De Nationale Koninklijke Beweging
Rex had in beide landsdelen jeugdafdelingen opgericht, Jeunesses Rexistes in Wallonnië en Rex-Jeugd in Vlaanderen. Ook in Aarschot bestond er geruime tijd een afdeling van derexistische jeugdbeweging, maar na de eenmaking van Rex-Vlaanderen met het VNV konden een aantal leden onder hen de collaboratie van Rex en het VNV met nazi-Duitsland niet langer aanzien en keerden Rex de rug toe.
De jonge ex-Rexisten Lucien Meyer en Theo Simon richtten in oktober 1940 hun verzetsbeweging op onder de schuilnaam van een turnvereniging Naar Cultuur en Bekwaming (NKB). Korte tijd later komen zij in contact met de Leuvense professor en gewezen Rexist Prof. Eugène Mertens de Wilmars, tevens een fervente Koningsgezinde aanhanger van Leopold III en die de leiding van de jonge verzetsbeweging op zich neemt.
Op 6 maart 1941 wordt dan de Nationale Koninklijke Beweging (NKB) officieel gesticht. Tussen oktober 1940 en de zomer van 1941 is de NKB vooral actief in de streek van Leuven en Aarschot waar hoofdzakelijk leden worden gerekruteerd, voornamelijk studenten en onderofficieren. Ook uit de plaatselijke Christelijke Arbeidersbeweging en de Boerenbond worden veel leden aangetrokken.
Eveneens in Antwerpen en Mechelen wordt flink geronseld. Zo bestond de Mechelse afdeling uit zeer veel scholieren en studenten. In Antwerpen waren dan weer veel dokwerkers en personeelsleden van de havendiensten lid van de NKB en het is precies die groep die later een grote rol zal spelen in de vrijwaring en de bevrijding van de haven van Antwerpen in september 1944. Later treden ook nog vooraanstaande rechtse katholieken en militairen toe tot de beweging zoals Prins de Ligne, Generaal Graff, Majoor Monteyne en kapiteinGaëtan van Nooten.
Maar de bezetter reageert en al in juli 1941 wordt Lucien Meyer opgepakt en verdwijnt voor korte tijd achter de tralies. Alle brochures worden in beslag genomen en de NKB wordt door de bezetter buiten de wet gesteld. Op 27 augustus 1941 leidde een razzia te Mechelen tot de aanhouding van vele leden, gevolgd door de tweede aanhouding van Lucien Meyer in september 1941. Wanneer in augustus 1942 Prof. Mertens wordt opgepakt, werd hij opgevolgd door Generaal Graff. In Antwerpen was de leider Eugène Colson, alias Colonel Harry de grote bezieler van de NKB.
De politieke agenda van de Nationale Koninklijke Beweging was maar aan weinig leden bekend. In feite was de groep voorstander van een autoritair systeem en een regime op corporatistische leest onder leiding van koning Leopold III, die zou worden bijgestaan door een staatsraad. De top van de beweging was tegen het gelijkheidsprincipe en de toenmalige politieke partijen, en daarin leunde de NKB erg dicht tegen het antiparlementarisme aan van het Verdinaso.
Uit de Grondbeginselen van de NKB (1941):
"Wat de partijen ten goede moet strekken, wordt door de partijen ontaard of gewoonweg herleid tot een zaakje maken ten gunste van de eigen winkel." En over het principe van de gelijkheid: "Gelijkheid is louter hersenschim. Ongelijkheid is eigen aan de menselijke natuur. Er heerst orde wanneer die ongelijkheid op de meest harmonische wijze en met het oog op iedereens welzijn wordt geregeld."
Om haar doelstellingen te bereiken bestond de groep bestond uit twee formaties: de Troupes Royalistes-Koninklijke Troepen met leden tussen de 18 en de 35 jaar oud die zich vooral op de actie toespitsen. Daarnaast de Garde Royale-Koninklijke Wachters die vooral uit jongeren bestaat en die de propaganda en de orderhandhaving voor hun rekening moesten nemen. De gewone leden waren niet op de hoogte van de verborgen agenda van de leiding en mengden zich zelden in politieke discussies. De meeste leden waren koningsgezind, zoals zovele in het verzet en daarbuiten. Later werd er samengewerkt met het Belgisch Legioen (Geheim Leger), die gelijksoortige standpunten meedroeg.
De NKB ageerde tegen de verplichte tewerkstelling en steunde de werkweigeraars, verzamelde inlichtingen van militaire aard, gaf hulp aan ondergedoken joden en geallieerde piloten. De organisatie had ook verschillende sluikbladen waarvan het belangrijkste het Leuvense Vrij Volk was. Dit blad keerde zich vooral tegen collaborateurs, blonk uit in huldebetoon aan het koningshuis en publiceerde manifesten, ook die van het opposant Onafhankelijkheidsfront.
In de vervolging van verzetsleden was het soms systematiek en helaas veel willekeur. Sommigen werden op heterdaad betrapt bij sabotagedaden of bij het uitdelen van clandestiene drukwerken, anderen weer waren toevallig op de verkeerde plaats of waren het slachtoffer van naamsverwarring en werden ook opgepakt. Sommigen werden zonder vorm van proces gefusilleerd, anderen werden afgevoerd naar gevangenissen of naar het concentratiekamp van Breendonk waar ze werden ondervraagd, geslagen en mishandeld dikwijls tot ze er dood bij neervielen.
Anderen weer, kregen een of andere schijnproces en kregen in het kader van het Nacht un Nebel decreet een NN -nummer toegewezen en verdwenen in de werkkampen en/of concentratiekampen in Duitsland of Oostenrijk waar ze als slaven werden ingezet in de oorlogsfabrieken 'tot de dood erop volgde'.
Een schrijnend voorbeeld van deze 'Systematiek en Willekeur' is het geval van Philippe Schmitt. Philippe was een jonge student en lid van de Nationale Koninklijke Beweging, afdeling in Mechelen-Muizen. Geboren in Namen op 1 augustus 1926, zit hij nauwelijks 15 jaar oud, in 1942 thuis gelaten te wachten op zijn aanhouding. Vermits hij op de hoogte is van de aanhouding van andere NKB'rs, durft hij niet te vluchten uit angst voor represailles tegen zijn ouders.
Op 16 mei 1942 om 5 uur in de morgen wordt hij thuis opgepakt en in de gevangenis van Mechelen opgesloten. Enkele dagen later wordt hij naar de gevangenis van Antwerpen overgebracht. In de Begijnenstraat wacht hem een meedogenloos regime van slagen, ondervragingen en uithongering. Vanuit de Antwerpse gevangenis schrijft hij in een brief aan zijn moeder: "Ik ben nu vel over been en mijn huid en mijn nagels zijn violetkleurig. Wanneer ik recht sta moet ik mij vasthouden want alles draait rond mij en ik zie alles in het rood, ik heb erg veel honger."
Vanuit Antwerpen gaat zijn lijdensweg verder naar Aken en Bochum (van 07.08.1942 tot 24.03.1943) waar hij voor het Sondergericht in Essen, samen met nog 22 anderen op 21.03.1942 wordt berecht en een NN-nummer 922/42 krijgt toegewezen. Nadien wordt hij naar Wupperthal gedeporteerd en op 15 mei 1944 komt Philippe Schmitt via Esterwegen toe in Lingen-Ems (Noordwest-Duitsland). Op 16 juni 1944 overlijdt Philippe in Lingen, op dat ogenblik 17 jaar oud, ten gevolge van buiktyfus of aan een darmontsteking.
Naarmate de geallieerden optrekken vanuit Frankrijk, wordt in Antwerpen met het oog om de haven intact in handen te krijgen, het 'Coördinatiecomité van het Antwerps Verzet' opgericht dat onder de leiding stond van Luitenant Urbain Reniers, lid van het Geheim Leger.
Het verzet dat in de Antwerpse haven zelf actief was, stond onder het bevel van Eugène Colson -alias Kolonel Harry- en hij was eveneens lid van de Nationale Koninklijke Beweging. Colson moest de verschillende verzetsgroepen coördineren waaronder naast het Geheim Leger, het Onafhankelijkheidsfront en de NKB ook de leden van Groep G in betrokken waren.
In 1943 had Colson toevallig een gesprek kunnen afluisteren tussen twee Duitse officieren die spraken over het plan om de haven van Antwerpen te vernietigen op het ogenblik dat de Duitsers zouden teruggedreven worden. Colson vind tussen zijn dokwerkers en havenpersoneel een 600-tal vrijwilligers die tot alles bereid werden gevonden om hun werkterrein te verdedigen.
De Duitsers hadden Antwerpen uitgebouwd tot een ware vesting. Reeds kort na de landing in Normandië hadden ze allerlei voorbereidingen getroffen om de haveninstallaties te vernietigen. Zo lagen er langs de kaaien vijf schepen klaar, volgepropt met explosieve, om de toegang tot de haven af te sluiten. Al vanaf augustus 1944 begon de groep van Colson met sabotagedaden om de vernietiging te verhinderen.
Wanneer de soldaten van het geallieerde Britse Leger op 4 september Antwerpen naderen, worden zij aan het kruispunt tussen Brusselse autoweg (thans A12) en deDendermondsesteenweg, opgewacht door Robert Vekemans. Vekemans was een genieofficier en ingenieur, en slaagt erin de geallieerden door de doolhof van dokken en sluizen, de haven van Antwerpen in te loodsen.
In Boom werden de Britse soldaten opgewacht door Edouard Pilaet van het Onafhankelijkheidsfront en adjunct van Urbain Reniers. Colson en zijn mannen zorgen ervoor dat de door de Duitsers aangebrachte explosieve niet kunnen ontploffen. Na de aankomst van de Britten veroverden en bewaakten Colsons mannen vitale gedeelten van de haven zoals sluizen, bruggen, de elektrische centrales enz.
De Duitsers zijn totaal verrast door de acties van het verzet en al 's avonds kan de ingenieur Pilaet de Duitse Generaal Stolberg overtuigen om zich over te geven. De strijd om deScheldemonding zou echter nog twee maanden lang voortduren.
De Nasleep:
Van de bijna 4.000 leden die actief waren in de NKB werden er ongeveer 300 aangehouden. 166 van hen stierven in Duitse gevangenissen en concentratiekampen. Onder de slachtoffers onder meer kapitein Gaëtan van Nooten.
Eén van de stichters van de NKB, Lucien Meyer wordt, naast nog 29 andere personen, op 20 november 1941 voor het gerecht in Antwerpen gebracht.
Op 6 januari 1942 wordt hij overgebracht naar Lübeck waar Meyer een NN -nummer krijgt. Sinds 2 april 1942 zit Meyer opgesloten in de gevangenis van Essen in afwachting van zijn proces. Op 26 maart 1944 wordt de gevangenis gebombardeerd door de geallieerden en samen met nog zes anderen komt Lucien Meyer om in de gevangenis.
Na de bevrijding werd de NKB slechts moeizaam erkend, ondanks het heldhaftig optreden van de NKB'rs zoals onder meer in Antwerpen olv 'Colonel Harry'. Als gevolg van haar onvoorwaardelijke koningsgezindheid werd de verzetsbeweging sterk gewantrouwd door de regering in Londen.
Uiteindelijk werd de NKB enkel erkend in de provincies Antwerpen, Brabant en Oost-Vlaanderen maar niet in Wallonië. Na de oorlog brak korte tijd later de koningskwestie uit over het hele land en gooiden een groot deel van de NKB-leden, naast onder meer het Geheim Leger, zich in de strijd om de koning terug naar België te halen en hem weer op de troon te installeren.
Bron: Verzet.org | Hugo Van Minnebruggen
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube