Asjemenou wrote:Ondank het verhaal achter die link kan het wel zo zijn DNA (op of in een bepaald voorwerp) na korte tijd verdwijnt, bijvoorbeeld omdat het in het water ligt, waarmee dat DNA contact maakt, waardoor het DNA verdwijnt/vervliegt/wegspoelt. Met andere woorden: het is best mogelijk dat betreffende voorwerp, met daarop het DNA, niet lang in het water geiegen heeft of kan hebben. Dit is voer voor leiden die daar verstand van hebben.
Maar het is nog steeds noodzakelijk om elke mogelijkheid uit te sluiten dat die vest later per ongeluk door iemand (een politieagent, een wetenschapper, een klerk, enz.) wordt besmet. Het feit dat het merkteken zich aan de binnenkant van die vest bevindt, tussen de stof en de kevlar, lijkt deze mogelijkheid niet uit te sluiten. Concreet hebben de experts de onderzoeksrechter en de rechercheurs hierover ondervraagd, vanwege het rampzalige beheer en de behandeling van de stukken uit het moorddossier, die in de loop der jaren door tientallen handen zijn gegaan.
Daarnaast kwam bij het NCIC nog een ander aspect aan de orde. Het houdt rechtstreeks verband met de aard van het DNA dat op de plaats van de bloedvlek wordt gevonden. Welke zekerheden hebben we dat dit DNA er ook daadwerkelijk vandaan komt? Want als het DNA van een biologisch spoor volledig kan verdwijnen, kan er achteraf perfect een ander DNA, vreemd aan het spoor, bovenop komen. Het is duidelijk en hypothetisch dat bijvoorbeeld een laboratoriumoperator, die in contact zou zijn gekomen met de bloedvlek, heel goed zijn eigen DNA daar zou kunnen hebben gedeponeerd. Het lijkt er echter op dat de Ronquières-objecten door mensen van verschillende laboratoria werden behandeld voordat ze in Charleroi op Bio.be terechtkwamen. Dat wil zeggen in het midden van de jaren tachtig, toen de kennis op het gebied van genetica veel minder ver gevorderd was en de voorzorgsmaatregelen die werden genomen om het risico op besmetting van DNA-monsters te voorkomen, niet waren wat ze nu zijn.