Topic: Federaal Jaarverslag 2018
Federaal Parket Jaarverslag 2018 » www.om-mp.be
Uit het jaarverslag 2018 van het federaal parket.
Kort citaat;
"het uiteindelijke doel van het dossier moet zijn om tot vervolging en berechting van de daders te komen, het onderzoek klaarheid dient scheppen tegen 2022"
Groot citaat;
6.9 De Bende van Nijvel
Eind 2017 werd aan het federaal Parket gevraagd om zich te engageren in het dossier van de Bende van Nijvel. Er werd gevraagd om onderdelen van het dossier nader te bekijken en om na te gaan welke elementen konden worden aangebracht om progressie te maken in het onderzoek, gezien het feit dat de verjaring van het onderzoek is voorzien in 2025.
In 2017 werd de bestaande onderzoeksmethode bekeken en van daaruit werd een nieuwe methode uitgetekend, waarbij de verschillende informatie enerzijds en de verschillende reeds bestaande pistes anderzijds op een structurele wijze werden benaderd. Deze onderzoeksmethode zal, zoals gekend, in 2018 leiden tot het federaliseren van het dossier op vraag van de procureur-generaal van Bergen.
Dit dossier heeft een enorme impact op de capaciteit van de sectie, die op 2 voltijdsequivalenten kan worden geschat. In februari 2018 werd het dossier “de bende van Nijvel” gefederaliseerd.
Vooraf waren er reeds uitgebreide contacten met de procureurs-generaal van Bergen en van Luik, die tot op dat ogenblik het dossier beheerden. Bij de federalisering van het dossier was dan ook reeds een plan opgemaakt van de toekomstige structuur waarbinnen de onderzoekers zouden functioneren, alsook van de grote lijnen van het onderzoeksopdrachten zelf. Dit plan, dat tot op de dag van vandaag de basis van de werkmethodes vormt, kan als volgt worden omschreven.
Er is 1 onderzoeksleider die alle opdrachten ontvangt, doorstuurt, coördineert. Hij staat in permanent contact met de onderzoeksrechter en de federale magistraat.
Er worden verschillende onderzoeksteams gevormd die de opgedragen onderzoeksopdrachten vervullen. Hierbij zal zeker een team worden ingeschakeld om de binnengekomen informatie te verwerken en te analyseren. Een tweede belangrijk team is het team dat zich bezighoudt met alle materiële bewijzen: vingerafdrukken, DNA, ballistiek, andere in beslag genomen voorwerpen. De teamchefs dienen de teamleider permanent op de hoogte te houden van de vooruitgang in hun team.
Dossiers die niet tot de saisine van de onderzoeksrechter behoren, maar die belangrijke elementen voor het onderzoek vertonen, worden ook onder de loep genomen.
Er wordt een analyse van het dossier gemaakt; uit deze analyse zullen de uit te voeren onderzoeksopdrachten worden gedestilleerd.
Bij de bespreking van de onderzoeksopdrachten zal de BTS-officier een heel voorname rol spelen, waarbij deze ideeën aanbrengt van de wijze waarop de opdrachten kunnen worden uitgevoerd.
Hierbij werd ook duidelijk gesteld dat aangezien het dossier in 2025 definitief verjaart, en het uiteindelijke doel van het dossier moet zijn om tot vervolging en berechting van de daders te komen, het onderzoek klaarheid dient scheppen tegen 2022, gezien zeker 3 jaar nodig zijn om tot een vonnis te komen. Een tweede conditio sine qua non was de beschikking over voldoende speurders, analisten en materieel. Een jaar na datum kan worden meegedeeld dat het nodige materieel kon worden bekomen en dat de onderzoekploeg inderdaad werd uitgebreid. Kwalitatief en kwantitatief gezien werden de beoogde verwachtingen niet geheel ingelost.
Ondanks deze problemen, werd van de kant van het Federaal Parket een immense inspanning geleverd om op een 8-tal maanden tijd het volledige dossier door te nemen, en in samenspraak met de onderzoeksrechter, de analisten, de BTS-officieren en de speurders
verschillende onderzoekspistes uit te tekenen en voor te stellen.
De binnengekomen informatie (ook de oude informatie) werd getrieerd en sommige informatie werd reeds gecontroleerd. Er werd een “expert” aangeduid, zijnde de vroegere onderzoeksleider van het dossier MENDEZ om de informatie van dat dossier te verbinden met de elementen van het dossier Bende van Nijvel. Er werd een zelfde oefening gedaan met betrekking tot het dossier “de bende Haemers”. Daarnaast werden en worden ook de onderzoeken naar de materiële bewijzen volledig gesystematiseerd. Er werd gestart met een controle van alle vingersporen en de vergelijking ervan met de verdachten. Hieruit bleek enerzijds dat verschillende aangetroffen vingersporen niet waren opgenomen en anderzijds niet systematisch met alle verdachten werden vergeleken. Dit werk is volop gaande. Wat betreft de DNA-sporen is moeten worden vastgesteld dat deze NIET in de databank sporen waren opgenomen (behalve 1 spoor); bovendien werd geopteerd om bepaalde sporen te heranalyseren, rekening houdende met de nieuwste technieken. Ook dit werk is nog niet beëindigd.
Recent zijn ook de vroegere ballistische onderzoeken weer onder de loep genomen en wordt ook hier een schema opgemaakt teneinde na te gaan of alle mogelijke vergelijkingen wel zijn uitgevoerd; ook hier werden reeds verschillende onvolkomenheden opgemerkt.
Voor de toekomstige periode is het absoluut noodzakelijk dat de speurdersgroep verder kan werken en dit met voldoende aantal mensen. Om voldoende vooruit te kunnen, zou er een uitbreiding moeten komen, gezien het vele werk dat nog ligt te wachten".