In 1984 verscheen onderstaand artikel in de Nederlandse krant 'Het vrije volk' (een linkse krant). Het is een mini-versie van de studie van Klaartje Schrijvers.
Ultrarechts lonkt naar Nederland
Uiterst rechtse lieden uit België hebben sinds 1973 geprobeerd vaste voet in Nederland te krijgen. Het gaat om (pseudo-) politici, zakenlieden en onderzoekers, die niet georganiseerd zijn in één organisatie maar in een reeks van instellingen. Wat hen verbindt is hun droom over een sterk, rechts en christelijk Europa. Ze hebben heimwee naar Karel de Grote. Deze lieden hebben getracht "een cel" te stichten in Den Haag en lieten daarvoor het oog vallen op het instituut "Interdoc", een documentatiecentrum voor internationale betrekkingen.
Interdoc wordt geleid door de 65-jarige C. C. van de Heuvel, een man die tot 1962 afdelingshoofd was van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Van den Heuvel ontkent dat hij daadwerkelijk in zee is gegaan met de lieden uit België. Sinds 1973 hangt er echter een waas van geheimzinnigheid om Interdoc. In dat jaar verscheen er in Frankrijk een boek, waarin Interdoc werd aangewezen als een politiek fictief instituut, dat zou worden gefinancierd door de BVD. Directeur Van den Heuvel zou bovendien de Nederlandse voorzitter zijn van de anticommunistische WACL. Wat is er van waar?
"Het is mijn verleden bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst," zegt C. C. van den Heuvel. "Daar gaan de wildste verhalen over. Maar ik werk er niet meer voor. Ik ben er in 1947 gaan werken, nadat ik in de oorlog illegaal inlichtingenwerk voor de geallieerden had gedaan. In 1962 ben ik bij de BVD weggegaan. Ik was er hoofd van de afdeling opleiding en studie en heb zo belangstelling gekregen voor de Oost-West-verhouding. Aan het begin van de jaren zestig, toen Chroestsjov optrad in de Sovjet-Unie en toen de eerste dooi in de verhoudingen optrad, vond ik dat ik meer moest doen. Ik heb toen de BVD vaarwel gezegd en het Oost-West-instituut in Den Haag opgericht. Dat was een studie- en informatiecentrum op het gebied van de Oost-West-verhouding."
Van den Heuvel zit in zijn kantoor, een ruime werkkamer in een grote, wat vervallen villa aan de Van Stolkweg in Den Haag. Hetzelfde gebouw huisvest het "Nationaal Comité Verzetsherdenkingskruis", waar Van den Heuvel secretaris van is. Hij is verder actief in organisaties van het voormalig verzet tegen Nazi-Duitsland. Politiek staat hij duidelijk aan de rechterzijde van het verzetsspectrum: de kringen van mensen als prins Bernhard en Teengs-Gerritsen.
"Maar ik heb communistische vrienden overgehouden aan de oorlog," zegt hij. "Nu nog, als ik in het Oostblok ben, vormt de oorlog een gemeenschappelijk fundament. in gesprekken met de mensen daar. We herkennen dat we tegen dezelfde vijand hebben gestreden, de nazisten."
Van den Heuvel vertelt dat hij na '62, toen hij de BVD verliet, veel in het Oostblok heeft gereisd. Hij voelt geen verwantschap met het communisme, zegt hij, maar hij is ook zeker niet de Nederlandse voorzitter van de "Wereldfederatie tegen het Communisme", zoals een hardnekkig gerucht wil. De WACL, of de "Wakkel", zoals deze uiterst rechtse organisatie in de wandeling heet, heeft hem benaderd. "Maar ik heb het afgewezen," zegt hij, "want met dat soort kringen wil ik niets te maken hebben. Ik ben wel rechts, maar niet zó rechts. Dat zijn instellingen die thuishoren in de kringen van de heer Ego van het Oud-Strijderslegioen en daar voel ik geen verwantschap mee."
Duister
Voor ons ligt een brief uit 1973. Van den Heuvel heeft hem nog nooit eerder gezien. Kan hem nooit eerder hebben gezien, want het is een brief van een politieke activist uit Brussel aan een Franse advocaat. De brief was niet bestemd voor Van den Heuvel, maar ging wel over hem. De Belg, ene Florimond Damman, bericht in de brief dat hij Van den Heuvel heeft gesproken en hem heeft gewonnen voor de zaak van een aantal uiterst rechtse en duistere lieden in België.
"Dat kan hij wel schrijven," zegt Van den Heuvel nu, "maar daar weet ik niets van. Ik heb hem gesproken en ik was geïnteresseerd in hem, omdat hij zich net als ik bezighield met de Oost-West-verhouding. Ik herkende hem en zijn vrienden als uiterst rechtse mensen en het viel mij op dat zij zich bezighielden met zaakjes die niet helemaal in de haak waren. Ik heb nog wel enige jaren met hem gecorrespondeerd."
Hij toont een dossier met brieven van Damman, geschreven in hetzelfde moeilijk leesbare handschrift als de brief uit 1973 over de ontmoeting met Van den Heuvel. "Het zal mijn verleden als inlichtingenman wel zijn. Als ze zich bij me aandienen praat ik met ze, om te kijken of er toch niet iets voor me in zit."
Wat gebeurde er in september 1973? De brief van Damman spreekt boekdelen. Destijds was Van den Heuvel te gast bij de Amerikaanse ambassadeur in Brussel. Hij ontmoette er enkele Franstalige Belgen, die net als hij geïnteresseerd waren in de Oost-West-verhouding en in de betrekkingen tussen Europa en de Verenigde Staten. De heren spraken af om de volgende dag gezamenlijk de lunch te gebruiken en nog eens het één en ander te bespreken.
"Wij hebben gesproken over uw ideeën met betrekking tot het versterken van de vriendschapsbanden tussen Europa en zijn bondgenoot de Verenigde Staten," rapporteerde Florimond Damman enkele dagen later aan de Franse advocaat Violet. Ook schreef hij: "Onze samenwerking met Interdoc zal ons de beschikking geven over een goede cel in Nederland, waar de relaties van de heer Van den Heuvel zeer uitgebreid zijn."
Karolingenkruis
Interdoc in Den Haag moest "een cel" worden van de kleurrijke Belgen, die Van den Heuvel in Brussel ontmoette. Wat heet kleurrijk? De schrijver van de brief, Florimond Damman, was tot het einde van de jaren zeventig directeur van de "Europese Academie voor Politieke Wetenschappen in Brussel. Het briefpapier van die "Academie" was gesierd met het Karolingenkruis, symbool bij uitstek van groeperingen die streven naar een groot en sterk Europa en die vooral te vinden zijn aan de katholieke rechterzijde in Zuid-Duitsland, Italië, Frankrijk en België.
De bekendste van deze groeperingen is de Paneuropese Unie van Otto von Habsburg zoon van de laatste Oostenrijks-Hongaarse keizer en nog altijd "troonopvolger" volgens zijn fanclub, waarvan Franz-Joseph Strauss het bekendste lid is. Von Habsburg zit nu voor de Europese christen-democraten in het Europese Parlement.
In gezelschap overigens van Paul Vankerkhoven, een Belgische christen-democraat, die eveneens mee-at en -sprak toen Van den Heuvel in Brussel was, in 1973. Vankerkhoven was tot voor kort een grote jongen aan de uiterste rechterzijde van de Waalse christendemocratische partij. Hij bemande daar het CEPIC, een actiegroep binnen de partij, die moest voorkomen dat de christelijke vakbonden te veel invloed op de christen-democratie zouden krijgen.
Vankerkhoven was verder een vooraanstaande. figuur in de "Cercle des Nations" te Brussel, een gesloten club voor zakenlieden en (pseudo-) politici, waar men niets, maar dan ook helemaal niets, met linkse mensen en ideeën te maken wil hebben en met zeer veel begrip spreekt over fascistische regimes. Geen wonder, dat dezelfde Paul Vankerkhoven een hotemetoot was in de "Ligue Internationale de la Liberté" wat gewoon de Belgische sectie is van de "Wereldfederatie tegen het Commmunisme," de WACL. Een extreem-rechtse club die voorzover bekend tot op heden één Nederlandse politicus voor zijn zaak heeft weten te interesseren, het Tweede-Kamerlid Wim Mateman van het CDA. De voormalige CHU'er reisde, zonder zijn fractie in te lichten, op uitnodiging van de WACL naar Taiwan.
Staatsveiligheid
Terug naar Vankerkhoven, die ze in België zó bruin bakte dat de Staatsveiligheidsdienst eraan te pas kwam om zijn handel en wandel te onderzoeken. "Staatsveiligheid" legde relaties bloot tussen de rechterzijde van de christendemocratische partij en het Front de la Jeunesse, een neo-nazistische strijdgroep. Dat was in 1981. De socialistische minister van Justitie Philippe Moreaux zette het onderzoek in gang. Tijdens het onderzoek bleek en passant dat Staatsveiligheid vanuit rechtse hoek onder druk was gezet om de naspeuringen te beëindigen, maar Justitie hield vol en de affaire kostte Vankerkhoven de kop. In mei '81 lieten de christendemocraten Vankerkhoven vallen, om hem in juni '81 weer te rehabiliteren na een "intern onderzoek". Zoals gezegd, Vankerkhoven zit nu in het Europese Parlement.
Kleurrijke lieden, die Damman en Vankerkhoven, maar het kan nog mooier. We hebben het nog steeds over het etentje in Brussel, waar Van den Heuvel te gast was. Een andere tafelgenoot was de graaf Alain de Villegas, dezelfde man die nu in opspraak is gekomen omdat hij de Franse staatsoliemaatschappij Elf voor 300 miljoen gulden heeft opgelicht. De Villegas verkocht de Fransen een "snuffelvliegtuig", waarmee onderaardse olievelden konden worden opgespoord. Het apparaat was waardeloos, maar de Belgische graaf (hij noemt zich graag "ingenieur") ging er met de centen van de Franse belastingbetalers vandoor.
De Franse rekenkamer zocht het allemaal uit en de vorige Franse regering liet de zaak in de doofpot stoppen. Het schandaal bleef zoek totdat een Frans weekblad onlangs beslag legde op het "verdwenen" rapport van de rekenkamer. De Villegas is inmiddels spoorloos verdwenen.
De wapenbroeder van De Villegas in het schandaal met de snuffelvliegtuigen was de Franse advocaat Jean Violet, dezelfde Violet aan wie de Belg Damman in 1973 verslag uitbracht van zijn ontmoeting met Van den Heuvel. Violet, zo blijkt achteraf, was een machtige man achter de Belgen. Hij trok aan de touwtjes en dat kon hij waarschijnlijk doen omdat hij geld had.
'Opdrachten'
Violet, zo blijkt uit de overige correspondentie van Damman, zorgde, voor het geld waarmee instellingen als de "Europese Academie voor Politieke Wetenschappen" in Brussel op de been werden gehouden. Hoe Violet aan dat geld kwam is niet bekend, maar het staat wel vast dat hij agent was van de Franse inlichtingendienst SDECE. Generaal Paul Grossin, die tussen 1958 en 1962 aan het hoofd stond van de SDECE, heeft onlangs verklaard dat Violet vanaf 1958 door de SDECE werd belast met "belangrijke opdrachten in diverse internationale politieke organisaties. Eén van die organisaties was dus duidelijk de "Europese Academie" in Brussel.
Hier komt ook de Nederlander Van den Heuvel in het plaatje. Hij beheert in Den Haag een reeks van instellingen, die zich bewegen op internationaal politiek terrein. Die instellingen zijn gevestigd op het adres Van Stolkweg 10 in Den Haag. Vroeger zat daar ook de Atlantische Commissie, een instituut dat begrip wil kweken voor de NAVO. De huidige directeur van de Atlantische Commissie, R. D. Praaning, heeft aan de Van Stolkweg nog gewerkt in het Oost-West-instituut van Van den Heuvel. De Atlantische Commissie is nu verhuisd en heeft een kantoor in de Alexanderstraat in Den Haag.
Aan de Van Stolkweg is nog wel gevestigd het "Internationale Documentatie- en Informatiecentrum Interdoc", waarvan Van den Heuvel directeur is. Interdoc verzamelt documenten en artikelen over de Oost-West-betrekkingen en stelt die ter beschikking van politieke partijen, dagbladen, vakbonden, studentenorganisaties en andere instituten die zich voor de verhouding tussen Oost en West interesseren. Het instituut is overigens nauwelijks bekend onder mensen uit de hiervoor genoemde groepen.
Aan de Van Stolkweg was eveneens gevestigd het "Centrum voor Europese Veiligheid en Samenwerking", een particulier instituut dat de naleving controleerde van de akkoorden van Helsinki (een belangrijk verdrag tussen Oost en West). Het instituut werd feitelijk geleid door een Amerikaanse onderzoeker, Robert I. Weitzel, en had een zeer goede naam onder politici en wetenschappers van uiteenlopende richtingen.
Het "Centrum voor Europese Veiligheid en samenwerking" was de voortzetting van het voormalige Oost-West-instituut van Van den Heuvel. Het kreeg tot 1982 een jaarlijkse subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken van 50.000 gulden. Niet zoveel, maar een belangrijk bedrag als men bedenkt dat Buitenlandse Zaken jaarlijks 400.000 gulden aan diverse instellingen geeft. Sinds vorig jaar heeft het ministerie "geen verdere middelen beschikbaar" voor het instituut en volgens een woordvoerder van het departement is dat een gevolg van de bezuinigingen. De beslissing kostte de Amerikaan Weitzel zijn baan en volgens bestuursleden van het Centrum voor Europese Veiligheid en Samenwerking, onder wie het PvdA-Kamerlid Harry van den Bergh, moet dat worden betreurd. Weitzel leverde uitstekende prestaties, zo valt vrij algemeen te beluisteren.
BVD-fondsen
Ondertussen blijft het verhaal bestaan dat "Interdoc" en het voormalige "Oost-West-instituut" van Van den Heuvel gefinancierd worden door de BVD. Het verhaal is in 1973 in de wereld geholpen door de Franse journalist Frederic Laurent, die een boek schreef onder de titel "Het Zwarte orkest", over de activiteiten van extreem-rechts in Europa.
Van den Heuvel ontkent het. Hij staat sinds zijn vertrek uit de BVD in 1962 niet meer op de loonlijst, zegt hij. "Ik sta op geen enkele loonlijst, zelfs niet die van Interdoc. Ik had geld van mezelf en daar leef ik van. Bovendien ben ik nu 65 geworden en beschik ik over mijn pensioenen uit de staatsdienst."
Komt het überhaupt voor dat de BVD instellingen financiert? "Nee," zegt een woordvoerder van de Veiligheidsdienst. "Zelfs onze geheime fondsen worden daarvoor niet gebruikt. De geheime fondsen zijn niet geheim voor de minister van Binnenlandse Zaken en de Vaste Kamercommissie voor de Inlichtingendiensten, waarin de leiders van de vier grootste Kamerfracties zitting hebben. Die zouden ongetwijfeld aan de bel trekken als we zoiets zouden doen."
Bij het schrijven van dit artikel werd gebruik gemaakt van gegevens uit "Extreemrechts en de staat," een boek van de Belgische journalist Walter de Bock en anderen, een uitgave van EPO uit Berchem.
Bron: Het vrije volk: democratisch-socialistisch dagblad | Rijk Timmer | 12 Januari 1984
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube