Topic: Sint-Gillis: 19 Juli 1970
In de nacht van zaterdag 18 op zondag 19 juli 1970 werd de 69-jarige reisagent Emiel Vranckx vermoord. Hij woonde in de Jean Volderslaan 6 te Sint-Gillis, op hetzelfde adres had hij ook zijn reisbureau.
De politie van Sint-Gillis kreeg zondagochtend, 19 juli, een anoniem telefoontje om te melden dat “Monsieur Miami gedood was”. Tegen 9u30 was de politie ter plaatse en moesten ze de ruit van de toegangsdeur breken om binnen te geraken in het kantoor van Emiel Vranckx. Hij stond in de buurt bekend onder de naam van zijn reisbureau: “Miami”. Achter de toonbank vond de politie het stoffelijk overschot van de man, badend in het bloed.
Het slachtoffer werd het laatst gezien door zijn buurman, een Griek, die in het nummer 4 een winkel had en die zaterdagavond omstreeks 22u nog praatte met “Mijnheer Miami”. De man zei toen dat hij vier reizen had volgeboekt voor zondag, dat hij vermoeid was en ging slapen.
Het slachtoffer woonde op de benedenverdieping van het nr. 6, een gebouw waarvan de vier verdiepingen aan andere personen werden verhuurd. De Griekse buurman had het wel eigenaardig gevonden dat er nog licht brandde in het reisbureau toen hij omstreeks 1u ’s nachts teruggekomen was van de pas geopende Brusselse foor. De volgende ochtend brandde er geen licht meer in het reisbureau en zag de Griek zijn buurman niet, wat hij opvallend vond omdat hij meestal in het deurgat van zijn reisbureau stond. Hieruit concludeerde de politie dat de man vermoord werd in de loop van de nacht van zaterdag op zondag.
Toen de politie binnen kwam in het reisbureau ontdekten ze dat het lichaam van de man achter de toonbank was gesleept en gedeeltelijk met een gordijn was bedekt. De moord zelf had plaatsgevonden achter de toegangsdeur. Daar werden immers grote bloedvlekken teruggevonden, veroorzaakt door het inslaan van de schedel van de reisagent.
Het stoffelijk overschot vertoonde drie kleine wonden, twee in de borst en één in de buik. Tijdens de eerste autopsie werden geen kogels gevonden in het lichaam. Daardoor werd aangenomen dat de wonden, die 10 tot 12 cm diep waren, werden toegebracht met een priem of een schroevendraaier.
In november 1973 werd het dossier afgesloten maar in februari 1974 kreeg de BOB van Brussel een brief die door Jean Caporale vanuit de gevangenis werd verstuurd en waarin hij meldde dat de moordenaar een zekere Luc Sibille was, een 29-jarige barman uit Waterloo. Deze brief was het gevolg van een ruzie die ontstaan was tussen de bendeleden van de beruchte bende van Jules Caporale.
Vanwege de brief van Jean Caporale besliste substituut Deprêtre om een nieuwe autopsie uit te voeren op het lichaam van Emiel Vranckx. Door die nieuwe lijkschouwing ontdekte men dat er drie projectielen in het lichaam zaten. Het ging telkens om erg kleine kogels, afgevuurd met een .22 long rifle. Het slachtoffer vertoonde ook een gapende wonde aan het hoofd, vermoedelijk het gevolg van een kolfslag.
Buit
Een klein alarmpistool
Een hoeveelheid fiscale zegels
Een aantal prospectussen
De portefeuille en sleutels van het slachtoffer
Een goed verborgen soms van 23.000 fr. werd door de moordenaars niet gevonden.
Proces
In oktober 1979 was er het assisenproces. Jean Caporale werd als aanstichter van de moord veroordeeld tot de doodstraf. Luc Sibille, de moordenaar van Emiel Vranckx, kreeg levenslange dwangarbeid. De twee andere mededaders, Jean Leclercq een Alain Gerils, konden niet veroordeeld worden omdat hun feiten verjaard waren.
Tijdens het proces kwam aan het licht dat Luc Sibille na de moord aan de vriendin van Jean Caporale vertelde dat "het slachtoffer maar niet wilde sterven", zelfs nadat hij zesmaal had geschoten [met een .22 long rifle], zodat hij hem de schedel had moeten inslaan.
Het was tijdens dit proces dat Jean Caporale vroeg om verdedigd te worden door Heinrich Toumaniantz, wat niet aanvaard werd. (*) De andere advocaten van de betichten waren onder andere Xavier Magnée, Michel Graindorge, Michel Delacroix en Ronald Rossignol.
(*) Toumaniantz mocht geen advocaat zijn, maar hij werd wel opgeroepen als getuige tijdens het proces:
Laatste getuige was Toumaniantz. Wegens een reeks overvallen werd die enkele jaren geleden tot tien jaar cel veroordeeld, maar hij behaalde in de gevangenis het diploma van licentiaat in de rechten. Hij was door Caporale ontboden in verband met het proces van 1972 waarin hij volgens zijn verklaringen ten onrechte zou zijn veroordeeld. De uitlatingen van de getuige gaven echter aanleiding tot een reeks incidenten met voorzitter Poupart, zodat er ten slotte niets van het getuigenis overbleef.
Bron: Gazet van Antwerpen | 12 Oktober 1979
Een foto uit 1972 van Jean Caporale (links), Jean Leclercq (2e van rechts) en Luc Sibille (rechts):
Bron: Verschillende artikels van de Gazet van Antwerpen van 1970 en 1979.