1

Topic: Johan Kercher

Johan Kercher was een Nederlandse zakenman en BIC-inflitrant. Recent schreef forumlid Tiens het volgende over Kercher:

Een belangrijke naam in het gerechtelijk dossier van “de zaak François”. Een van de sleutels tot begin en einde van het zogenaamde ‘dossier van de Bende van Nijvel’.

Hieronder een aantal artikels die het werk en leven van Kercher schetsen. Hij had zowaar zijn eigen "Libanese Connectie":

Arabier bood leningen aan, maar streek alleen maar geld op

Tientallen Nederlandse bedrijven, in een aantal gevallen bijgestaan door advocaten en accountants van naam, zijn de afgelopen zomer het slachtoffer geworden van de praktijken van een in Libanon wonende Jordaniër.

Deze Jordaniër, Hassan A.F. Zubaidi. liet zich ons land enige tijd vertegenwoordigen door de Bredase zakenman J. Kercher. Deze schat dat het Nederlandse bedrijfsleven als gevolg van de activiteiten van Zubaidi 2,5 tot 3 miljoen gulden lichter is gemaakt. Zubaidi liet advertenties in kranten plaatsen, waarbij hij voor Nederlandse bedrijven de mogelijkheid tot lenen van Arabisch geld vanaf één miljoen gulden opende. Wie hierop inging kreeg aanvankelijk van Kercher of de met hem samenwerkende Nederlander G.W. Meendeman de uitnodiging naar Beiroet te komen.

Daar vertelde Zubaidi dat de leningen tegen een rente van iets meer dan 4 procent ter beschikking zouden kunnen worden gesteld. Wel moest echter ƒ 6750 per te lenen miljoen aan de Jordaanse zakenman worden overgemaakt voor risicodekking. Was het bedrag eenmaal overgemaakt dan liet Zubaidi weten dat de lening niet verstrekt kon worden. Toen een aantal bedrijven verzocht de borgsom maar terug te storten, ging Zubaidi daar niet op in. Geen van de bedrijven heeft tot nu toe aangifte willen doen uit respectievelijk overwegingen van schaamte en concurrentie.

Bron: Nieuwsblad van het Noorden | 22 September 1978

Tientallen bedrijven werden slachtoffer van fraude

Tientallen Nederlandse bedrijven, in een aantal gevallen bijgestaan door advocaten en accountants van naam, zijn deze zomer het slachtoffer geworden van de praktijken van een in Libanon wonende Jordaniër. Deze Jordaniër, Hassan A. F. Zubaidi, liet zich in ons land enige tijd vertegenwoordigd door de Bredase zakenman J. Kercher. Deze schat dat het Nederlandse bedrijfsleven als gevolg van de activiteiten van Zubaidi 2,5 tot drie miljoen gulden lichter is gemaakt.

Zubaidi liet advertenties in kranten plaatsen, waarbij hij voor Nederlandse bedrijven de mogelijkheid tot het lenen van Arabisch geld vanaf een miljoen gulden opende. Wie hierop inging, kreeg aanvankelijk via Kercher of de met hem samenwerkende Nederlander G. W. Meendeman de uitnodiging naar Beiroet te komen. Daar vertelde Zubaidi dat de leningen tegen een rente van iets meer dan vier procent ter beschikking zouden kunnen worden gesteld. Wel moest eerst een bedrag van f 6750 per te lenen miljoen aan de Jordaanse zakenman worden overgemaakt, die zei dat hij dat geld nodig had om transferkosten te dekken ingeval de ook gevraagde bankgarantie niet zou voldoen. Was de cautie eenmaal overgemaakt, dan liet Zubaidi weten dat om uiteenlopende redenen de lening niet betaalbaar kon worden gesteld. Toen uiteindelijk een aantal bedrijven vroeg de borgsom maar terug te storten, ging Zubaidi daar niet op in.

Hoeveel bedrijven precies op deze manier geld zijn kwijt geraakt, staat niet vast, maar zeker dertig zakenlieden zijn via een door Kercher aanbevolen reisbureau naar Beiroet vertrokken. Kercher: „Maar het kunnen er best wel meer zijn geweest. Toen in het zakenleven nier eenmaal bekend was dat er in Libanon goedkoop geld kon worden geleend, zijn ook buiten ons om bedrijven naar Zubaidi toegestapt". Ten minste vijf bedrijven zijn voor 200.000 gulden elk het schip ingegaan. Daarnaast zijn andere ondernemingen voor enkele tot vele tienduizenden guldens benadeeld. Het geringste verlies leed de transportondernemer die één miljoen wilde lenen en zo de f 6750 verloor die hij in Beiroet cash aan Zubaidi betaalde.

Een cautie van 200.000 gulden betekent dat de vijf betrokken ondernemingen elk dertig miljoen gulden hebben willen lenen. De schatting van Kercher dat in totaal ten minste 2.5 miljoen naar Zubaidi is overgemaakt, noudt dus in dat het Nederlandse bedrijfsleven tegen de 400 miljoen gulden heeft willen lenen!

Zubaidi heeft in enkele andere landen vergelijkbare transacties ondernomen. In West-Duitsland wordt door justitie geschat dat de Jordaniër ten minste vier miljoen mark op valse gronden heeft weten te bemachtigen. Tegen hem is een aanhoudingsbevel uitgevaardigd door het Amtsgericht in Mannheim. West-Duitsland heeft Libanon de uitlevering van Zubaidi gevraagd, doch zulks is door dat land geweigerd. Men vindt dat er onvoldoende gronden zijn om hem uit te wijzen. Het is bovendien waarschijnlijk, dat Zubaidi ook over een Libanees paspoort beschikt, waardoor uitlevering onmogelijk zou zijn. Naar aanleiding van de Westduitse justitiële activiteiten is Interpol bij de zaak betrokken geraakt. Bij een aantal Nederlandse bedrijven is namens Interpol door plaatselijke politiemensen navraag gedaan, maar justitie beschouwt het onderzoek hier als “slapend", omdat geen van de bedrijven aangifte heeft willen doen.

Dat is op zichzelf niet verbazingwekkend. Veel bedrijven die geld aan Zubaidi zijn kwijtgeraakt, schamen zich omdat van een aantal kanten - onder andere vanuit de Nederlandse ambassade in Beiroet - is geadviseerd nooit met de man in zee te gaan. Bij het ministerie van Economische Zaken bevindt zich bovendien een - negatief - rapport over Zubaidi, waarvan iedere geïnteresseerde zakenman kennis had kunnen nemen.

Ingewijden, onder wie mr. W. H. L. Jurgens van het advocatenkantoor Quarles, Kousemaker en Jurgens in Breda, dat enige weken voor Zubaidi juridisch werk heeft gedaan, vermoeden bovendien dat nogal wat bedrijven de cautie met zwart geld hebben betaald. Verder kan men het uit concurrentieoverwegingen raad- zaam achten, niet te laten weten hoeveel geld men van Zubaidi heeft willen lenen.

Dan is er nog een merkwaardig aspect aan de leningen. Een voorlichter van De Nederlandsche Bank zei ons desgevraagd dat het ingezetenen van ons land alleen met een vergunning is toegestaan om een lehing in het buitenland op te nemen. Deze vergunningen worden over het algemeen niet verleend, behoudens in het geval van een bijzondere internationale situatie, die hem hier echter niet van toepassing leek.

Een andere uitzondering wordt gemaakt, als het om een in het buitenland opgenomen lening gaat, die ook buiten ons land wordt besteed. De gelden worden dan namelijk niet ons land binnengebracht. Wie dat toch doet, overtreedt de bepalingen van de deviezenwet, aldus De Nederlandsche Bank. Dit verklaart dan waarom een aantal ondernemers rekeningen in Zwitserland openden teneinde daar de oliedollars binnen te krijgen.

Bii een vergadering half augustus in net Bredase advocatenkantoor van een twintigtal door Zubaidi gedupeerde bedrijven werd dan ook besloten de zaak buiten de publiciteit te houden. Jurgens: „Maar toch. Dat er nou niemand is die zegt: ik wil dat die vent gepakt wordt. Ik zou me toch wel erg gepakt voelen". Pikant detail in het geheel is, dat enige vooraanstaande Nederlandse firma's met advocaten en accountants van gerenommeerde kantoren naar Beiroet zijn gegaan. Jurgens: „Daar kregen ze dan een toch wel erg mager contract onder ogen. Dat hebben wij ook altijd gezegd. Maar dan werden we toch opgebeld dat we zo gauw mogelijk de zaak in orde moesten maken. Er zijn advocaten geweest die hun cliënt met klem hebben geadviseerd de lening te sluiten. Bekende Nederlandse advocaten. Dat is uiterst pijnlijk, hoor".

Bron: Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland | 22 September 1978

Miljoenen uit Beiroet kwamen nooit - Sprookje eindigde in flinke kater

“Het kan zijn dat we in juni goede business gaan doen". Dat zei de Bredase handelaar in postzegels J. Kercher in mei van dit jaar tegen manager Peeters van'het kantoor van reisbureau Holland International in Breda. Peeters kende Kercher al jaren. Regelmatig moest zijn klant naar het Midden-Oosten. Prompt werd altijd betaald. De twee waren goede relaties geworden. Peeters: "En daarom gunde hij mii die reizen naar Beiroet. Daarom adviseerde hij die bedrijven via ons de reis te regelen".

Kercher had op zijn reizen naar Arabische landen de van oorsprong Jordaanse zakenman Hassan Zubaidi (45) leren kennen als een goede afnemer van zijn postzegels. Kercher: "Nooit moeilijkheden met Betalen of zo. Dat liep altijd gesmeerd". Toen Zubaidi hem, en hun beider zakenrelatie G. W. Meendeman, zei een aantrekkelijk voorstel te hebben, was Kercher een en al oor. Zubaidi vertelde dat hij als bemiddelaar kon optreden voor schatrijke Arabische oliesjeiks, die hun geld in het Nederlandse bedrijfsleven wilden investeren.

Dat wilden ze doen door leningen te verstrekken. Grote leningen, tegen een lage rente. Kercher en Meendeman moesten dat in ons land van de grond zien te krijgen. Zubaidi zou Kercher in ruil in contact brengen met een aantal sjeiks uit Saoedi- Arabië, die een deel van hun onafzienbare schatten wel in postzegels wilden beleggen.

Kercher: "Het klonk echt heel goed. Hij zei dat ze in postzegels wilden investeren, omdat dat een van de laatste beleggingsmogelijkheden voor hen was. In diamant wilden ze niet beleggen, gezien de politieke situatie in Zuid-Afrika. Ze waren bang dat dat niet stabiel genoeg voor hen was, zei Zubaidi".

Advertentie

Kercher en Meendeman waren in zaken. Een advertentie werd opgesteld, die 9 juni in een paar landelijke kranten verscheen. Die annonce liet weten dat „een financiële Arabische instelling, gevestigd in het Midden-Oosten, bedragen ter beschikking" stelde "in de vorm van leningen aan of deelname in bedrijven, tegen gunstige voorwaarden".

Reacties moesten naar een adres in het Utrechtse Houten worden gestuurd. Kercher: "Daar zat een kennis van mij met zijn bedrijf. Daar kregen we een Kantoortje, want ik kon toch moeilijk alles via mijn eigen huis laten lopen". Reacties kwamen er genoeg. Heel wat bedrijven waren vol interesse voor de Arabische oliemiljoenen. Ze stuurden neven waarin ze hun plannen uiteen setten, foldertjes insloten en snel een reactie vroegen.

Die kregen ze. Al gauw kwam van "Middle East Loans" - Kercher: "Een fantasienaam, in vijf seconden bedacht" - een brief waarin stond dat Zubaidi Trading Company in Beiroet Positief tegenover de aanvraag stond. Daaraan gekoppeld was het verzoek, zo spoedig mogelijk, "liefst in overleg met ons, naar Beiroet te gaan. Verder werd de ondernemers verteld dat het zeer op Prijs zou worden gesteld, indien de reis zou worden geboekt bij Holland International in Breda, en wel via de heer Peeters daar.

Druk

Al gauw werd het op dit kantoor behoorlijk druk door de vele aanvragen van zakenmensen die naar het Midden-Oosten wilden afreizen. Peeters: "Alles moest altijd snel, vaak op het laatste moment. We moesten een paar keer de tickets op Schiphol klaar leggen om ze op tijd te kunnen laten vertrekken".

Inmiddels had Peeters een formuliertje laten drukken, waarop stond wat men precies moest doen om een visum voor Libanon te krijgen. Dat was eenvoudig: eerst even bij de Nederlandse ambassade in Brussel een aanbevelingsbrief halen, die werd afgegeven op vertoon van een paspoort, en dan daarmee naar de Libanese ambassade in de Belgische hoofdstad, om het visum te halen. Kwestie van een uurtje. De eerste groep avonturiers vertrok op 17 juni. Eersteklas retour Beiroet, kosten 3800 gulden.

Peeters: "Velen zijn eersteklas gegaan. Op verzoek van Meendeman, die zei dat dat indruk maakte bij de Arabieren". In Beiroet stonden de mannen van Zubaidi al te wachten. Een transportondernemer: "Er stonden van die grote gangsterauto's klaar. Zubaidi moet daar in Beiroet wel iets te vertellen hebben, want we konden zo overal doorheen, langs alle wachtposten".

Zubaidi bleek in een kantoortje te resideren. Om dat kantoor heen, op de trappen, bij de deur, overal stonden mannen met machinespistolen, Zubaidi's eigen lijfwacht, tien man sterk. Zon bodyguard is in Libanon overigens volstrekt normaal en heeft onder meer te maken met de angst voor kidnappingen.

Welcome

Een zakenman die later in juni een reis maakte: "Je moest eerst wachten, en dan werd je zijn kamer binnen geloodst. Daar zat hij, een grote, dikke Arabier die je heel doordringend aankeek". Zubaidi opende dan in de regel het gesprek met: "You are welcome". "En dan begon je. Je legde uit wat je wilde, wat je plannen waren. Hij luisterde en vroeg: hoeveel heb je nodig, en dan zei hij een voorlopige overeenkomst te willen sluiten tot hij de zekerheid had dat hij het geld ook weer terug zou krijgen. De leningen die Zubaidi zei te willen verstrekken, werden allemaal op dezelfde basis gegeven: jaarlijks moest negen procent van het te lenen bedrag worden afbetaald aan rente plus aflossing, en dat vijftien jaar lang. Het kwam erop neer dat aan rente iets meer dan vier procent moest worden betaald, vergeleken met de in Nederland gebruikelijke rentepercentages muziek in de oren van de nu sterk hun voordeel ruikende ondernemers.

Een zakenman: "Hij kon ook uitleggen hoe dat zo kwam. Hij zei dat dat geld nu vast stond op Zwitserse bankrekeningen. De banken daar hanteren boeterentes, en die konden dan worden voorkomen door het geld over te hevelen naar Nederlandse bedrijven, die in plaats van zoveel procent boeterente, zoveel procent rendement opleverden".

Zubaidi vertelde erbij dat het niet om zijn eigen geld ging. Hij stelde zich voor als bemiddelaar voor schatrijke oliesjeiks die hun dollars een veilig onderkomen wilden bezorgen. En dan was er nog een kleinigheid. Dat bedragje van 6750 gulden per te lenen miljoen, dat hij als een soort cautie wilde hebben, voor het geval de gevraagde bankgarantie er niet door zou komen. Een soort garantie dus, vooraf te voldoen. Zoiets is in westerse landen in het zakenleven niet erg gebruikelijk, maar dit was een Arabier en die hanteerde andere normen. Slechts enkelen kregen wantrouwen.

Ambassade

Kercher: "Ik heb zelf een paar mensen geadviseerd eens met de Nederlandse ambassade contact op te nemen". De ambassade liet aan duidelijkheid niets te wensen over en zei de vier of vijf zakenmensen die kwamen informeren: „Pas op. doe het niet. Wij raden het af". Aan de andere kant van de balans zat echter Zubaidi. met zijn kantoor vol ratelende telexen, laden met opschriften "Engeland. Zwitserland". Zubaidi met zijn uitstekende contacten. Zubaidi, van wie bekend is dat hij Westduitse zakenlieden introduceerde bij de Libanese premier Selim al Hoss, Zubaidi die zei een cementfabriek en veertig tankers te hebben, die achteloos een koffer met hypotheekaktes in zijn kantoor liet slingeren. Des avonds nodigde de Jordaanse zakenman zijn pas verworven Hollandse vrienden uit voor een dinertje bij hem thuis. De transportondernemer: "Hij woonde in een flat. We werden weer met die gangsterwagens van ons hotel gehaald en naar hem toegebracht. Je zag hem van buiten in zijn witte kostuum over de railing hangen".

Binnen: het feestmaal, bereid door een restaurant en opgediend door Zubaidi's bodyguards. "Hartstikke leuk was dat. Er kwam op een gegeven moment een hele geit binnen. Hij klauwde er stukken vlees van af, en dat kreeg je dan op je bord. Nou ja, 's lands wijs, 's lands eer, dus je doet eraan mee", zegt de transportondernemer, die van het etentje een fikse darmstoornis overhield.

Foto's

Het was echt gezellig. Zubaidi zei doorlopend: “You are my friend". Over en weer werden foto's gemaakt. "Je had erbij die erop stonden met Meendeman op de foto te Komen", herinnert zich een van de maaltijdgangers. Tien uur in de avond was het feest afgelopen en reden de Amerikaanse sleeën weer voor om de heren naar hun hotel te brengen, in alle gevallen het Rodin-hotel. Eén dag later aanvaardden de zakenlieden dan weer de terugreis, met in hun zak Zubaidi's verzoek om binnen tien dagen de cautie over te maken.

De Jordaanse zakenman had inmiddels het advocatenkantoor Quarles, Kousemaker en Jurgens te Breda in de arm genomen. Mr. W. G. A. Kousemaker, die landelijke bekendheid kreeg door de processen tegen de Molukse treinkapers, vertelt wat er precies van het kantoor werd verlangd. "Zubaidi zei dat hij van de mensen die geld wilden, zekerheden wilde hebben. Wij lieten die zekerheden door een accountantskantoor nagaan en beoordeelden die vervolgens op hun juridische merites". Zijn partner mr. W. H. L. Jurgens benadrukt dat het contract om geld te lenen in vele gevallen al rond was. "Wij bemoeiden ons niet met het geld dat op de rekening van Zubaidi moest worden gestort. Dat was onze taak ook niet". Slechts in een paar gevallen heeft het Bredase advocatenkantoor de gevraagde zekerheden laten uitzoeken, aldus mr. Jurgens. "Er waren mensen hier die het nadrukkelijk vroegen, omdat ze graag gauw over het geld wilden beschikken. Dat deden we dan, en we stuurden een telexbericht met de gegevens naar Beiroet".

Contracten

Het advocatenkantoor verkeerde tot dan toe in de veronderstelling dat pas na het verkrijgen van de zekerheden, Zubaidi het haastig in Beiroet opgestelde voorlopige contract zou omzetten in een definitief contract. Later bleek dat dat niet zo was. "Eind juli stelden wij vast dat hij rechtstreeks zaken afhandelde en zo maar contracten gaf", aldus mr. Kousemaker.

De twee advocaten bezochten begin juli (Jurgens: "Toen alles nog rozegeur en maneschijn was") hun cliënt in Libanon. "Het is natuurlijk anders zaken doen in Arabische landen. Je krijgt daar steeds het antwoord dat ie wilt horen. Maar na het bezoek hadden wij geen reden om te denken: dit is een zwendelaar".

Rond dezelfde tijd was het in Beiroet een komen en gaan geworden van Nederlandse zakenlieden. Kercher: "Ik weet niet eens hoeveel dat er wel zijn geweest. Sommigen gingen via ons, anderen regelden het zelf Die hadden het van relaties gehoord. Er zijn mensen geweest die met hun eigen privévliegtuig afreisden".

In vele gevallen werd vlot de cautie betaald. Dat was de manier waarop bijvoorbeeld een Almelose fabrikant in de voedingsmiddelensector 50.000 gulden kwijtraakte, een kraanbedrijf twee ton, een Rotterdams reisbureau anderhalve ton. Hoe ongelofelijk het ook klinkt: de meesten waren op de hoogte van de risico's die ze namen. Jurgens: "Ik heb er een gesproken die zei: het is 6750 op een miljoen. Ik loop dus een risico van 0,6 procent. Dat neem ik gelijk".

Tekenen

Niet alleen de Nederlandse ambassade sprak waarschuwende woorden. Er kwamen meer tekenen. Jurgens: "Een van de contractanten had van Zubaidi gehoord dat hij connecties had met een bepaalde Zwitserse bank. Hij ging dat na, en de bank zei: nooit van die man gehoord". "Toen we dat later aan Zubaidi vertelden, zei hij: haha, dat doen Zwitserse banken nooit. Bovendien ben ik commissionair, dus mijn naam is daar niet bekend. Dat klonk vertrouwenwekkend".

Wanneer wenl voer het eerst ontdekt dat er iets niet klopte? Rond eind juli. Eerder, half juli, zou Zubaidi de eerste bedragen betaalbaar stellen. Hij vroeg echter om uitstel tot het eind van die maand, vanwege de op dat moment escalerende burgeroorlog in Libanon. Jurgens: "ledereen zei: akkoord. Zubaidi zei dat hij aan wie niet wilde wachten, de borgsom wel wilde terugbetalen, maar niemand vroeg daarom. ledereen had toen nog meer dan vijftig procent vertrouwen". Dat vertrouwen slonk al snel, en drastisch. Zubaidi liet ineens weten dat hij het geld alleen wilde betalen als hii een vergunning van de Nederlandsche Bank voor de invoer van dat geld kon zien. Dat stond niet in het contract, maar Zubaidi stond erop.

Bovendien was, omdat de transacties via Zwitserse banken liepen, zon vergunning helemaal niet nodig. Als Zubaidi dat als antwoord kreeg, telexte hij direct terug. Jurgens: "Wat deed-ie - en dat is hoogst crimineel - hij zei: binnen 24 uur moet ik het nummer van de vergunning hebben, anders verbreek ik net contract en is de verantwoordelijkheid voor u". Een etmaal later kwam de telex: „De tijd is om, het contract is verbroken". Jurgens: "En wie dan weer contact met hem opnam, kreeg te horen: Ik praat niet met u, want het contract is verbroken. Daarop hebben wij Zubaidi gemeld dat hier juridisch niets van klopte, dat dat niet te verantwoorden was, maar hij reageerde helemaal niet. Toen hebben wij de activiteiten voor hem gestopt".

Geen geld

Geen geld dus voor de ondernemers, die even dachten dat er een sprookje uit duizend-en-een-nacht bewaarheid zou worden. Veel telefoontjes voor Peeters, van het reisbureau. "De eerste was een man uit Leeuwarden, die me zei: we zijn belazerd. Daarna belden nog meer mensen, meestal om te vragen waar Kercher zat, want die zagen ze ervoor aan". Het reisbureau heeft aan het Libanese avontuur een strop van enkele tienduizenden guldens overgehouden: een paar zakenmensen wilden, toen alles uitkwam, hun reis niet betalen.
Op 11 augustus werd er in het kantoor van Quarles, Kousemaker en Jurfens een vergadering gehouden waarij een deel van de in de Libanese boot genomen zakenlieden aanwezig was. Jurgens zette daarin de positie van het kantoor uiteen en zei dat het kantoor niet meer voor Zubaidi optrad. "Daarop heb ik gezegd: Wat u verder doet, is niet mijn zaak, dus ik verlaat de zaal".

Veel was er voor de ondernemers ook niet meer te doen. Enkelen van hen hebben hun toevlucht gezocht tot een advocaat in Soest, die beziet of er nog iets te redden valt. De indruk is evenwel gerechtvaardigd dat de meesten van de gedupeerden hebben besloten het er maar bij te laten zitten. Ondernemersrisico heet zoiets.

Hoe voelen de mensen die voor Zubaidi optraden zich nu? Jurgens: "Ik vind dat wii met opgeheven hoofd het strijdperk hebben Kunnen verlaten. Onze rol is in feite een passieve geweest. Als wij potentiële klanten hadden overgehaald, zou het een andere zaak zijn geweest, maar dat hebben wè niet gedaan. Ik voel geen schuld".

Geen cent wijzer

Peeters: "Persoonlijk, als mens, vind ik dit erg. Als ik dit allemaal geweten had, was geen enkele Nederlandse firma naar Beiroet gegaan. En dat wil ik heel nadrukkelijk onderstrepen: wij zijn er geen cent wijzer van geworden, integendeel. Bij God dat we er geen cent wijzer van zijn geworden". Kercher: "Nee, ik voel me niet moreel schuldig. Ik heb met iedereen meegeleefd. Ik ben nog voor sommigen naar andere mogelijkheden gaan zoeken. De mensen hebben zelf die contracten afgesloten, niet op mijn aandrang, en waarom ook? Ik heb geen provisie of iets van dien aard gehad. Ik ben degene geweest die heeft geadviseerd met de Nederlandse ambassade contact op te nemen, later heb ik mensen ook gewaarschuwd. Aanvankelijk had ik geen wantrouwen, nee, want met de postzegelhandel was hij altijd eerlijk geweest. Ook ik ben erin getuind. Met open ogen ook, maar dat zijn die advocaten en die accountants van die grote bedrijven - want er zaten hele grote tussen - ook".

Kerchers partner Meendeman is inmiddels uit het gezichtsveld verdwenen. Kercher - druk pratend en gebarend, een bijna jongensachtige indruk makend: "We zijn door die hele zaak uit elkaar gegaan. Ik weet niet eens waar hij is". De Bredase postzegelhandelaar vermoedde begin deze maand dat Meendeman nog in Libanon zat. Hij telexte naar Zubaidi: Zit-ie nog bij jou? Zubaidi telexte terug: Nee, Meendeman heeft inmiddels Libanon verlaten. Kercher: "Maar toen belde een klant naar Zubaidi, en daar kreeg hij Meendeman aan de lijn. Dat vertelde hij me. Dus ik weer naar Zubaidi telexen: Hij zit toch in Libanon, nietwaar." Zubaidi's antwoord was onheilspellend. Kercher pakt een dossiermap en laai ons de telex van de Jordaanse zakenman zien. Er staat: "Denk niet dat je te eer bent om te bereiken. .Je bent binnen mijn handbereik, of je nu in Holland bent of ergens anders. Of je nu in Beiroet of elders verblijft, voor mij is dat hetzelfde.

Bron: Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland | 22 September 1978

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

2

Re: Johan Kercher

En een jaar later kwam hij weer in de krant met een bedrijf dat gericht is op het Midden-Oosten:

Tentoonstelling voor arabische zakenlieden

Koopkrachtige Arabische zakenlieden die uit Nederland of andere landen in Europa willen importeren kunnen binnenkort in het Brabantse Etten-Leur gaan kijken of er iets van hun gading te vinden is. In een gloednieuw gebouw wordt een permanente tentoonstelling gehouden van producten die exportbewuste fabrikanten onder de aandacht van het Arabische publiek willen brengen. Initiatiefnemer is de Koeweiti uitgever en zakenman Achmed Jarallah, wiens beroep en hobby het is de handelsstroom tussen Europa en het Middenoosten te vergroten.

De zaken in Nederland Staan onder de hoede van Arab Media and Middle East Agencies in Prinsenbeek bij Breda, waarvan Jarallah de meerderheid van de aandelen in handen heeft Directeur van Arab Media is export-veteraan John Kercher, die het initiatief als volgt verklaart: “Steeds meer Arabieren kiezen Nederland als vertrekpunt voor hun Europese toernee. Daarom willen we hun hier al een expositie voortzetten van producten die voor het Midden-Oosten interessant kunnen zijn. Veel fabrikanten hebben om die reden expositieruimte bij ons gehuurd. Wij zorgen ervoor dat ze op Schiphol worden opgevangen en hun weg naar Etten-Leur weten te vinden. Dat zal niet veel moeite kosten want de organisatie van Jarallah zorgt in het MiddenOosten voor een permanente voorbereiding van dit soort bezoeken.”

Deze organisatie bestrijkt met haar publicaties alle landen van het Arabisch schiereiland en is verder de uitgeefster van het Arabisch Jaarboek, dat het best kan worden omschreven als de Gele Gids voor het Midden-Oosten. Daarnaast verleent Seyassah allerlei diensten aan westerse zakenlieden die in de Arabische wereld willen verkopen. Die dienstverlening varieert van kantoorhulp tot het leggen van contacten met de autoriteiten die besluiten kunnen nemen. Vraag en aanbod Kercher: “Al geruime tijd doen wij voor Seyassah de exportbemiddeling in Nederland. Bij ons komen vraag en aanbod samen. Als iemand zaken wil doen met het Midden-Oosten doen wij via de Seyassah-organisatie eerst een marktonderzoek in het Midden-Oosten. Dat gebeurt gratis. Pas als er belangstelling is voor het product bieden wij onze cliënten pas betaalde bemiddeling voor export aan. De reacties uit de Arabische wereld zijn enorm, dankzij het feit dat een Arabische firma als Seyassah de zaken in het Midden-Oosten overneemt Die hebben daar een geweldige naam en dito vertrouwen Vandaar dat we nu ai menige Nederlandse zakenman aan exportorders hebben kunnen helpen.”

Het tentoonstellingsgebouw in Etten-Leur is vooral bedoeld om de reizende zakenman uit de Arabische wereld in zo kort mogelijk bestek een indruk te geven van wie wat in het Midden-Oosten wil gaan verkopen. “En”, zegt Kercher, “de vraag is daar nog steeds vrijwel ongelimiteerd.”

Bron: Algemeen Dagblad | 16 Oktober 1979

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

3

Re: Johan Kercher

Goed opzoekingswerk Ben! En dit is nog maar het topje van de ijsberg.

Re: Johan Kercher

En, wat hebben we nu 'precies' opgelost met dat goede opzoekingswerk?

5

Re: Johan Kercher

Dat vraag ik me ook af. smile Maar 'Tiens' lijkt meer te weten dus ik hoop dat hij mee helpt om de volledige "ijsberg" te reconstrueren.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

Re: Johan Kercher

Ijskap smelt.

7

Re: Johan Kercher

Rijkswachtcommandant Leon François van het Nationaal Drugs Bureau kwam in 1974 in de drugshandel terecht nadat hij 1,5 kilo cocaïne had gekocht van Jean Touboul, een Franse zigeuner uit Halluin die werkte voor de Mossad. Die cocaïne bleek aanzienlijk versneden. De generale staf van de Rijkswacht had François een voorschot van 1,7 miljoen frank (zo'n 42.000 euro) gegeven om de cocaïne aan te kopen en eiste nu haar geld terug. De commandant zag zich verplicht dit bedrag via drugssmokkel te verdienen. Hierdoor werd de kat bij de melk gezet, want enkele leden van het Nationaal Drugs Bureau, zoals Cammerman en Deckers, roken hun kans op fors geldgewin.

Men deed beroep op de Nederlandse drugstrafikant Johan Kercher om het milieu te infiltreren. Kercher was door enkele corrupte BIC-agenten zoals Clonen en Declercq aanbevolen om de drugsdeals met de Libanese falangisten te vergemakkelijken en hij stond toevallig ook op de loonlijst van de Mossad. In Beiroet had hij een unieke postzegelverzameling verkocht aan de Palestijnse zakenman Hassan Zubaidi en hierdoor zijn vertrouwen gewonnen. Zubaidi was een belangrijke financier van de PLO. De informatie die Kercher over hem verzamelde, bleek van groot nut voor Israël. Zowel de CIA als de Mossad kreeg zo vaste voet bij de twee Belgische geheime politiediensten en maakten er op een perfide manier gebruik van om wapens en drugs te verhandelen.

Bron: De bende van Nijvel en de CIA | Guy Bouten

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

Re: Johan Kercher

Die Touboul komt net als Farcy uit Halluin? (Ligt vlak tegen Menen). Het komt natuurlijk van Bouten, waar grens tussen fictie en non-fictie niet altijd even duidelijk is.

9

Re: Johan Kercher

Nog wat meer informatie over de rol van Kercher. Het is me wel nog steeds niet duidelijk waarom hij wordt omschreven als "een van de sleutels tot begin en einde van het zogenaamde ‘dossier van de Bende van Nijvel’".

(...) Woensdagavond vrij laat, zijn speurders van de Brusselse BOB, uit Nederland teruggekeerd. Daar zochten ze naar nieuwe feiten, in verband met de drugssmokkel waarbij het nationaal Drugbureau van de rijkswacht, alsmede de Kriminele Informatie [BIC] begin vorig jaar fel in opspraak is gekomen.

In Nederland pleegde de onderzoekscommissie dagenlang overleg met Nederlandse rechercheurs, onder wie sommigen de Belg Jozef Vienne in Pakistan ondervroegen. Eigenlijk lag het in de bedoeling de Nederlander Johan Kercher aan de tand te voelen, maar de rijkswachters kregen hem van oren noch pluimen te zien. John Kercher is de koerier die op de parking van het vliegveld te Zaventem de drugs in handen kreeg van een valse douanier, van wie men weet dat het om een betichte rijkswachter gaat.

Diezelfde Kercher is reeds, voordat het schandaal van het drugbureau van de rijkswacht aan het licht kwam, door een hoger officier van de rijkswachtstaf te Brussel ondervraagd. Men beweert zelfs dat dit op eigen houtje gebeurde, wat in gerechtelijke kringen te Brussel niet op prijs wordt gesteld. Over de rogatoire commissie van de rijkswacht naar Nederland lekt niets uit.

Bron: Gazet van Antwerpen | 15 Mei 1981

(…) Van de voorzitter werd eveneens vernomen dat BIC-inspecteur André Deckers en rijkswachtonderofficier WIlly Dekuyper een vijftal kg. Hasj aan tipgever en drugsmokkelaar Kercher overhandigden. Deze was immers erg nerveus geworden dat de zendingen van 66 kg en 93 kg hasj door toedoen van commandant François hem werden geweigerd.

Op 9 mei 1978 vond een zending plaats vanuit Beiroet van vijf kisten schijnbaar gevuld met uien. Kercher verklaarde 150.000 fr. in deze zending te hebben geïnvesteerd want hij dacht dat er ook drugs bij gemoeid waren. Dekuyper was derhalve de mening toegedaan dat de kisten inderdaad drugs bevatten en de kisten werden naar het spoorwegstation van Schaarbeek verzonden en daar aan een grondige controle onderworpen. Er werden toen helemaal geen drugs in aangetroffen, wat betekende dat Kercher was beetgenomen.

Mr. Eric Vergauwen liet dan opmerken dat zijn client, commandant François i.v.m. de verzendingen een vals verslag opmaakte dat bestemd was voor drughandelaar Kercher. Het ging om een verslag dat o.m. verwees naar het parket te Brussel. Substituut Cornelis kwam dan tussenbeide met de opmerking dat het verslag alleszins vals was, ook al was het bestemd voor een drughandelaar.

Bron: Gazet van Antwerpen | 21 januari 1982

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

10

Re: Johan Kercher

Ben wrote:

Nog wat meer informatie over de rol van Kercher. Het is me wel nog steeds niet duidelijk waarom hij wordt omschreven als "een van de sleutels tot begin en einde van het zogenaamde ‘dossier van de Bende van Nijvel’".

De top van de rijkswacht heeft alles uit de kast getrokken en erin gelaten opdat op het proces François enkel de feiten tot 1975 berecht zouden worden. Wat hen gelukt is, herlees de akte van beschuldiging bv eens.

Majoor en later kolonel Hasaert-Johan Kercher. Verder dan die naam zal niemand ooit geraken. Toen niet, gisteren niet, vandaag niet en morgen ook niet.

Deze beproefde tactiek herhaalde zich nog verschillende keren. Zo ook met een dossier dat de naam 'de Bende van Nijvel' kreeg door de media. Ook hier is het van vitaal belang dat bepaalde dossiers nooit aan dat dossier gekoppeld werden en worden.
Dat is bv ook de reden dat de heterogene Delta-cel in - ik gebruik bewust een andere term - in diskrediet moest gebracht worden.

Er zijn maar 2 groepen mensen die bovenstaande niet willen of niet kunnen aanvaarden. De ongenaakbaren die zich denkend veilig achter hun scherm jan en alleman onbestraft te kunnen mogen schofferen (zoals bv 'Rebecca-Instagram'-affaire laatst), simpelweg omdat hun dat een genot bezorgd. Je merkt dat ook op andere fora.

En zij die directe band hebben met verschillende misdadigers, daarom zelfs nog niet eens rechtstreeks verbonden aan de feiten die al dan niet toegeschreven worden aan de 'Bende van Nijvel' maar ook onrechtstreeks ermee in verband gebracht worden.
Verschillende van hen zitten ook hier online alles mee te lezen, het tegendeel zou pas raar geweest zijn.