“Absoluut onwaar. Ik heb nooit drugs verhandeld tout court. Haemers kende ik alleen van naam, iedereen in de gangsterwereld kende die naam.”
Bron: Philippe De Staerke in een interview in Het Nieuwsblad | 13 april 2019
In het strafregister van Philippe de Staerke zijn verschillende drugs-gerelateerde feiten terug te vinden. Voornameijk met heroïne.
Philippe De Staerke had financiële belangen in enkele nachtclubs, zoals Sleepy Lagoon. Deze privé-clubs waren een thuishaven voor verscheidene misdadigers, corrupte zakenmannen en politici. Naast een aandeel in nachtclubs handelde De Staerke ook in drugs. In Brussel zijn er straten waarvan de drugsdistributie volledig in handen was van De Staerke. Bijvoorbeeld de Charleroisesteenweg die uitkomt op de Louizalaan, de plaats waar onder meer gangster Patrick Haemers een nachtclub uitbaatte in dienst van z'n vader Achille Haemers.
De blonde reus Patrick Haemers woonde er met Denise Tyack in een afgelegen villaatje. Verderop verbleef drugs-groothandelaar'dikke' Marcel Castris tot hij gearresteerd werd nadat hij bij de politie van Dilbeek aan de haal ging met de inhoud van de wapenkast. De hele Brusselse afdeling van de bende van Albert 'Bruno' Farcy, volgens rijkswachtrapporten uit die tijd de koning van de Belgisch-Franse onderwereld, werd ingerekend bij een prostituee die in de straat van vader Henri de Staerke woonde.' (Hilde Geens in Beetgenomen)
Overigens papa Henri De Staerke heeft ook een uitgebreid strafregister. Zo werd hij in oa in 1952 veroordeeld tot 7 jaar gevangenis wegens vele diefstallen en overvallen (oa bij firma's in Anderlecht en Vorst) en in 1954 werd hij samen met zijn echtgenote veroordeeld tot 18 maanden wegens de heling van de buit van een roofoverval op een firma in Lot.
Dat bevestigde ook Léopold van Esbroeck:
"Officieel handelde hij (Henri De Staerke) in oud ijzer en andere dingen en stond hij in Brussel op de vlooienmarkt. Minder officieel was hij een heler. Hij kocht vooral juwelen en antiek die ‘van de camion waren gevallen. Hij was heel bekend in de Brusselse kleine criminaliteit. Hij kocht van gauwdieven en inbrekers. Als je iets nodig had dat moeilijk te vinden was, moest je bij hem zijn. Henri De Staerke kwam veel in de buurt van het Zuidstation, in het cafe van Giovanni in de Merodestraat, waar ik en al die andere kleine dieven en een pak goedkope prostituees rondhingen. Daar kon je gestolen cheques verkopen en je wapens en van die zaken aanschaffen, alsof je een warenhuis binnenliep voor je wekelijkse inkopen. (...)
En dan begon hij verhalen te vertellen over vroeger, toen hij in het leger zat en wapens uit het depot pikte en verkocht. Bij de De Staerkes begon iedereen al vroeg aan zijn carrière te bouwen."