Op de avond van 9 oktober 1981, toen het onderzoek naar het Nationaal Drugsbureau zo goed als rond was, liep er een anoniem telefoontje binnen bij de Brusselse BOB. Een informant beloofde een tip over een moordzaak en sprak af op de eerste verdieping van de Drug Opera, een café in de buurt van de Beurs. Boven de Drug Opera lag een privé-club waar de DEA-agenten kind aan huis waren. De BOB’ers reden ernaartoe in een Peugeot 404, maar de informant kwam niet opdagen. De dag nadien ontplofte een bom die in de koffer van de auto was gelegd. Charles Toumpsin, een gepensioneerd BOB’er, onderzocht destijds de aanslag.
Charles Toumpsin: "In het begin dacht iedereen - ik ook - dat drugssmokkelaars onze collega’s naar het café hadden gelokt om de bom in de auto te plaatsen en zo het speurdersteam te treffen dat de drugszaak rond het Nationaal Drugsbureau en commandant François moest uitmesten. Dat vermoeden werd nog sterker toen even later ook de chef van het onderzoek, majoor Herman Vernaillen, en zijn vrouw in hun huis onder vuur werden genomen en zwaar gewond raakten. Maar al snel bleek dat de batterijen die voor de bom gebruikt waren, pas na het anonieme telefoontje gekocht waren. Dat telefoontje vanuit en het ritje naar de Drug Opera waren dus bedoeld om iedereen op het verkeerde been te zetten. Ik ben ervan overtuigd dat het geen drugssmokkelaars maar rijkswachters waren die de bom in de BOB-auto hebben verborgen en de aanslag op Herman Vernaillen hebben uitgevoerd."
(...) Rijkswachter Bouhouche deed zelf het onderzoek naar de bom in de BOB-auto. Hij zat in het team van rijkswachtadjudant Guy Goffinon, die de leiding had over dat onderzoek. De ondertussen overleden Goffinon had zijn team in twee ploegen opgedeeld. De ene ploeg werkte op de springstoffen, de andere - waar Bouhouche in zat - op het ontstekingsmechanisme. Voor het maken van de bom waren 24 batterijen van het merk Tandy gebruikt. De uitbater van de Tandy-winkel in de Willemsstraat in Sint-Joost kende de naam van de koper niet, maar kon hem wel beschrijven. In die beschrijving herkende rijkswachter Bouhouche - tot zijn grote verrassing - zijn vriend Buslik.
Twee weken na de aanslag werd Buslik gearresteerd. Busliks toenmalige vriendin begreep niet dat Bouhouche zijn boezemvriend zoiets kon aandoen. Ze werd nijdig en sprak er Bouhouche over aan, maar die weigerde iets te zeggen. Buslik gaf Bouhouche meteen een koekje van eigen deeg. Hij gaf toe dat hij het mechanisme in elkaar had gezet, maar hij had dat gedaan op verzoek van een ex-klant van de winkels van zijn ouders, beweerde hij. Die had hem wijsgemaakt dat het tuig moest dienen voor de afstandsbediening van een garagepoort. Jammer genoeg kende hij de man niet, maar hij had diens trekken zo goed ingeprent dat hij graag wilde helpen bij het samenstellen van een robotfoto. De figuur op de robotfoto leek verdacht veel op ... Madani Bouhouche.
Bouhouche mocht het komen uitleggen, maar hij praatte zich eruit. Hij had van Buslik geleerd hoe je tijdens een verhoor altijd mensen moet beschrijven die je kent - familie of bekende tv-figuren - zodat je ze bij de volgende ondervraging op dezelfde manier kunt beschrijven.
Ondertussen stapelden de bewijzen tegen Buslik zich op. Al een half jaar voor de aanslag was hij bij een schoolkameraad die bij de Staatsveiligheid werkte, gaan zeuren om een handleiding om bommen te maken. Eind september 1981 bezorgde de man hem er één. De ontmijningsdienst van de landmacht kwam tot de conclusie dat de Peugeot-bom bijna zeker met behulp van die handleiding was gemaakt.
Bron: Humo | Hilde Geens | Oktober 2001
Uit de getuigenis van François Raes voor de Eerste Bendecommissie:
"(…) Je ne sais donc bous dire que cela. Les attentats s’enchaînent et s’arrêtent ensuite brusquement. A présent, je comprends mieux, je ne savais pas que Bouhouche travaillait avec Goffinon. Pour moi, il était toujours aux stupéfiants. Or, il entre-temps avait été détaché chez Goffinon. Il a donc pu connaître le nom du civil. Par la suite, lorsque le juge Bellemans a envoyé deux gendarmes chez Tandy, à Naninnes, pour y retirer la facture concernant les deux batteries, on a appris par le directeur du magasin que quelqu’un était déjà venu le chercher. C’était en fait Bouhouche qui était allé la prendre sans rien dire à personne. A mon avis, s’il a agi ainsi, c’est qu’il avait intérêt à tout effacer. Si le juge Bellemans n’avait pas envoyé les gendarmes chez Tandy, on n’aurait sûrement jamais su que Bouhouche avait été chercher cette facture et elle aurait sans doute disparu."
François Raes tegenover Guy Bouten:
"Zeg nu zelf, wat bouten in een zeepdoos en een ontstekingsmechanisme gekocht in de Tandy door Francis Buslik, de boezemvriend van Bouhouche. Een commissaris van de Staatsveiligheid adviseerde hem zelfs hoe hij het springtuig moest fabriceren. Zijn naam weet ik niet meer."
Bron: De Bende van Nijvel | Guy Bouten
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube