Topic: Rosières: 7 Januari 1986
Op 7 januari 1986 wordt FN-vertegenwoordiger Juan Mendez vermoord. Dit gebeurde langs de autosnelweg E411, Brussel-Namen, aan de oprit Rosières (richting Namen). Locatie » Google Maps
Juan Mendez is - volgens zijn vrouw - rond 7u40 thuis vertrokken. Normaal gezien zou hij rond 9u aankomen bij FN Herstal. Mendez reed met een VW Passat turbo. Normaal reed hij met Alain Coesens mee maar die was op zakenreis in Zuid-Amerika, dus deed hij de route naar FN Herstal, nabij Luik, alleen.
Normaal neemt hij volgende route: de autosnelweg E411, tot in Namen, en van daar de autosnelweg E42 tot in Luik. Het feit dat hij de oprit in Rosières neemt, is dus niet abnormaal.
Om 16u15 belt een inwoner van Waver naar de rijkswacht om te melden dat er een zwaargewonde of dode man in zijn auto zit aan de oprit van Rosières.
Rijkswachters van de brigade van Rixensart komen om 16u27 op de locatie aan. Ze ontdekken op de pechstrook van de oprit een VW Passat break en in de wagen ontdekken ze een lijk. Alle deuren van de auto zijn gesloten. Er zijn bloedspatten te zien aan de binnenkant van de voorruit en de rijruiten rechtsvoor en achter en de linker en rechter zijruiten.
Plaatsonderzoek
De volgende zaken worden ter plaatse ontdekt:
De autosleutel en persoonlijke sleutels zijn verdwenen.
Mendez droeg een groene loden jas.
Het voertuig: VW-passat break GL Turbo-diesel, nieuw model, kleur donkergroen, op de achterzijde staat in witte letters het woord ICHEC, het kenteken van het voertuig is ATH 921.
Het lichaam van Mendez helt in de richting van de passagierszetel.
De benen van Mendez zijn gestrekt, de rechter voet duwt op de gaspedaal, de linker voet duwt op de koppelingspedaal.
De versnellingspook van het voertuig staat in neutraal.
De handrem is aangetrokken.
Tussen de stoel van de bestuurder en de achterbank staat een koffer met persoonlijke- en werkdocumenten van Mendez.
Er werd door de politie geen enkel wapen aangetroffen in de wagen. De volgende eigenaar van het voertuig vindt echter op 5 april 1987 in een verborgen ruimte boven het handschoenkastje een pistool FN Browning 9mm en twee laders. Volgens een onderzoek van wapendeskundige Dery werd het wapen niet gebruikt op 7 januari 1986.
Door de zware condensatie in het voertuig, werden er geen vingerafdrukken gevonden.
De portefeuille bleef onaangeraakt en niets lijkt te zijn gestolen.
De deuren zijn zorgvuldig afgesloten.
Er zijn voetafdrukken zichtbaar in de sneeuw aan de rechterkant van de weg, in de richting van de autosnelweg.
Tenslotte zijn er op de grond, ter hoogte van de linker voordeur en onder de auto, ter hoogte van de versnellingsbak, bloedsporen zichtbaar.
Volgens de politie lijkt het erop dat Mendez zijn moordenaars kende of vertrouwde.
Onderzoeksrechter Schlicker, wetsgeneesheer dr. Chailly en ballistisch expert van de gerechtelijke politie van Brussel Claude Dery begeven zich naar de plaats.
Diezelfde avond doet de wetsgeneesheer reeds een autopsie. Op dat moment formuleert hij geen conclusie over het tijdstip van de dood.
Hulzen
Er werden 5 hulzen gevonden op de plaats delict.
2 hulzen werden uit het voertuig gevonden;
1 vooraan, aan de linkse deur
1 op 30 cm “du coin arrière gauche”
3 hulzen werden gevonden in het voertuig:
1 op de grond, tussen de benen van het slachtoffer
1 op de achterbank
1 op de jas van het slachtoffer, dichtbij de rechterzak. De huls hing vast door het bloed.
Mendez werd vermoord door zes kogels, maar er werden slechts 5 hulzen gevonden. De zesde huls werd niet gevonden omdat het volgens de experten op de rijbaan terecht gekomen is en daar werd meegesleurd door een voertuig.
Autopsie
Vier kogels werden afgevuurd in het hoofd en werden teruggevonden in de schedel.
Twee kogels zijn langs links het hoofd binnen gegaan en hebben een baan van links naar rechts, en van voor naar achter, gevolgd.
De derde kogel is het hoofd binnen gegaan boven het linkeroor.
De vierde kogel achter hem, en trekt een transversale baan van links naar rechts.
Twee kogels werden afgevuurd in de borst, ter hoogte van het borstbeen. Deze volgen een schuine baan van boven naar beneden en dwars van links naar rechts.
Ballistisch onderzoek
De projectielen zijn van het merk Remington Peter, 9mm Para, Hollow Point, met sporen van zes rechtshandige krassen van 1,59 à 1,76 mm diep.
Het wapen is waarschijnlijk een pistool Llama of SIG Neuhaus of een FN GP.
Twee schoten werden afgevuurd op de borstkas van het slachtoffer. Het ging waarschijnlijk om de eerste schoten, waarvan de hulzen buiten het voertuig werden gevonden.
De vier andere schoten - die de expert omschrijft als “coups de grâce” - werden daarna van dichtbij afgeschoten in het hoofd.
De schoten vonden plaats door de rechter voordeur van het voertuig, dat toen open stond.
Afstand schutter - slachtoffer: 50 cm voor de twee schoten in de borst en minder dan 50 cm voor de vier schoten in het hoofd.
Getuigen
Jacques T.: Dit is man die om 16u15 de rijkswacht heeft gebeld. Hij verklaart dat hij zelf werd verwittigd over de aanwezigheid van de auto door een lifter. Die lifter werd nooit gevonden.
De rijkswacht vindt nog 9 andere getuigen die de VW Passat hebben zien staan rond 8u ’s ochtends.
Monique T.: zij verklaart dat ze rond 8u30 2 wagens heeft zien staan. Naast de auto’s heeft ze twee personen gezien die - volgens haar - een discussie hadden.
Op 14 januari 1986 ontvangt de BOB van Waver een anonieme getuigenis. Deze getuige verklaart dat hij rond 7u40 - in de onmiddellijke omgeving van de plaats van de feiten - het voertuig van Mendez heeft opgemerkt. De lichten van de wagen waren aan en het stond geparkeerd op de pechstrook. Achter de wagen stond een tweede voertuig “de petite cylindrée”.
Begin 1989 werden er nieuwe getuigen verhoord:
Christian F.: zij herinnert zich dat ze rond 7u30 twee wagens achter elkaar heeft zien staan.
Drie andere getuigen verklaren dat ze tussen 7u30 en 8u een blauwe auto hebben gezien. Twee getuigen dachten dat het een Peugeot 305 - oud model - was. De wagen stond geparkeerd in de omgeving van de oprit.
Marcel G.: Hij verklaart op 13 januari 1986 aan de BOB van Waver dat hij tussen 7u50 en 8u05 drie schoten heeft gehoord. Die schoten volgde elkaar snel op. De man bevond zich op dat moment in de badkamer van zijn huis. Het raam van die kamer kijkt uit op de oprit van Rosières (aan de andere kant van de autosnelweg). Hij dacht dat de schoten uit het centrum van Rosières kwamen. De plaats van de moord van Mendez bevindt zich in vogelvlucht op 135 meter van de woning van Marcel G..
Madani Bouhouche
Diezelfde dag, om 19u30, begeeft Gérard Bihay van de BOB van Waver zich met zijn ploeg naar het huis van Mendez. Vanwege de emotionele shock van de weduwe van Mendez doen de rijkswachters slechts een zeer oppervlakkig onderzoek.
Bihay is echter verbaasd dat hij bij de vrouw van Mendez Madani Bouhouche aantreft. Bouhouche verklaart aan Bihay dat hij Mendez reeds een tiental jaar kent en dat de twee dezelfde schietclubs bezoeken. Hij heeft Mendez de laatste keer ontmoet op 30 december 1985, ze zijn toen samen gaan kruisboogschieten in de bossen van Compiègne.
Op de dag van de moord heeft Danièle Daniels - de vrouw van Mendez - Bouhouche gebeld om te zeggen dat Mendez niet op zijn werk is aangekomen. Bouhouche heeft daarop getelefoneerd naar de wegpolitie, de politie van Luik en Herstal en de brigade van Overijse om te informeren of er een ongeval gebeurd is met Mendez als slachtoffer. Het antwoord is steeds negatief. Er is echter geen enkel bewijs dat deze telefoontjes echt gebeurd zijn.
Om 17u55 belt Bouhouche terug naar Danièle Daniels om te zeggen dat ze Mendez vermoord hebben gevonden. Daarop is hij onmiddellijk naar het huis van Mendez gegaan met zijn vrouw en zijn zoon.
Op 8 januari 1986 wordt de vrouw van Mendez ondervraagd. Zij gaat ervan uit dat haar man vermoord werd door iemand die hij kent. De moordenaar moet volgens haar geweten hebben dat hij die dag alleen naar zijn werk reed. Volgens haar zou haar man nooit gestopt zijn voor iemand die hij niet kende.
Ze heeft met Bouhouche contact opgenomen omdat ze een telefoontje had gekregen van FN Herstal om te melden dat haar man niet op het werk was.
Conclusie onderzoek
Op basis van het onderzoek werd geconcludeerd dat:
Mendez vermoord werd zonder tegenstand te (kunnen) bieden en door een persoon met “een sterk verlangen om te doden” en met “een bewezen schiettechniek”.
Het feit dat Mendez op die plaats vermoord werd, duidt op het feit dat er op voorhand een afspraak werd vastgelegd (hoogstwaarschijnlijk met de moordenaar) of dat Mendez op die plaats werd tegengehouden door iemand die hij kent. Indien hij werd tegengehouden door iemand die hij kent, moest deze persoon geweten hebben welke route Mendez neemt en dat hij die dag alleen was.
De snelheid en de efficiëntie die deze executie wijzen erop dat het wapen van de moordenaar op voorhand geladen was, dat het moord met voorbedachte rade was en dat Mendez in een hinderlaag gelokt is.
Foto's