvan de lichten zijn gedoofd en verdwijnen met hun buit via de rijksweg Sint-Niklaas-Breendonk, richting Temse. Onmiddellijk daarna rijden ze nog eens voorbij de fabriek, deze keer met de lichten aan en een man minder aan boord. Later zal blijken dat het niet gaat om een Audi, maar om de Saab 900 Turbo, (*) de wagen die op 8 juni 1983 werd gestolen uit garage Denuit in Eigenbrakel.
(*) Twee getuigen hebben onafhankelijk van elkaar en met een tijdsverschil van een tiental minuten de op het fietspad langs de Gasthuisstraat fout geparkeerde auto bekeken. Eén van hen keek zelfs nauwkeurig, omdat hij aan een lekke band dacht, waardoor het voertuig achtergelaten werd. Beiden waren het erover eens dat het een zwarte Saab 900 Turbo was.
Bron: Loden jaren | Paul Ponsaers
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube