Rossignol, nog zo'n klinkende naam in de Bende-dossiers en verbonden aan Claude Dubois, bezat de grootste hangar op de luchthaven van Oostende, naast de controletoren, en genoot er van de gunsten van Paul Waterlot, één van de hoofdverantwoordelijken van de luchthaven. Rossignol zou zich hebben toegelegd op illegale wapenhandel, voornamelijk met Afrika, maar bleef hierbij uit de greep van justitie. Samen met de Aalstenaar Ronald de Smet en met Jacky Lemaire behoorde hij tot de beheerders van vliegtuigmaatschappijtjes die het werk opknapten voor grote vissen als Viktor Bout.
De Belgische piloot Ronald de Smet, Bout's rechterhand, richtte tussen 1995 en 1997 in Oostende luchtvaartbedrijfjes op waarvan Bout gebruik maakte, tot het parket van Brugge zich begon te moeien en de Smet naar de Verenigde Arabische Emiraten vluchtte, waar hij van Sharjah een draaischijf maakte voor Bouts luchttrafiek naar Afrika, Pakistan en Afghanistan. De Smet was ook eigenaar van Westbound in Gibraltar die aandeelhouder was van Bout's Centrafrican Airlines. Ook Rossignol was van 1995 tot 1998 als beheerder van Occidental Aviation Services (soms Occidental Airlines genoemd), samen met Brian Martin, gebaseerd op de luchthaven van Oostende. Vanaf 1996 leverde hij wapens aan Soedan, Kigali, de RUF in Sierra Leone via Gambia en Liberia, de congolese rebellen via Oeganda en Rwanda, enz.
Wat Soedan betreft vertrok een leeg vliegtuig uit Oostende dat vervolgens wapens ophaalde in Slovakije die offcieel bedoeld waren voor Tsjaad, waarna het vliegtuig terugkeerde met vis uit het Victoriameer. Een ander bedrijf op dezelfde luchthaven die betrokken was in wapenhandel heette Trans Aviation Network Group. In juli 1997 werd een onderzoek door het parket van Brugge gestart na het onderscheppen van militair materiaal bedoeld voor Burundi door Oostendse douaniers. Er was ook sprake van een cargo van bijna 40 ton aan militair materiaal afkomstig van een surplus van het Nederlandse leger en bestemd voor Angola in mei 1998, in een door Occidental Airlines gecharterde Avistar Airlines Boeing 707 geregistreerd in Cyprus (5B-DAZ).
Hetzelfde vliegtuig vloog in december 1998 en februari 1999 vanuit Oostende met een lading wapens van het Slovaakse bedrijf Hermes naar Soedan ondanks het EU-embargo. In 1999 zorgde Occidental Airlines samen met het Londense Sky Air Cargo van Syed Naqui voor het overvliegen van 400 ton militair materiaal bestemd voor Congo van Bratislava naar Sierra Leone aan de hand van een aantal Boeing-vluchten. Bij het transport naar Congo zouden vliegtuigen van de Congolese Planet Air en New Goma Air gebruikt zijn. Rossignol was ook betrokken bij transport van wapens van het Roemeense bedrijf Romtehnica, gelanceerd vanuit de Otopeni-luchthaven nabij Boekarest.
Ook het in Oostende aanwezige Britse Air Charter Service (ACS) en Trans Balkan Cargo Service, gebaseerd in Amsterdam, werden gekoppeld aan de activiteiten van Rossignol, net als de naam van André Braet die al in de jaren '70 betrokken was met illegale leveringen aan Zuid-Afrika. In 2000 vestigde Rossignol een in Equatoriaal Guinea gesticht vliegtuigmaatschappijtje in de luchthaven van Charleroi. In januari 2001 hernam hij zijn activiteiten als beheerder van Red Rock, nabij de luchthaven van Charleroi. In 2002 zou Rossignol zich in Bratislava gevestigd hebben en vanuit Kenia transporten organiseren met een Boeing 727.
In de zomer van 2007 werd hij ondervraagd door de gerechtelijke politie van Charleroi in verband met de frauduleuze verkoop van vliegtuigtickets naar Kinshasa door Red Rock. De joods-russische maffia zou sterk betrokken zijn bij de hogervernoemde opzet, waarbij ondermeer Shimon Naor vernoemd wordt. "Atlas", toujours et siempre.