Als ik het juist heb dan zou deze René Noël gevochten hebben in Bukavu in het huurlingenleger van Schramme. Ook geen lieverdje die Schramme.

De hypothese dat er zich in de "Bende van Nijvel" ook huurlingen bevonden is natuurlijk bij velen aanwezig en deze personen passen heel vaak in het plaatje van de "Killer"...

Geen liefhebber van Facebook, ik was dus eerlijk waar niet aan het lezen op Facebook om er hier copy-paste te doen Ruf. Er zijn inderdaad vele René Noëls maar deze René Noël Nassogne (begraafplaats zal ik er voortaan bijzetten om verwarring te voorkomen) is geen restauranthouder of senator (geweest) en zijn leeftijd en geboortedatum komen overeen met de Noël die vermeld wordt in de bronnen in verband met Schramme.

Als je die sleutelwoorden over Schramme leest op Wiki:

• (...) genadeloze verrassingsaanval

• (...) hierbij vielen ongeveer 350 doden

• Op verzoek van koning Boudewijn en van de Belgische politiek trok Mobutu zijn eis om uitlevering van de blanke huurlingen in

• (...) werden zij met twee vliegtuigen van het Internationale Rode Kruis vanuit Rwanda gerepatrieerd naar Europa

• Schramme keerde terug naar Brugge

• (...) op de zitting, op 12 januari 1983, liet Schramme verstek gaan. Hij woonde inmiddels in Brazilië, en een uitleveringsverzoek mislukte

• Bleef onvindbaar voor het Belgische gerecht

Genadeloze aanvallen in opdracht van. Beuckels, Schramme, Noël, Bender, Ludwig, Danet, Orosz, Laffaille, Masy, Tavernier, ... een eindeloze reeks namen van mensen die heel goed wisten hoe ze onder de radar konden blijven toen.

Tueurs du Brabant : un corps exhumé à Bande 

Un citoyen de Nassogne a-t-il joué un rôle dans l’affaire des Tueurs du Brabant ? Si rien ne permet de l’affirmer, toujours est-il qu’un corps a été exhumé est qu’une analyse ADN est en cours. 

Depuis près de trois semaines, la rumeur enfle dans le petit village de Bande, en province de Luxembourg. L’exhumation d’un corps au sein du cimetière local est le sujet de toutes les discussions. Pourtant, l’opération se voulait discrète. Il aura fallu quelques badauds venus se recueillir auprès d’un proche pour trahir le dispositif déployé. Alors qu’un agent de police gardait le grillage pour maintenir l’opération sous surveillance, deux membres de la police judiciaire accompagnaient un fossoyeur pour exécuter l’excavation de la dépouille.

Le corps reviendra le lendemain. Sur place, plus aucune trace de la manœuvre. Il ne reste que les racontars ouvrant autant de questions que d’hypothèses. Et si cette exhumation avait un lien avec la plus vaste enquête criminelle belge non élucidée ? Et si le défunt avait un quelconque lien avec l’affaire des Tueurs du Brabant ? L’hypothèse est folle. Improbable. Presque déraisonnable. « Et si l’on a entendu ce bruit dans la commune, je préfère rester prudent. Ce dossier est tellement délicat que je ne veux en aucun cas alimenter ce bruit », nous confiait Marcel David, échevin en charge des cimetières sur la commune de Nassogne. Il revenait sur cette opération : « On ne m’a rien expliqué. Juste qu’il s’agissait d’une opération réalisée dans le cadre d’un dossier top secret. »

Mais petit à petit, le secret est éventé. La piste reliant cette exhumation au dossier « Tueurs du Brabant » prend chair. Le parquet fédéral, en charge de la communication de ce dossier apporte un premier élément : « Une exhumation réalisée en présence de la police judiciaire ? C’est fort probable que ça ait un lien avec ce dossier. »

Et pour cause, depuis un an, le dossier est remis à plat. Les cartes sont rebattues et la stratégie a changé. À quatre ans de voir le dossier balayé par la prescription judiciaire, « une vingtaine d’enquêteurs travaillent sur cette affaire. Ils relisent le dossier page par page et relèvent chaque nom cité et lié de près ou de loin à cette affaire ».

L’objectif est simple : recenser l’ADN de ces potentiels protagonistes et espérer les faire correspondre avec les quelques traces conservées sur des pièces à conviction. Aujourd’hui, pas moins de 500 tests ADN ont été réalisés. Mais tous les interlocuteurs ne sont plus de ce monde, d’où la nécessité d’exhumer certains corps. Pour l’heure, une dizaine d’ADN ont dû être relevés de la sorte.

René Noël, le mercenaire

Une source proche du dossier vient lever le doute entourant cette exhumation à Bande : « Cette opération est bien en lien avec l’enquête ouverte sur les Tueurs du Brabant. » À la relecture du dossier, le nom de René Noël est apparu. Le citoyen de Nassogne, décédé en 2002, était alors cité dans le cadre d’un trafic d’armes qui aurait pu servir les tueurs.

Avant de se retrouver à la tête du restaurant familial à Marche, l’homme était mercenaire. Il avait servi au Congo, au Laos ainsi qu’aux îles Comores. On nous l’assure : « Il n’a jamais nié cette partie de son histoire. Mais cela a pris fin une fois sa famille fondée ». Notre interlocuteur poursuit : « Il travaillait beaucoup dans son établissement à l’époque des faits. Cela semble tellement improbable qu’il soit lié à cela. Il avait peut-être gardé quelques contacts de son passé mais il ne les voyait que peu fréquemment ».

Pour l’heure, la vérité scientifique n’a pas encore parlé. L’ADN de René Noël concordera-t-il avec l’une des traces conservées ? « Nous

n’aurons la réponse que d’ici un mois », confie une source bien informée. Notons encore qui si le nom du défunt revient au cœur de l’actualité, il demeure, au même titre que les 500 autres personnes dont l’ADN a été prélevé, qu’un seul élément parmi des milliers de pages.

Bron: La Meuse | Clément Glesner | 26 Maart 2021

Deze René Noël Nassogne (nogmaals, ik vermeld de locatie van de begraafplaats om verwarring tussen de verschillende Noëls uit te sluiten) was dus mogelijk de wapenleverancier van de Bende van Nijvel of hij had ook een actief aandeel in de aanslagen/overvallen.

Nog even zijn "collega" wapenhandelaar Patrick Baudry opnieuw citeren in dit verband:

(...) Luister, ik meen wat ik zeg." "Wat men ook moge beweren, de De Staerkes hebben een goede inborst en zouden geen vlieg kwaad doen, tenminste zolang men hen niet bedriegt. Alleen met die schoonbroer van hen, Pinta Farkas, moet je oppassen. C'est un type dangereux. Gewetenloos. C'est un tueur, zoals Rosier, die als je hem ziet zo de communie zou geven maar hij heeft wel tientallen doden op zijn geweten. En bovendien was hij goede maatjes met Jean-Luc Baugniet!"

En ook in een ander interview met Bouten:

(...) Over de Bende weet ik alleen iets concreets over Aalst. Het commando was samengesteld uit gewezen militairen en rijkswachters, leden van een extreem rechtse organisatie die deel uitmaakten van een staybehindnetwerk. Vlak na de raid zijn ze ondergedoken bij een privébewakingsbedrijf in Marseille. Ik kreeg de tip van Gaetan Zampa en Francis Vanden Berghe, bijgenaamd le belge. In die tijd waren ze de top in het milieu van Marseille en dus goed geïnformeerd. Geloof me, Johnny De Staerke heeft er niets mee te maken. Hij is erin geluisd, zoals Jean Bultot en waarschijnlijk ook enkele Borains."

En ik citeer Fons Van Rie even:

(...) En tot slot had je Johnny zelf. Hij behoorde tot een clan mannouches, zwervers over het hele continent die elkaar geregeld ontmoeten. Hij en zijn familie waren verdacht in tientallen dossiers, vooral in België, maar ook in Marseille.” "Een maand voor Overijse zou hij in de Franse havenstad een geldtransport overvallen hebben."

“Waar springstof gebruikt werden. Maar in die zaak is hij nooit veroordeeld. Ik blijf er nog altijd bij dat De Staerke behoort tot de mensen die op een of andere manier te maken hebben met de Bende van Nijvel. Dat is mijn aanvoelen als politieman. Maar je moet dat kunnen bewijzen. Dit is democratie. En De Staerke weet dat. Hij is zo geraffineerd dat hij zegt: ‘Oke, ik heb het gedaan, breng mij voor het Hof van Assisen.’ Omdat hij die bekentenis daar toch weer intrekt en heel goed weet dat wij ze niet onweerlegbaar kunnen hardmaken.”(Bron: Interview met Fons Van Rie, Humo 1999)

En als laatste volgens mij in dit verband een stukje uit operatie Warenhuizen:

Waarom viel het grote afpersingsplan van Madani Bouhouche in het water? "Omdat de bendeleden het niet eens raakten over de uitvoering, de rolverdeling en de haalbaarheid", zeggen speurders. "Bouhouche profileerde zich als de grote organisator van het spel. Hij zou zelf op afstand toekijken en z'n voetvolk het vuile en gevaarlijke ondergrondse karwei met het bootje laten opknappen. Zelf zou hij hen opwachten met z'n Mercedes, waarna hij keurig het geld zou incasseren en 'verdelen'. Dit scenario, met de kwieke Bouhouche als de grote patron, lustten de andere gangsters niet. Iedereen eiste een belangrijke positie in de bende op. Zekerheid. Er rezen bij de afpersers ook vragen over de haalbaarheid van het project.

Ze waren ervan overtuigd dat de geldloper die het 'losgeld' naar de opslagplaats zou brengen, een politieman van het Speciaal Interventie Eskadron zou zijn. Wat doe je met zo'n man als je hem gijzelt? Is zo'n kerel niet beladen met zendapparatuur, zodat z'n collega's de gijzeling en de vlucht tot op de meter kunnen volgen? Zullen ze ons niet in de kraag vatten als we uit de riolen kruipen? Dat waren inderdaad pertinente vragen. Een andere oplossing: de geldkoerier, politieman of niet, meteen afknallen. Maar zoveel geweld zagen niet alle bendeleden zitten..." Hoewel het spannende verhaal nauwelijks terug te vinden is in de annalen van onze gerechtelijke geschiedenis, herinneren speurders zich een "vreemde en geslaagde" afpersing van 's werelds grootste voedingsmiddelenbedrijf Nestlé in België. Het gebeurt in de periode dat Bouhouche en z'n bende met plannen lopen om warenhuizen af te persen, maar het gerecht krijgt nooit hoogte van de daders van de Nestlé-zaak.

Bouhouche zijn snode plannen werkten!  Ze zijn er effectief in geslaagd om het bedrijfje Nestlé wat geld afhandig te maken, maar Nestlé en het gerecht wisten dit uit de media te houden omdat beide partijen er heel veel belang bij hadden om dit niet aan de grote klok te hangen.  De blauwdruk voor de Bende Van Nijvel.  Plannen, mensen en middelen.

• Huurling(en)

• Wapenhandelaar

• Franse connecties

• Marseille (onderduikadres)

volgens mij gaat het dus bij deze opgraving om Rene Noel die vermeld staat op de website van » orbspatrianostra.com

screenshots uit die website-info:

Ik moet zeggen dat ik soms ook verwar; dat ik bv. zelfs al eens verwees naar een Roger Noel  in plaats van een René Noel. Het is al verwarrend genoeg door het feit dat er meerdere Noel Rene's op onze wereldbol leven of geleefd hebben (tot zelfs een Réne Noel in Aalst).

Het gaat hem nu wel degelijk om de Fransman Rene Noel die een restaurant heeft gerund in Marche-en-Famenne.

Citaten uit het boek 'Dans l'ombre de Bob Denard: Les mercenaires français de 1960 à 1989' waarin sprake van de Fransman Rene Noel.

Citaat 1:

Bukavu : l’impossible défense d’un « État mercenaire »

Poussé par de nombreux cadres belges, il décroche et envisage dans un premier temps de marcher sur Punia ou Goma. Finalement, à la fin du mois de juillet, il arrête son choix sur Bukavu, station balnéaire sur le lac Kivu et frontalière du Rwanda. Prise par un groupe mercenaire sous les ordres de Noël au début de la révolte, elle a été laissée à l’ANC par ceux-ci quand ils sont partis soutenir Schramme. L’objectif est de transformer la ville en camp retranché à partir duquel, avec de nouveaux renforts, les mercenaires pourraient opérer la reconquête du Congo. Schramme et Noël entrent dans Bukavu le 7 août. À la tête d’environ 1 750 combattants, environ 200 mercenaires doivent tenir tête aux 15 000 hommes de l’ANC28. Parmi eux, les meilleures troupes de Mobutu sont en première ligne, à l’instar du 3e bataillon de commandos-parachutistes. Bukavu largement vidée de ses habitants, les soldats privés y trouvent des banques emplies d’or et des réserves de nourriture suffisamment importantes pour envisager d’attendre d’être secourus. Au début du mois de septembre, Bob Denard sort de l’hôpital à Salisbury et doit organiser une contre-offensive pour desserrerl ’étau sur Bukavu.

Citaat 2:

En janvier 1976, les forces sud-africaines commencent à se retirer d’Angola. Tandis que le MPLA et les Cubains lancent une grande offensive, le bloc occidental doit trouver de nouveauxoutils pour soutenir l’UNITA. Vingt-cinq mercenaires français sont déployés à proximité de Luanda que le parti de Jonas Savimbi souhaite reprendre au MPLA. (220)

(220) Les noms de la plupart des hommes engagés sont connus. Pour 20 d’entre eux, un état comptable fait mention des salaires versés pour janvier 1976 : André Cau, Guy Toumi, Philippe De Doyard, Gérard Lejon L. Fiorini (non identifié); Jacques Buteri, Hugues De Chivre; D. Denny, J.-P. Rouquette, J.-P. Maur, A. Dubert (non identifiés); Gruber Helmut,Stéphane Frachet, Henry Alain, Michel Loiseau; Yvon Jouguet, Noël René,René Fanget, Michel Dietz (non identifiés) et Vigouroux de Kermovan Philip, archives privées Bob Denard, carton 29. D’autres sont connus par d’autres sources : Freddy Thielemans et Jacques Lafaille (notamment par Michel Loiseau, Mémoires inédits de Bosco, op. cit.).