Topic: Tijdlijn: Oefenkampen
De drie bekendste groepen - Front de la Jeunesse, VMO en Westland New Post - hebben op verschillende momenten trainingskampen georganiseerd. Ik vat de belangrijkste hier samen.
Een grote fout is om te denken dat dit nostalgische familiebijeenkomsten zijn. Tijdens het VMO-proces omschrijft de rechtbank de VMO-kampen als volgt:
De oefenkampen van het VMO in Wallonië zijn volgens de rechtbank geen ‘familiekampen’, maar wel degelijk trainingskampen, waar de deelnemers geoefend worden in het marcheren, het bergbeklimmen, het schieten met karabijnen en dergelijke.
Front de la Jeunesse
Volgens Marcel Barbier werden er ‘een tiental oefenkampen in de Ardennen georganiseerd onder leiding van militairen of politiemensen als Tony Dossogne, Robert Thomas en Yves Zimmer. (Brief nummer 10 van Barbier van 20 juni 1986)
15 augustus 1978: domein Francopol in Ster, nabij Francochamps.
Van 21 tot 22 oktober 1978: trainingskamp in domein Francopol in Ster. Georganiseerd door Francis Dossogne. Uit het proces FDLJ: “uit foto’s blijkt dat de beklaagden die op dit kamp aanwezig waren, gehelmd en met lange stokken hebben deelgenomen aan oefeningen die zonder de minste twijfel bestemd waren om private personen te onderrichten in het gebruik van geweld of gebruik van wapens of gewoon tot initiatie in straatsgevechtstechnieken.” De aanwezigen op het kamp droegen vrijwel allemaal een zwarte integraalhelm, droegen een camouflagevest en hadden een koppelriem met het kenteken van het Front de la Jeunessen, het Keltisch Kruis. Op de foto’s ziet men verder een militie in uniform, die inderdaad oefent met lange stokken en die een zwarte vlag met een wit Keltisch Kruis groet. Een aantal deelnemers: Béatrice Bosquet, Daniel Leskens, Jean-Marie Simar, Jean-Marie Claus en Gaston Dossogne.
Mei 1979: Kamp in Jéhonville-Bertrix in Luxemburg. De luchtbasis van Jéhonville is een reservevliegveld van de NAVO. Dit trainingskamp is geweerd uit het proces tegen het Front de la Jeunesse omdat “de beklaagden enkel naar het vliegveld waren gekomen om aan parachutespringen te doen”. De club Golden Eagle is ook gevestigd op dit vliegveld. Didier Mievis: “Er waren zo’n twintig deelnemers. De dagelijkse activiteiten bestonden uit paramilitaire oefeningen. ’s Morgens was er een groet aan de vlag, dat een wit Keltisch kruis droeg. Dan volgden er fysieke oefeningen, voetmarsen, turnen, zelfverdediging. Er waren in de loop van de dag ook politieke toespraken. Het kamp had plaats in Marche-en-Famenne.”
1980: Kolonel Jean Militis organiseerde in 1980 voor de Cercle d’Amitié Paracommando van de provincie Luxemburg een kamp in Corsica in Cap-Corse, helemaal in het noorden van het eiland. Officieel ging het om het voorbereiden van een vakantie voor ernstig mentaal gehandicapte jongeren van zestien à zeventien jaar. De meesten van hen waren gerechtskinderen. De voorbereidingsgroep werd niet samengesteld uit paracommando’s uit de regio, maar met mensen uit heel het land. Het ging om gewezen para’s, rijkswachters en dergelijke meer. Ondermeer Marial Lekeu was hierbij betrokken, samen overigens met Lucien Dislaire. De voorbereidingen mondden uit in strenge militaire trainingen en overlevingstochten onder het bevel van Militis.
VMO
De militaire opleiding van VMO-militanten bestaat hoofdzakelijk uit man-tegen-man-gevechten, klimpartijen en het leren hanteren van vuurwapens. Voor de militaire training wordt in grote mate binnen de VMO gezorgd, niet alleen door militairen en specialisten op de kampen, maar ook door oefenmeesters in de eigen lokalen.
15 juli 1977: VMO-leden Roger Tibbackx, Johan Boumans, Leo Meulepas, Jan Van Cauter, Johan Van Wesemael en Joahen Taeymans trekken op 15 juli 1977 naar de Zuid-Franse Alpen waar ze deelnemen aan een commandokamp ingericht door de Groupes Nationalistes Révolutionnaires de Base (GNR). In de programmafolder voor het kamp worden onder meer vermeld: guerillatechniek, commandotraining, gevechtstechniek en praktische oefeningen in de stad. De oefeningen in guerrillatechniek omvatten onder andere schietoefeningen met geweren.
13 juni 1978: VMO-kamp in La Roche.
Juni 1979: Paramilitair kamp in de bossen van Houffalize, dichtbij La Roche, onder het commando van Bert Eriksson.
2 tot 4 juni 1979: Oefenkamp in de Houffalize. 70 mannen worden er opgemerkt en zij verblijven in Nisramont, waar ze zich oefenen in het werpen van molotovcocktails. Eén en ander gaat gepaard met schietoefeningen. Dit kamp wordt in oktober 1979 onthult door het weekblad Pour. Er werd drie dagen geoefend onder het commando van Bert Eriksson zelf. Er zijn 80 deelnemers, onder wie drie Franse en drie Franstalige Belgische extremisten. De oefeningen bestaan onder andere uit het schieten met twee wapens, het machinepistool MP 44 Schmeisser en de punt 22 FN-karabijn (long rifle). Ook onderwijst Eriksson in het vervaardigen van molotovcocktails. Er worden lange marsen van 80 kilometer gehouden, rivieren doorwaad en rotsen beklommen.
Augustus 1979: VMO neemt deel aan een trainingskamp van de terroristische Wehrsportgruppe Hoffmann (WSG) in de omgeving van de Duitse stad Neurenberg. Tijdens een autocontrole worden VMO-militanten betrapt op het illegaal transport van vuurwapens.
29 September 1979: VMO neemt deel aan een internationaal paramilitair kamp in Nîmes, in het zuiden van Frankrijk.
Westland New post
Op 5 april 1981 zijn er schietoefeningen met riot guns in het Bois de La Houssière door Alain Weykamp, Axelle Van Lierde, Philippe Van Engeland, Jean-Louis Newry en Eric Lammers.