Welke rol spelen rijkswachters bij SDRA?

In een brief aan Defensieminister Guy Coëme, zegt kamerlid Hugo Coveliers er versteld over te staan dat de stafchef van het leger weigert de namen van de medewerkers van SDRA-8 bekend te maken. Uit erg angstige reacties van een aantal informanten, besluit Coveliers te mogen afleiden, dat zij zich wel degelijk fysisch bedreigd voelen, wat best kan betekenen, dat de “spelletjes” van dit netwerk zich niet beperken tot een “schaduwoorlog”. Coveliers wijst er ook op, dat niet minder dan 65 rijkswachters bij SDRA zijn te werk gesteld.

Coveliers stipt aan, dat de “gezelfmoorde” Paul Latinus van Westland New Post sprak over lijsten van “reservisten”, die ingeval van een binnenlands conflict onmiddellijk konden worden opgeroepen. Latinus benadrukte herhaaldelijk dat zijn organisatie slechts een onderdeel in een grotere machine vormde, en dat zij werkte in opdracht van een Belgische overheidsdienst. Uit de namen van de medewerkers zou meteen kunnen worden afgeleid, of deze stelling juist is, aldus Coveliers, die eraan toevoegt dat op dit ogenblik lijsten circuleren, waarop meer dan 40 namen voorkomen …

Het kamerlid verwijst ook naar de verklaringen van ex-rijkswachter Martial Lekeu over het bestaan van extreme groepen binnen de politie- en inlichtingendiensten. Een parlementaire onderzoekscommissie moet dringend al deze zaken onderzoeken, aldus Coveliers. Te meer omdat verantwoordelijken van SDRA tijdens hun verhoor door de parlementaire onderzoekscommissie naar het banditisme met geen woord hebben gerept over de elementen, die nu aan het licht komen, en integendeel getracht hebben het belang van hun dienst sterk te minimaliseren. Toen verklaarden zij, dat hun dienst zich enkel bezig hield met onderzoeken naar de betrouwbaarheid van bedrijven, die materieel aan het Belgisch leger en de NAVO wilden leveren.

Tot slot vraagt Coveliers of door de krijgsauditeur al enig onderzoek naar de SDRA-activiteiten werd ingesteld.

Bron: Gazet van Antwerpen | 21 November 1990