In 1962 hield het MAC op te bestaan. De organisatie werd opgevolgd door Jeune Europe, waarvan oud-collaborateur Jean Thiriart de oprichter was. De opticien was een idealist en stak veel geld in zijn organisatie. Wanneer in 1968 de geldstroom opdroogde, hield Jeune Europe met bestaan.
De beweging was erg goed uitgerust en beschikte over een eigen gebouw met conferentiezaal, sportzaal, schietstand en drukkerij. Thiriart geloofde in een extreemrechts Europa waarbij afgestapt werd van het enge nationalisme. In verschillende landen werden nationale onderafdelingen opgericht. In Thiriarts visie was Europa één unitaire staat, verdeeld in kleine etnische gebieden. Het evolueerde tot een fascistoïde beweging die ijverde voor een autoritair, verenigd Europa.
In 1964 probeerden ze deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, maar dat mislukte. Als gevolg daarvan, en door interne conflicten, vertrokken vele militanten onder leiding van Emile Lecerf. Ze stichtten een eigen beweging: Front National Européen du Travail (FNET).
Emile Lecerf werd in 1971 hoofdredacteur van Europe Magazine, een magazine met een uitgesproken anticommunistisch, rechts karakter. Lecerf was een man met rechtse sympathieën en kon als journalist beschikken over een uitgebreid netwerk. Europe Magazine werd al snel omgevormd naar Nouvel Europe Magazine (NEM). Het blad kende een enorme invloed en abonnees begonnen zich te verzamelen in lezersclubs, de zogenaamde NEM-clubs. De clubs waren in eerste instantie een soort van vriendenkring die voordrachten organiseerden. Vele extreemrechtse individuen kwamen spreken over een rechts Europa en de strijd tegen het communisme. Zelfs Jean Bougerol, oprichter van PIO (cfr. infra), kwam voordragen over de linkse subversie. Allen kenden een voorliefde voor de middeleeuwen, een gegeven dat we ook terugzien bij de WNP.
Na verloop van tijd begonnen die NEM-clubs zich ook op politiek vlak te roeren. Er werden pamfletten uitgedeeld, affiches opgehangen en zelfs betogingen georganiseerd. Onder leiding van Francis Dossogne richtten enkele jongeren uit de NEM-clubs het Front de la Jeunesse op. De NEM kreeg via het FJ een platform waarop ze haar standpunten kenbaar kon maken. Het FJ streed tegen communisme, maar ook tegen abortus, gastarbeiders en voor een sterker leger.
De NEM-clubs en het FJ leiden ons naadloos naar de WNP en de harde kern binnen de Belgische extreemrechtse scène. We kunnen bovenstaande beschouwen als voorgangers van de WNP. In volgend stuk maken we kennis met Paul Vanden Boeyants en Benoit de Bonvoisin. Beide figuren waren erg actief in de CEPIC, de uiterst rechtse vleugel van de PSC (Parti Social Chrétien), en in de extreemrechtse scene. Schrijvers ziet de CEPIC als voorbeeld van hoe leden in de Europeïstische bewegingen zich in hun eigen land manifesteerden.
Hier zal de CEPIC anders bekeken worden: namelijk als rechtse partijvleugel die verregaande connecties had met extreemrechts en op die manier waarschijnlijk ook met de WNP. De leden van de WNP hielden er hetzelfde gedachtegoed op na dan de hierboven geschetste situatie. Ook zij waren rabiate anticommunisten.
Bron: De Westland New Post: Pop-up van een veranderende samenleving? (thesis) | Lander Van de Sompel | 2017
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube