Ik zou de hypothese willen uitwerken dat de dieven van de Saab Pinta Farkas en Balou Becker waren. Enkele weken voor de diefstal waren Pinta Farkas (of Istvan Farkas, zijn officiële naam) en zijn vrouw Bébé of Bertha De Staerke (zus van Johny en Léon de Staerke), in de garage geweest en hadden ze grote interesse in de auto getoond. Dat was naar verluidt de normale tactiek van Pinta: eerst op verkenning met Bébe, voor het gevaarlijke werk op weg met Johny De Staerke, Balou Becker of de Hongaren Janus en Schneberger (Bouten, De Bende van Nijvel, p. 306). De diefstal van de Saab verraadt trouwens dat de daders de locatie op voorhand hebben bezocht.
Naar Balou Becker wijst onder meer concreet de blonde haar die nadien in de auto werd gevonden en zijn vermoedelijke aanwezigheid bij de overval in Temse enkele maanden later, waarbij de Saab Turbo gebruikt werd. Bij de diefstal van de Saab zelf op 7-8 juni 1983 vielen geen slachtoffers, behalve een herdershond, die met meer dan tien kogels afgemaakt werd door de killer van de Bende (Pinta?) met een .22. Léon De Staerke, schoonbroer van Pinta, zou gezegd hebben dat hij Pinta ervan verdacht de hond te hebben doodgeschoten (p. 59).
De buitengewone interesse van Pinta voor de Saab kort voor hij gestolen werd, lijkt me een interessante denkpiste om in hem de eigenaar van de .22 te zien, wat van hem de zogenoemde 'Killer' van de Bende in 1982-1983 zou maken. Bij de andere zaken waarbij de .22 gebruikt werd, zijn er ook linken naar hem. Bij de moord op taxichauffeur Angelou (12 januari 1983) werden sigaretten van het merk Gauloises aangetroffen. Dat was het lievelingsmerk van Pinta, die er dagelijks twee tot drie pakjes van rookte (p. 306). We mogen vermoeden dat een kettingroker als Pinta zich tijdens de vrij lange rit in de taxi van Angelou enkele sigaretten niet heeft kunnen ontzeggen, in de overtuiging dat men hem toch niet zou vinden. Enkele Gauloises werden later ook gevonden in een garagebox van Beijer in een renault 25. In elk geval werd Angelou met vier schoten van de .22 gedood. Niet weinig - net als bij de hond.
Interessant is dat de huisbewaarder van Beersel met zigeunerknopen zou zijn vastgebonden - Pinta was een Hongaarse zigeuner. De moord op de huisbewaarder werd misschien gepleegd door Pinta en Johny De Staerke samen (23 december 1982). Zeer interessant in dat verband: Johny en Pinta vermoordden blijkbaar vaker oudere mensen. Johny De Staerke ging eerst net gekleed bij ouderen langs om te zien waar hun geld lag en kwam nadien terug om hen te beroven. Wie niet meewerkte, werd gemarteld, bijvoorbeeld door kaarsen onder de voeten te laten branden. Opmerkelijk dus dat ook de oude huisbewaarder van Beersel gemarteld werd - hij was ontkleed en op zijn borstkas waren sigaretten uitgedoofd (welk merk?)). De buit van dergelijke overvallen werd bij de andere overvallen via de helersbranche verkocht. Pinta werd gearresteerd nadat hij in augustus 1988 een 93-jarige man thuis vermoordde. Zijn DNA verraadde hem (p. 318). Ook bij de moord op de huisbewaarder werden een zestal kogels gebruikt.
Bij de overval in Beersel werd ook een Burberry jas gestolen. Die werd een jaar later gevonden, net op de plaats waar Van Camp vermoord werd (7 oktober 1983). Bij die overval werd een vreemde taal gesproken en Manouche lijkt daarbij niet onwaarschijnlijk. Johny en Pinta spraken Manouche. Bij de overval in Temse werden een aantal daders formeel herkend (10 september 1983). Balou Becker werd aangeduid door Hector Riské, 73-jarige getuige (intussen overleden); de man zou twee weken voor de overval op verkenning gekomen zijn; op de avond zelf werd hij nogmaals door Riské herkend (website bende van nijvel). Bijkomend gegeven is dat Balou Becker blond zou zijn; er werden plukken blond haar op de site teruggevonden. Interessant nu is dat Becker Manouche spreekt, wat een verklaring kan zijn voor de vreemde taal die tijdens de overval gesproken werd (p. 306). Dan moet er echter nog minstens een andere Manouche geweest zijn. Aangezien ook bij deze overval met de .22 geschoten werd, lijkt het evident om aan Pinta te denken.
Ook bij de overval in Nijvel op de Colruyt (17 september 1983), waarbij o.m. het echtpaar Fourez-Dewit omkwam, werd met de .22 geschoten. De aanwijzingen zijn ook hier indirect: Johny De Staerke bekende zijn aanwezigheid in het begin van de jaren negentig, maar trok die bekentenis nadien weer in. Als hij er effectief bij was, zou hij zijn schoonbroer Pinta dan niet aangesproken hebben? Het feit dat de .22 een persoonlijk wapen van Pinta lijkt te zijn geweest, verklaart ook waarom het ding nooit is teruggevonden (bv. in één van de zakken in Ronquières).
Het is mogelijk dat een deel van de overvallen door de groep rond Johny De Staerke gepleegd werd (o.m. met Balou Becker en Pinta Farkas). Een ander deel werd gepleegd door Bouhouche, Beijer, Bultot en consoorten. Sommige pleegden ze samen. De vraag is altijd geweest in hoeverre de moord op de huisbewaarder in Beersel gepleegd werd door marginalen of om belangrijke documenten te pakken te krijgen. Hoewel het antwoord in het midden blijft, kan je ook aan een combinatie denken. Bv. Pinta en Johny De Staerke die voor een onbekende opdrachtgever iets moesten te weten komen of bezwarend materiaal gaan halen, maar tegelijk mochten houden wat ze eventueel stalen.