Zopas kwam Marcel Habran vrij, dé legendarische peetvader van het Luikse misdaadmilieu. Vervroegd, want normaal moest hij nog tot 2025 achter de tralies wegens zijn aandeel in de overval op een geldtransport op de E40 in Borgworm, januari 1998. Bij die overval werden twee geldkoeriers, Koenraad Meirens (36) en Benny Demeester (41), allebei getrouwd en vader, genadeloos afgemaakt.
Overigens wordt de bende Habran verantwoordelijk geacht voor een hele resem overvallen met eveneens dodelijke afloop in de jaren ’90, plus een achttal huurmoorden/afrekeningen in de Luikse gangsterwereld. Maar Habran mag dus beschikken, met enkelband, zogezegd omdat hij voor zijn vrouw wil zorgen. Ik krijg tranen in de ogen.
Veel beroering valt er in de publieke opinie of in de sociale media niet te verwachten over de opvallende mildheid in deze van het juridisch apparaat. Een Syriër die handtastelijk wordt in het zwembad is nog altijd groter nieuws dan een maffiabaas met veel bloed aan zijn handen die vervroegd vrij komt. Habran heeft dan ook een goede advocaat die allerminst pro deo werkt: Marc Uyttendaele, echtgenoot van Laurette Onkelinx (PS) en beheerder van een informeel politiek netwerk dat in België wellicht zijn gelijke niet kent, ook al komen de Waalse socialisten vandaag federaal niet aan de bak.
De link met Uyttendaele is niet zonder betekenis: in tegenstelling tot kleine zelfstandigen als Sven Mary en Jef Vermassen, maakt deze professor Grondwettelijk Recht en persoonlijke advocaat van Elio di Rupo zich doorgaans niet vuil aan misdaad van gemeen recht, en is zijn cliënteel vooral te vinden bij overheden, topambtenaren, politici. Maar Habran is een geval apart, want luister wat de man vertelt in een eerder kranteninterview: “Moet ik me mijn leven beklagen? Ik ken eerlijke mensen die heel hun leven hard hebben gewerkt in de mijnen en de fabrieken. Nu zijn ze jonger dan ik en ziek. Is dat dan beter?”
Geef toe: dat is een redenering die sluit als een bus. Terwijl kruimeldieven en knullige gangsters zoals de Aquino’s nog volhouden dat ze nergens van weten, of het aan hun ongelukkige jeugd wijten, zegt Habran gewoon waar het op staat: misdaad loont, je leeft maar één keer. Daarmee vallen we binnen in de moraal van het verhaal, en wordt iedereen die op een ‘normale’ manier aan de kost probeert te komen, sterfelijk belachelijk gemaakt.
De opvallend fitte en bij de vrouwtjes nog steeds graag geziene Marcel is een levende reclame voor het absolute opportunisme en de ons-kent-ons-moraal.
De levensles van crimisoof Habran maakt zo ook een impliciete link tussen de criminele bende en de politieke clan, waar eveneens het netwerk primordiaal is, en het leiderschap discreet. Ondoorzichtige codes houden spelregels in stand die enkel voor insiders bruikbaar zijn, de rest ondergaat ze.
In die zin zijn het optreden en de levensfilosofie van Marcel Habran wel degelijk typerend voor een vorm van politiek cynisme. De quasi-natuurlijke affiniteit tussen de Luikse Don Corleone en juristen van het slag van Uyttendaele is onmiskenbaar. Het zijn deze laatsten die het parlementaire halfrond bevolken, dus wetten opstellen en ze stemmen, en het zijn dezelfde juristen die er achteraf voor zorgen dat die wetten via achterpoortjes omzeild worden. De kleine lettertjes als het ware. De rechtbanken moeten ook niet té goed werken of te veel middelen krijgen, leve de bureaucratie en de inefficiëntie, des te meer zal er al eens een handtekening ontbreken op een document en kan een procedurefout worden ingeroepen.
Ik aarzel dus niet om het politieke milieu als iets crypto-crimineels te beschouwen, een maffieus bedrijf waar u en ik alleen maar naar kunnen kijken. Natuurlijk hebben we de politici die we verdienen en zijn we eigenlijk het product van onze eigen domheid aan het gadeslaan. En voor u denk dat ik hier alsnog de PS viseer: de partij die de Waalse socialisten van de centrale macht verdreef, neemt hun rol feilloos over.
Zouden de ondertussen volwassen kinderen van de neergekogelde koeriers, Meirens en Demeester, zich roeren? Zouden ze roepen: ‘Hola, deze man heeft wel onze vader vermoord’? Of, horresco referens, zou een van hen zich geroepen voelen om het recht dan maar in eigen handen te nemen? Voor Uyttendaele en confraters geen probleem, dan hebben ze achteraf weer werk. Eén categorie wint altijd. Probeer erbij te horen, hoor ik de gewone Vlaming én Waal denken.
Bron: Doorbraak.be | Johan Sanctorum