1

Topic: Namen: 10 April 1973

Samenvatting

  • Wat? Moord op een taxichauffeur in Namen.

  • Wanneer? 10 April 1973, omstreeks 5u ’s ochtends.

  • Waar? De taxichauffeur werd opgeroepen om naar de Chemin des Sauverdias nr. 2 in Namen [» Google Maps] te gaan. Daarna was er geen contact meer. Het lichaam van de man werd later gevonden in de koffer van zijn taxi in de Maas bij Waulsort, tussen Dinant en de Franse grens. [» Google Maps]

  • Wie? Michel Poisseroux (20) uit Bouge en Francis Tislaire (23) uit Namen. Beide mannen werden in 1975 veroordeeld tot de doodstraf (automatisch omgezet in levenslange dwangarbeid).

  • Waarom? De daders zochten een auto om een overval te kunnen plegen.

  • Hoe? De taxichauffeur werd met drie schoten uit een .22 Long Rifle-karabijn om het leven gebracht. Er werden ook inwendige bloedingen gevonden wat er op wijst dat hij ook geslagen werd.

  • Slachtoffer: Léon Legros, een 50-jarige taxichauffeur uit Namen.

Op 7 september 1976 ontsnapte Francis Tislaire samen met Christian Lebon en Michel Ghassoul uit de gevangenis van Leuven Centraal. Begin jaren '80 was hij nog steeds voortvluchtig. Wat er nadien met hem is gebeurd, heb ik niet kunnen ontdekken.

Francis Tislair (links) en Michel Poisseroux (rechts) tijdens hun assisenproces in 1975:

https://i25.servimg.com/u/f25/11/22/12/24/franci12.jpg

Michel Poisseroux:

https://i25.servimg.com/u/f25/11/22/12/24/michel10.jpg

Taxichauffeur uit Namen spoorloos

Sedert dinsdagochtend 4u50 is men zonder nieuws over Leon Legros, wonende rue du Bailli, Namen. Deze 50-jarige taxichauffeur was per telefoon naar een staat nabij de citadel geroepen om iemand op te halen. Daar gekomen, aan nr. 2 van de Avenue de la Vecquée, nam hij contact op over de boordradio met de taxicentrale. “Het huis schijnt onbewoond”, zei hij, “maar op het ogenblik dat mijn wagen stilhield ging er licht uit, dat eerst brandde”.

Dat was het laatste dat van Legros werd gehoord. Hij is niet meer opgedoken na zijn laatste rit en zijn taxi is niet teruggevonden. De politie heeft vlak tegenover het huis waarheen Legros werd geroepen, twee hulzen van een .22 Long Rifle-karabijn gevonden alsmede een gebroken bril en bloedsporen. Ook kon worden uitgemaakt dat die nacht in het anders onbewoonde huis onbekenden aanwezig waren.

Bron: Gazet van Antwerpen | 11 April 1973

Twintigjarige bekent moord op taxichauffeur

De 50-jarige taxichauffeur Leon Legros uit Namen, wiens verdwijning we gisteren meldden, werd vermoord. Reeds dinsdagavond werd een eerste verdachte aangehouden en woensdagochtend volgde een tweede arrestatie. Een van de twee, de 20-jarige Michel Poisseroux uit Bouge, schreef gisteren een brief aan onderzoeksrechter Marotte. Hierin bekende hij de taxichauffeur te hebben vermoord. Samen met de 23-jarige Francis Tislaire uit Namen, de tweede aangehoudene, heeft hij dan het lichaam van Legros en de taxi in de Maas geduwd tussen Dinant en de Franse grens.

We schreven reeds dat Legros, die sinds enkele jaren in dienst is van de stedelijke taximaatschappij Burnonville te Namen, dinsdag in de vroege ochtend per telefoon in de rue des Sauverdias nr. 2 werd ontboden om een cliënt op te laden. Vanuit die straat, vlakbij de citadel, telefoneerde Legros even later vanuit zijn wagen naar de centrale, om te melden dat het huisnummer 2 er niet bestond, echter wel een nummer 3, waar licht brandde toen Legros er aankwam, maar dat toen plots werd gedoofd. De chauffeur werd verzocht terug te keren, doch sindsdien heeft men noch de man, noch de taxi teruggezien.

Bloedsporen

Dat Legros vermoord werd, daaraan twijfelde van bij het begin van het onderzoek niemand.

Een eerste aanwijzing in de richting van een misdaad kwam enkele uren na de verdwijning van de taxichauffeur, toen mevr. Lebeau haar nieuwe woning aan de rue des Sauverdias, waar zij eerstdaags haar intrek zou nemen, binnenging en het hele huis overhoop vond. Zij verwittigde haar echtgenoot, een legerluitenant in de Leopoldkazerne te Namen. Het enige positieve feit uit hun eerste vaststellingen was, dat minstens twee personen in het huis hadden geslapen, vermits desbetreffende sporen te vinden waren op een matras die in de woonkamer lag. De onbekende gasten hadden ook een paar gebroken ruiten achtergelaten, terwijl hun sporen in alle vertrekken te vinden waren.

De thesis moord kreeg nog meer gewicht, toen buiten op de stoep bloedsporen ontdekt waren, alsmede twee lege hulzen van een long trifle .22 karabijn. In dezelfde omgeving lagen de jas en de halsdoek van de vermiste taxichauffeur, alsook twee kapotte trilglazen.

In de woning van Lebeau vonden de speurders kledingstukken die niet aan d heer des huizes toebehoorden. Die aanduidingen waren voor de rijkswacht voldoende om, geholpen door een zorgvuldig bijgehouden kaartensysteem, twee hoogst verdachten te identificeren.

Kledingstukken

Dinsdagavond om 5u kon de eerste verdachte worden aangehouden. De speurtocht op grote schaal leidde woensdagmorgen tot de aanhouding van de tweede verdachte, de eigenaar van de achtergelaten kleren in de woning nabij de citadel. De man had zijn intrek genomen in een hotel nabij het station te Namen.

Weliswaar gaf hij toe dat de kleren die hem onder de neus werden gehouden, hem toebehoren, doch verklaarde dat een onbekende ze gestolen had en dat hij in het huis van Lebeau nooit geweest was. Onderzoeksrechter Marotte, die de zaak in handen heeft, hechtte nochtans weinig waarde aan het verhaaltje en liet de man dan ook achter de tralies zetten.

Intussen wint de mening veld dat er drie daders moeten gezocht worden. De derde man wordt thans ijverig opgespoord, niet enkel door de gerechtelijke politie en de rijkswacht, maar ook door Interpol.

In zijn brief aan de onderzoeksrechter vermeldt de moordenaar nochtans niets over een derde man.

Hulzen

De speurders schenken wel zeer bijzondere aandacht aan de hulzen die op straat gevonden werden. Op het eerste gezicht zijn ze namelijk identiek aan de hulzen die bij een ander misdrijf werden achtergelaten. Over welk misdrijf het hier gaat, weten we niet maar het feit dat de nabij de citadel gevonden hulzen naar Brussel zijn gebracht om in het laboratorium van de gerechtelijke politie grondig te worden ontleed, wijst er wel op dat men meent belangrijk bewijsmateriaal in handen te hebben.

Intussen blijft de vraag: waarom werd Legros in de val gelokt? Aan een roofmoord gelooft men nauwelijks, vermits de taxichauffeur amper duizend frank op zak had. Waren de bandieten op wraak uit of was het er hun enkel en alleen te doen om de Mercedes 200 Diesel van de taximaatschappij?

Als de twee aangehouden verdachten tot de daders behoren, zal de juiste toedracht van het geheimzinnige drama wel spoedig gekend zijn. Hun namen werden nog niet vrijgegeven, al schijnt het dat beiden een zwaar strafregister hebben en dat de tweede gearresteerde - de hotelgast met de kledingstukken - bij de taximaatschappij Burnonville bekend staat als een regelmatige klant, doch tevens al een slechte betaler en een herrieschopper.

Dit laatste blijkt dan echter te worden weerlegd door het feit dat de moordenaars de taxi in de Maas duwden. Misschien zijn ze in paniek geraakt en wilden zo rap mogelijk de taxi en het lijk laten verdwijnen.

Woensdagavond werden Poisseroux en Tislaire naar de plaats gebracht waar ze de taxi met het lijk van Legros in de Maas duwden. Tislaire heeft, alhoewel hij door zijn maat beschuldigd wordt, nog niet bekend iets met de moord op Legros te maken te hebben.

Bron: Gazet van Antwerpen | 12 April 1973

Moord op Léon Legros het werk van twee jonge kerels

Het geheimzinnige drama rondom de Naamse taxichauffeur Léon Legros, die dinsdagochtend spoorloos verdween na in de nabijheid van de citadel te zijn opgeroepen, is nu opgelost. Twee jonge boefjes, de ene 20, de andere 23 jaar, hebben de man met geweerschoten om het leven gebracht en met zijn wagen in de Maas geworpen.

In een gedeelte van onze vorige uitgave meldden we reeds dat woensdagavond één van de twee aangehouden verdachten na een urenlange ondervraging, eindelijk tot bekentenissen overging. De 20-jarige Michel Poisseroux, uit Bouge, viel door de mand toen hij in de gangen van het gerechtshof van Namen de vier kinderen van Léon Legros zag passeren. “Kom, kom”, zei de politieofficier, “zeg ons ten minste waar ge met het lijk gebleven zij, opdat we het aan de familie kunnen bezorgen.”

Murw

En dan gebeurde wat men reeds uren voordien verhoopt had en waaraan niemand nog twijfelde, nadat men enkele kledingstukken van Poisseroux had teruggevonden in de nieuwbouw aan de rue des Sauverdias 3, waar de niets vermoedende taxichauffeur naartoe gelokt wa. De murw ondervraagde jongeman vroeg een blad papier. Met bevende hand schreef hij betrokken te zijn geweest bij de moord op Léon Legros, doch de misdaad zelf schreef hij toe aan de tweede aangehoudene, de 23-jarige Francis Tislair, uit de rue Roger te Namen, die de nacht na de moord in een hotel aan het station te Namen werd opgepikt.

Tislair blijft nog steeds loochenen. Hij ontkent zelfs enige medeplichtigheid in de moord, alhoewel Poisseroux staande houdt dat het Tislair is geweest die de ongelukkige taxichauffeur met drie geweerschoten heeft omgebracht.

De ware oorzaak van het drama is nog duister. Volgens de verklaringen van Poisseroux had hij met Tislair het plan opgevat een auto te stelen om ermee naar Nice te rijden en daar werk te zoeken. Een weinig aanvaardbare uitleg weliswaar, als men het verloop van het drama nagaat. Misschien hadden de twee boefjes het enkel maar gemunt op het geld van de chauffeur, hoe weinig dat ook bleek te zijn. Een derde veronderstelling is, dat Poisseroux een eitje te pellen had met Legros waarmee hij onlangs ruzie maakte.

In de Maas

Onmiddellijk na zijn bekentenissen werd Poisseroux naar Waulsort gereden, waar volgens zijn verklaring de taxi met het lijk van Legros in de Maas was gereden. Na enige tijd zoeken in het nachtelijk duister, vonden brandweerlieden van Dinant, bijgestaan door drie duikers, de Mercedes in kwestie. In het koffer lag het ontzielde lichaam van de vermoorde man. Een lijkschouwing werd bevolen. Heden worden de twee daders voor onderzoeksrechter Marotte gebracht. Zal Tislair dan nog blijven loochenen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 13 April 1973

Tislair beschuldigt Poisseroux van moord op taxichauffeur te Namen

Francis Tissulaire, een van de twee jogen mannen die aangehouden werd i.v.m. de moord op taxichauffeur Léon Legros te Namen, heeft thans zijn versie van de misdaad gegeven. Hij beschuldigt de 20-jarige Michel Poisseroux ervan Legros te hebben vermoord. Deze had in de loop van de week reeds bekentenissen afgelegd, maar gezegd dat Tislair de moordenaar was. Volgens de leden van het parket is de versie van Tislair echter de meest aanvaardbare.

Tislair verklaarde donderdagavond ten overstaan van de onderzoeksrechter dat hijzelf en Poisseroux zaterdag besloten hadden ’s maandags een overval op het postkantoor te Soye te plegen. Maar toen het zover was waagden zij het niet hun slag te slaan. Onbeslist slenterden zij de hele dag rond in de omtrek van Namen.

Zij aten bij Tislair, oefenden er zich in het karabijnschieten en trokken een huis binnen in de rue des Auberdias op de citadel. Hier overlegden zij hoe aan een wagen te geraken om een overval te plegen. Zij zouden een taxi vragen, de bestuurder bedreigen en in de kelder van de woning opsluiten. Voorts zouden zij van het voertuig alle kentekens wegnemen die de wagen er als een taxi deden uitzien. Tislair zou een zak dragen om de taxibestuurder zijn bagagekoffer te doen openen.

Drie schoten

En zo gebeurde. Maar toen de bestuurder de bagagekoffer opende, werd hij bedreigd door Poisseroux die Legros herkende als de man met wie hij in het begin van het jaar al eens ruzie maakte.

Poisseroux vuurde alvorens Legros ook maar een woord kon zeggen. Een verkeerde beweging deed het schot vroegtijdig afgaan. Toen Legros in elkaar zakte vuurde Poisseroux nog tweemaal.

Vast staat dat Poisseroux niet kon weten dat Legros de taxi zou besturen. Tislair hielp Poisseroux het lijk van de taxichauffeur in de bagagekoffer stoppen. Ze reden daarop enkele tijd rond en stopten alleen om de brieventas van Legros, met 6.400 fr., weg te nemen. Te Waulsort duwden zij het voertuig in de Maas. Zij verstopten de karabijn in een bos en namen de trein te Hastière. Tot zover het verhaal van Tislaire.

Poisseroux vertelt ongeveer hetzelfde, maar beschuldigt Tislair ervan te hebben geschoten. Kennelijk had Tislair, die Legros niet kende, geen reden om hem te doden, hetgeen overigens niet gepland was.

Bron: Gazet van Antwerpen | 14 April 1973

Vermoorde taxichauffeur begraven te Namen

Maandagochtend had in aanwezigheid van een ingetogen menigte de uitvaart plaats van Leon Legros, de taxichauffeur die dinsdag te Namen door twee jonge kerels werd vermoord. De aanwezigheid werd opgemerkt van een goede honderd taxichauffeurs uit alle hoeken van het land, zo o.m. uit Luik, Charleroi, Gent en Oostende. Onder de talrijke bloemen was er ook een krans van de taxichauffeurs uit Parijs. Onmiddellijk na de teraardebestelling hielden de aanwezige taxichauffeurs een optocht, waarbij ze de claxons van hun wagens voortdurend aanhielden. Onder leiding van de Luikse chauffeurs trok de karavaan vooreerst naar de woning van Poisseroux, één der overvallers, daarna naar de gevangenis van Namen en ten slotte naar de rue Roger voor de woning van Tislaire.

Bron: Gazet van Antwerpen | 17 April 1973

Wedersamenstelling moord op taxichauffeur te Namen

Dinsdagnamiddag had te Namen de wedersamenstelling plaats van de moord die er onlangs werd gepleegd op de taxibestuurder Léon Legros. Dit lokte een aanzienlijke menigte nieuwsgierigen die op een afstand werd gehouden door politie en rijkswacht.

De twee jonge daders, Michel Poisseroux en Francis Tislaire, werden geboeid naar de plaats van de misdaad gebracht. Met hun tweeën deden zij de handelingen over die werden gepleegd vooraleer de taxibestuurder ter plaatse kwam. Vervolgens hebben Poisseroux en Tislair afzonderlijk hun versie gegeven van de daaropvolgende feiten.

De wedersamenstelling werd geleid door onderzoeksrechter Marotte en werd tevens bijgewoond door de procureur des konings, de h. Montpellier, door vertegenwoordigers van de gerechtelijke politie en van de BOB, door gerechtsarts Dr. Baeken, door de h. Demanet, deskundige in de ballistiek en door de artsenijbereidkundige Dr. Henrioul.

Bron: Gazet van Antwerpen | 18 April 1973

Poisseroux en Tislair blijven elkaar wederzijds beschuldigen

Honderden nieuwsgierigen hebben dinsdagnamiddag de regen en de kou getrotseerd om de wedersamenstelling bij te wonen van de brutale moord op de taxichauffeur Léon Legros (51), die op 10 april jl. omstreeks 5 uur ’s morgens te Namen in de val gelokt werd door twee jongemannen en laffelijk vermoord.

Dankzij enkele grove fouten die de jeugdige misdadigers maakten, gekoppeld aan de speurzin van onderzoeksrechter Marotte en zijn medewerkers, konden de twee daders enkele uren later worden ingerekend. Het zijn zoals men weet de 20-jarige Michel Poisseroux uit Bouge en de 23-jarige Francis Tislaire, uit Namen.

De twee jongelui hebben de moord steeds in elkaars schoenen willen schuiven. Ook tijdens de wedersamenstelling wijzigden zij hun verklaringen niet.

In tweemaal

Zo kreeg men het ongewoon schouwspel, dat de moord op de ongelukkige taxichauffeur tweemaal moest worden overgedaan, de eerste keer met Poisseroux volgens diens aanduidingen, vervolgens nog eens met Tislair, die een heel andere versie gaf van de misdaad.

Wie de dodelijke schoten afvuurde, Poisseroux of Tislair, heeft, strikt juridisch gezien, geen enkel belang, verklaarde onderzoeksrechter Marotte na de wedersamenstelling, want beiden zijn op dezelfde hoogte verantwoordelijk, zowel voor de diefstal als voor de moord. Vooraleer beide misdadigers in de assisenzaal worden gebracht, wil het gerecht evenwel de zaak volledig in het reine trekken voor wat de schoten betreft, opdat de jury zich niet zou laten misleiden door eerder overbodige wederzijdse beschuldigingen tijdens het proces.

De onderzoeksrechter hoopt nog steeds, mede door de vaststellingen tijdens het onderzoek en de uitleg van beide daders tijdens de wedersamenstelling, uit te maken wie van beiden de waarheid spreekt.

De bevindingen van de lijkschouwing op het slachtoffer zijn ook niet zonder belang. Deze hebben uitgewezen dat Legros door drie kogels geraakt werd, terwijl het lijkt tevens sporen van een inwendige bloeding vertoonde. Poisseroux heeft altijd volgehouden dat de taxichauffeur door Tislair werd afgemaakt met twee karabijnschoten en een slag met de kolf van het vuurwapen. Tislair van zijn kant beweert dat Poisseroux drie kogels heeft afgevuurd op Legros, maar over slagen heeft hij nooit gesproken.

Woensdag werden de twee jongelui naar de streek van Godinne gebracht, waar zij even verbleven vooraleer zich van de auto van Legros en van het lijk te ontmaken.

Bron: Gazet van Antwerpen | 20 April 1973

Poisseroux schreef brief aan de Libre

In de woensdageditie van La Libre Belgique verscheen een brief waarin Michel Poisseroux, één van de moordenaars van de Naamse taxibestuurder Léon Legros, recht van antwoord vraagt i.v.m. de verslagen over bedoelde misdaad.

Deze brief, in een uitdagend krasse terminologie opgesteld, houdt een zelfbeschuldiging in, maar valt tevens onze samenleving aan als oorzaak van de toenemende golf van misdaden. Van een recht op antwoord kan op eerste gezicht ternauwernood sprake zijn.

De brief, eigenhandig geschreven door Poisseroux, werd onverholen uit de gevangenis gesmokkeld door Mr. Bouvier, die de tekst overigens corrigeerde. Wat de Libre ertoe aanzette deze advocaat even te interpelleren. Mr. Bouvier vond het allemaal normaal.

Bron: Gazet van Antwerpen | 26 April 1973

Bekentenis in oude moordzaak te Namen

Op 10 april 1973 werd nabij de Citadel te Namen een taxibestuurder vermoord. Twee jonge mannen werden verdacht deze man met een .22 long rille-karabijn te hebben neergeschoten, in de taxi geladen en vervolgens in de Maas te hebben gegooid.

Francis Tislair en Michel Poisseroux bleven mekaar echter beschuldigen. Woensdag heeft Poisseroux eindelijk toegegeven dat hij de karabijn hanteerde en de dodelijke schoten loste.

Bron: Gazet van Antwerpen | 18 Januari 1974

Moordenaars van taxichauffeur voor Naams Assisenhof

Voor het Hof van Assisen te Namen begint maandag het proces ten laste van de 23-jarige Francis Tislair uit Namen en de 20-jarige Michel Poisseroux uit Bouge. Zij dienen zich te verantwoorden voor de moord op taxichauffeur Léon Legros, die op 10 april 1973 te Namen met drie schoten werd geveld, in de koffer van de taxi geworpen en te Waulsort in de Maas gegooid.

Dezelfde dag betrad Mw. Lebeau haar nieuw, onbewoond huis in de Allée des Sauverdias nabij de Naamse citadel. Zij kwam er wat orde scheppen en zag dat er een ruit was gebroken en onbekenden in het huis hadden verbleven. Bovendien merkte zij de bloedsporen naast de weg. Zij belde dadelijk de politie. Inmiddels meldde het taxibedrijf Burnonville dat één der chauffeurs spoorloos was. Léon Legros was te 5 uur ’s morgens voor een rit vertrokken. De radioverbinding met het taxikantoor werd verbroken. De laatste woorden van de chauffeur waren: “Het huis ziet er verlaten uit, maar op hetzelfde ogenblik dat ik stop wordt het licht uitgedraaid.”

De speurders bezaten aanvankelijk weinig gegevens. Vlucht van de taxichauffeur werd niet weerhouden. In het huis van Lebeau worden oude kleren aangetroffen naast schoenen en een op de grond gelegde matras. Op weg naar het huis werden naast bloedsporen twee hulzen en een stuk sigaar van Legros aangetroffen, evenals zijn bril. Daaruit leidden de speurders af, dat Legros aan het hoofd werd geraakt en vermoedelijk al dood was.

Overval beraamd

Later op de dag kwam de naam naar voren van een persoon uit Namen die niet aan zijn eerste taxiritje zonder betalen toe was. Het zou een waardevolle tip blijken. Enkele uren later rekende de Naamse gerechtelijke politie twee jonge Naamse kerels in die bekentenissen aflegden. Het waren Francis Tislair en Michel Poisseroux. Zij ontmoetten elkaar in de gevangenis, waar zij voor kleinere vergrijpen verbleven. Na hun gevangenisstijg pleegden zij eind 1972 samen enkele diefstallen.

Het was Poisseroux die bekende en de speurders naar Waulsort bracht. Beide kerels weigerden de verantwoordelijkheid voor de schoten, maar bekenden enkele dagen voordien een overval op het postkantoor te Soye te hebben beraamd. Zij bezaten bivakmutsen en een wapen dat de vader van Poisseroux aan Tislair had verkocht. Maar op het laatste ogenblik weigerde Tislair mee te doen. Zij hadden een wagen nodig. Op de weg naar Wepion ontdekten zij het huis Lebeau en dokterden aan hun duister plan: een taxi opbellen, de auto stelen en de overval plegen met de gestolen taxi. Zo gebeurde het: Legros werd opgeroepen en achteraf vermoord. De auto werd, toen de kerels in paniek geraakten, in de Maas gereden.

Doodslag en diefstallen

Acht maanden na de feiten bekende Poisseroux aan rechter Marotte dat hij heeft geschoten. Nadien trok hij die bekentenis weer in. Juridisch stelt de identiteit van de schutter geen probleem, beiden komen voor het hof onder de beschuldiging van doodslag.

Samen dienen zij zich te verantwoorden voor zeven diefstallen, Poisseroux nogmaals voor twaalf alleen gepleegde diefstallen en Tislair voor acht persoonlijke diefstallen. Dat alles van december tot april 1973. Naast de doodslag op de taxichauffeur Legros worden zij eveneens beschuldigd van diefstal van een wagen met geweld en met de bezwarende omstandigheid dat een moord werd gepleegd om de diefstal vergemakkelijken.

Poisseroux zal worden verdedigd door Mr. Graindorge uit Brussel en Tislair door Mr. Derenne en Mr. Jamart ui Namen. De burgerlijke partij zal worden waargenomen door Mr. Henry en Mr. Michel Massart uit Namen. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door substituut Delooz en voorzitter van het hof is Mr. Lejeune.

Bron: Gazet van Antwerpen | 11 Oktober 1975

Moordenaars van Naamse taxichauffeur leerden mekaar kennen in gevangenis

Maandag is te Namen het eerste proces van het nieuwe gerechtelijke jaar begonnen. Daar gevreesd werd voor een ontsnappingspoging van beklaagden of rekken door taxibestuurders, was een beroep gedaan op een uitgebreide ordedienst. De beklaagden zijn de 23-jarige Michel Poisseroux uit Bouge, en de 25-jarige Francis Tislair.

Poisseroux liet zijn lange haren een beetje knippen en verwisselde zijn bluejeans tegen een keurig bruin pak met ruiten. Tislair draagt een donkerblauw pak met streepjeshemd. Beiden worden beschuldigd van moord op de Naamse taximan Léon Legros op 10 april 1973. Verder worden zij beschuldigd van diefstal met geweld van de taxi en de portefeuille van Legros, met de verzwarende omstandigheid dat er een moord werd gepleegd. Benevens deze feiten, waarvoor de beklaagden de doodstraf kunnen krijgen, worden zij nog beschuldigd van een vijftiental andere diefstallen en van wapendracht.

Het Hof wordt voorgezeten door raadsheer Lejeune, ter zijde gestaan door de hh. Lecocq en Helvetius. Openbaar aanklager is substituut van de procureur des konings Delooz. De jury is samengesteld uit negen mannen en drie vrouwen.

Mooie plannen

Poisseroux en Tislair maakten met elkaar kennis in de gevangenis te Namen. Poisseroux werd op vrije voeten gesteld op 31 oktober 1972, Tislair enkele weken later, op 3 december 1972. Zij hadden toen een straf uitgezeten wegens diefstal. Reeds bij hun ontslag uit de gevangenis droomden zij ervan een grote slag te slaan. Poisseroux had het gemunt op het postkantoor van Soye, Tislair wou een bank in Philippeville overvallen. Zij wilden zich aan de Azurenkust vestigen maar beschikten daartoe niet over de nodige middelen.

Meesters Octave Henry en Michel Massart stelden zich burgerlijke partij en vroegen de symbolische frank schadevergoeding namens de kinderen van het slachtoffer.

Eerst komt de levensloop van Poisseroux aan de beurt. In de lagere school reeds wordt hij betrapt bij het stelen van snoepgoed en geld van zijn onderwijzer. Hij is nochtans een goed leerling en haalt bij het kantonnaal examen zelfs 71 t.h. Gezinsleven kent Poisseroux bijna niet, want zijn ouders scheiden vlug. Hij wordt bij zijn grootouders grootgebracht, terwijl zijn jongste broer bij zijn moeder blijft inwonen. Van zodra Michel Poisseroux begint te werken, steelt hij ten nadele van zijn werkmakkers, en in het leger deserteert hij nog voor hij wordt afgekeurd. Hij raakt ook betrokken bij een zedenzaak met een minderjarige.

Zonderlinge voorkeur

Wat Tislair betreft, deze heeft een voorkeur voor ziekenhuizen. Wanneer hij niet meer weet waar de nacht door te brengen, gaat hij naar een ziekenhuis, verstopt zich in de toiletten, en wanneer het ziekenhuis gesloten is gaat hij slapen in een of ander verwarmd vertrek, zoals het kabinet van een geneesheer. ’s Morgens verlaat hij dan het ziekenhuis zoals hij gekomen is … als bezoeker. De jeugd van Tislair was al niet veel gelukkiger dan die van zijn medeplichtige. Zijn vader is een dronkaard en regelmatig zijn er hoogoplopende ruzies, zo erg zelfs dat de vader van Francis Tislair op zekere dat het huis uit stormt en zich in de Samber werpt om zelfmoord te plegen. Hij verdrinkt onder de ogen van zijn zoon.

Francis Tislair wordt beschreven als een uiterst zenuwachtige, gevoelige jongen met weinig karaktervastheid. Hij laat zich vlug meeslepen. Nochtans is Francis Tislair opgeruimd en sociaal voelend. Hij belandt in kindertehuizen en wordt vervolgens afgekeurd voor militaire dienst wegens astma. Wanneer hij de nacht niet kan doorbrengen in een of ander ziekenhuis, gaat hij naar een luxehotel, eet er, blijft er overnachten en laat zijn reistas achter. Zo kan hij iedere keer ongemerkt verdwijnen.

Poisseroux en Tislair hebben samen 7 diefstallen gepleegd. Poisseroux pleegde er nog een zestal alleen en deed nog zes pogingen tot diefstal. De reeks wordt ingezet in februari 1973 en neemt pas een einde de dag van de moord op taximan Legros.

De namiddagzitting was volledig gewijd aan de betichtingen nopens diefstal, en duurde slechts één uur. De zaak wordt dinsdagochtend om 9u verder gezet.

Bron: Gazet van Antwerpen | 14 Oktober 1975

Wie schoot op taxichauffeur?

Dinsdagmorgen werd voor het Hof van Assisen van Namen het proces tegen de 25-jarige Francis Tislair en de 23-jarige Michel Poisseroux voortgezet. Beide jonge mannen worden ervan beschuldigd op 10 april 1973 de taxichauffeur Leon Legros te hebben vermoord.

De beschuldigden hebben elk hun eigen kijk op de feiten. De hoofdlijnen van hun verhaal lijken wel te kloppen, maar daar waar er gesproken wordt over wie nu op de taxichauffeur heeft geschoten, blijken de versies nogal uiteen te lopen. Ook de twee wedersamenstellingen hebben daar geen klaarheid in kunnen brengen.

In januari 1974 heeft Poisseroux aan de onderzoeksrechter wel bekend geschoten te hebben, maar die bekentenissen heeft hij zes maanden later herroepen. Noch uit de verklaringen voor het hof noch uit het dossier kan men duidelijk opmaken wie in feite de moordenaar van Leon Legros is. De beschuldigden zijn het eens over het verloop van de feiten. Maar hun versie verschilt wanneer de moord zelf ter sprake komt.

Dat komt onderzoeksrechter Marotte voor het hof verklaren zonder er echter al te zwaar aan te tillen. De beide beschuldigden hebben met dezelfde graad van medeplichtigheid aan de diefstal deelgenomen. Geen van beiden heeft de ander belet op de taxichauffeur te schieten, aldus de onderzoeksrechter.

De namiddagzitting was gewijd aan de verdere ondervraging van de speurders, die hun bevindingen in het lang en het breed weergeven.

De zoon van het slachtoffer kwam verklaren dat zijn vader en Poisseroux elkaar kenden. Daarop ontstond een incident tussen de verdediger van Poisseroux (Mr. Graindorge uit Brussel) en de voorzitter van het Hof in verband met de ondervraging van een getuige, een auteur die een boek heeft geschreven over de ongelukkige jeugd van de uitbestede kinderen.

De voorzitter wou van dit subjectief getuigenis niet weten.

De gezworenen hoorden eveneens de vroegere verloofde van Poisseroux die nog tijdig inzag dat er van een huwelijk geen sprake kon zijn omdat haar echtgenoot de helft van zijn leven in de gevangenis zou doorbrengen.

De zitting werd te 17u30 onderbroken en zal woensdagochtend worden voortgezet.

Bron: Gazet van Antwerpen | 15 Oktober 1975

Auteur vertelt over tehuizen

De derde dag in het proces ten laste van Michel Poisseroux en Francis Tislair, beschuldigd van de moord op de Naamse taxibestuurder Legros, begon woensdagochtend met de ondervraging van de getuigen die door de verdediger van Poisseroux werden opgeroepen.

Terwijl de h. Wertz, hoofdbewaker van de gevangenis van Namen zich achter het beroepsgeheim verschool, kwam een opvoeder uit Mol getuigen dat Poisseroux een beste vent is. Van dit getuigenis maakte de verdediging gebruik om uit te weiden over de levensvoorwaarden in de tehuizen. De moeder van betichte kwam verklaren dat zij haar zoon amper heeft gekend, omdat vader Poisseroux het kind kwam opeisen toen het vier jaar was.

Daarna was het de beurt aan schrijver Jules Brunin om een beeld te komen ophangen van het leven in de tehuizen. “Daar worden de Belgische misdadigers gevormd”, zei hij bij van conclusie.

Dr. Hocq, psychiater, meende als deskundige dat Poisseroux een gevaarlijk heerschap is dat echter alle hulp van anderen afwijst. Hij is zich ten volle bewust van zijn daden maar hij dient tegen zichzelf te worden beschermd. Tislair is nog moeilijker want hij is een mooiprater, een mythomaan en wordt verteerd door een grote geldingsdrang.

Bron: Gazet van Antwerpen | 16 Oktober 1975

Twee doodstraffen te Namen

Gisteren was het de laatste dag niet het proces tegen Tislair en Poisseroux voor het assisenhof van Namen. Ze werden ervan beschuldigd de Naamse taxichauffeur Legros te hebben vermoord. Na de pleidooien, het rekwisitoor en de replieken, antwoordde de jury bevestigend op alle vragen. De moord, samen met de gewelddadige diefstal, werden weerhouden. Uiteindelijk veroordeelde het Hof Michel Poisseroux en François Tislair tot de doodstraf.

Woensdagnamiddag reeds was de openbare aanklager, substituut Delooz aan het woord geweest. In zijn rekwisitoor had hij de gelijke schuld van de twee beklaagden benadrukt. De jury werd gevraagd bevestigend te antwoorden op alle vragen.

De laatste dag van het proces begon met de pleidooien. Mr. Jamart, verdediger van Tislair, zei dat zijn cliënt niet schuldig is aan moord op Legros. Poisseroux heeft geschoten, hij heeft immers vroeger bekend.

Mr. Graindorge pleitte voor Poisseroux. Het is niet zijn cliënt, aldus verdediger, die geschoten heeft, maar wel Tislair. Die heeft namelijk schrik gekregen en de trekker overgehaald.

Mr. Henry van de burgerlijke partij haalde de briefwisseling van de twee beklaagden na de feiten aan. Daarin kwam nooit een woord van spijt voor. Volgens Mr. Henry zijn Poisseroux en Tislair beiden schuldig aan moord.

“Moordenaars!”

Op het ogenblik dat de voorzitter de voormiddagzitting ophief, liepen de kinderen van het slachtoffer naar voor en riepen “moordenaars, moordenaars”.

Donderdagmiddag was er een grote menigte aanwezig voor het horen van de replieken. Het publiek zat op de vensterbank en op de bankleuningen. Substituut Delooz herinnerde eraan dat de beschuldigden de moord samen hadden bedreven. Mr. Derenne pleitte vervolgens voor Tislair. Hij sprak over het verloop der feiten waarbij hij aantoonde dat Poisseroux steeds het wapen in de hand had. “Er is geen voorbedachtheid”, zei hij, “daar ze niet wisten dat Legros zou komen, dat hij het huis niet zou vinden en dat hij niet uit de auto zou stappen.”

“Zelfs wat de moord betreft kan slechts gezegd worden dat Tislair een medeplichtige is, daar er nooit voorheen sprake is geweest van moord. Tislair heeft geenszins bewust aan de moord deelgenomen”, aldus zijn advocaat. Mr. Graindorge was erover verwonderd dat zijn cliënt nog steeds de moord in de schoenen wordt geschoven. Volgens hem is Poisseroux onschuldig. Na deze repliek zei Poisseroux “Ik ben niemand gedood”. En Tislair “reeds van bij de aanvang heb ik gezegd dat ik onschuldig was. Ik heb niet geschoten op iemand die zich zelfs niet verdedigde”.

Om 16u30 gaf voorzitter Lejeune lezing van de 93 aan de jury gestelde vragen. Drieëntwintig hadden betrekking op de moord.

De gezworenen trokken zich dan terug om te beraadslagen. Na beraadslaging antwoordde de jury bevestigend op alle vragen. De moord en de gewelddadige diefstal werden dus weerhouden. De procureur vorderde de doodstraf voor Poisseroux en Tislair. In de zaal schreeuwde een toehoorder zijn instemming uit.

Voor Poisseroux kwam Mr. Graindorge dan verklaren dat het ten slotte toch de maatschappij is die verantwoordelijk is voor het wangedrag van zijn cliënt.

Voor Tislair zijn het meester Jamart en Derenne die verzachtende omstandigheden pleiten, gezien de affectieve onevenwichtigheid van hun cliënt.

Te 19u50 trekt de jury zich terug, om ditmaal over de straf te delibereren. Het hof sprak dan het vonnis uit en veroordeelde Michel Poisseroux en Francis Tislair tot de doodstraf.

Bron: Gazet van Antwerpen | 17 Oktober 1975

Twee doodstraffen te Namen

Daar het verdict in het proces tegen Poisseroux en Tislair voor het Assisenhof van Namen pas donderdagavond laat werd uitgesproken, konden wij die uitspraak niet meer melden in onze eerste edities van gisteren. Nadat de jury bevestigen geantwoord had op alle vragen vorderde de openbare aanklager de doodstraf. Het hof sprak dan het vonnis uit en veroordeelde Michel Poisseroux en Francis Tislair tot de doodstraf.

Bron: Gazet van Antwerpen | 18 Oktober 1975

Francis Tislair in cassatie

Op 16 oktober jl. werd Francis Tislair (23), uit Namen, door het Hof van Assisen, samen met Michel Poisseroux (20), eveneens uit Namen, ter dood veroordeeld wegens moord op 10 april 1973 op de Naamse taxichauffeur Léon Legros. Tislair is in cassatie gegaan. In het geval dat een vormgebrek zou worden vastgesteld, zal de zaak naar een ander hof van assisen worden verwezen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 3 November 1975

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

Re: Namen: 10 April 1973

Ben wrote:

Op 7 september 1976 ontsnapte Francis Tislaire samen met Christian Lebon en Michel Ghasoul uit de gevangenis van Leuven Centraal. Begin jaren '80 was hij nog steeds voortvluchtig. Wat er nadien met hem is gebeurd, heb ik niet kunnen ontdekken.

Wie waren Christian Lebon en Michel Ghasoul en waarom waren zij tot een gevangenisstraf veroordeeld?

3

Re: Namen: 10 April 1973

Christian Lebon: Hij werd in oktober 1975 tot levenslange dwangarbeid veroordeeld voor het vermoorden van een man die hij wilde bestelen.

Michel Ghassoul: Hij ging op 18 april 1974 aan de haal met 3 miljoen fr. uit het postkantoor van Gilly. Daarvoor werd hij tot 7 jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Dat is de wereld van de beroepsmisdadigers van de jaren '70. Als je daarop verder zoekt, kom je terecht bij Freddy Vandeputte, de zaak Graindorge, de bende Anthemus, Heinrich Toumaniantz, ... en ontzettend veel ontsnappingen die al dan niet op een bloedige manier eindigden (zie bv. de schietpartij in Heverlee en de dood van Yvan Somville). Allemaal heel interessant, ook in het kader van het Bende van Nijvel-dossier, maar nog ontzettend veel werk om dat allemaal over te nemen. smile

Ik heb deze zaak overgenomen omdat er een aantal opvallende gelijkenissen zijn met de moord op Constanin Angelou en het feit dat die Francis Tislaire na zijn ontsnapping blijkbaar van de aardbodem verdwenen is.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube