Het zoveelste bewijs van wat ik noem "Wij zoeken ons". Ben erg benieuwd welke draai bepaalde forumleden hier weer aan zullen geven.
De waarheid zal uit Italië komen
Tijdens het proces in Brescia bewees een onderzoeker zijn encyclopedische kennis van een soort “extreemrechtse internationale“ - waaronder ook enkele Belgen - die hij verdenkt “betrokken te zijn in alle aanslagen tijdens de loden jaren”. Het gaat om luitenant-kolonel Massimo Giraudo, lid van de antiterroristische eenheden van de Italiaanse politie. Hij is een sleutelfiguur in de lopende processen.
Gemiste kans
Het was Massimo Giraudo die in de lente van 1998 de Belgische magistraten had ontvangen, om gemeenschappelijke onderzoeksmethoden, gelijkenissen en banden met de Bende van Nijvel te onderzoeken
Langzaam maar zeker ontmaskert de Italiaanse justitie de echte daders en vooral de opdrachtgevers van verschillende politieke aanslagen tijdens de jaren 60 tot 90. Zal Italië er misschien bereiken waar België al meer dan 35 jaar niet in slaagt?
Na de vakantieperiode - als corona het toelaat - zal het Italiaanse gerecht proberen om een nieuw stukje van de waarheid te ontsluiten over een recente en uiterst brutale periode uit haar nationale geschiedenis. Tijdens het zogenaamde 'proces van Bologna' zullen wellicht alle namen, de drijfveren en de financiering van de daders van de bloedigste aanslag uit de Italiaanse geschiedenis naar boven komen.
Om 10u25, op woensdag 2 augustus 1980, ontplofte een bom in een wachtzaal van het station van Bologna, vol vakantiegangers. De aanslag eist welgeteld 85 onschuldige slachtoffers en kwam als een loodzware steen op de maag te liggen van het land waar ooit een van de meest succesvolle vormen van de parlementaire democratie werd geboren. Bologna is voor Italië het equivalent van de moordpartijen van de Bende van Nijvel voor België.
Journalist Antonella Beccaria: 'Het is aan ons. Wij moeten het weten!'
“Het is aan ons. Wij moeten het weten!”, verkondigt onderzoeksjournalist Antonella Beccaria. Zeven jaar oud op het ogenblik van de ontploffing schreef ze reeds een aantal boeken over het onderwerp, waaronder het pas uitgegeven Dossier Bologna.
“Quando l’ingiustizia diventa legge, la resistenza diventa dovere" (wanneer onrecht wet wordt, wordt weerstand plicht), zo reageerde eind juli een van de vele antifascistische groepen die de omerta hebben overleefd.
Vanaf de jaren 60 werd Italië gedestabiliseerd door een eindeloze golf bloederige aanslagen, moorden op politici en magistraten en verschillende pogingen tot een staatsgreep. Bologna, Milaan, Palermo, Aldo Moro, Giovanni Falcone, de P2-loge: evenveel plaatsen als namen die in het collectief geheugen gegrift staan.
In België geloofde men dat die 'loden jaren' 'enkel' toe te schrijven waren aan de maffia, drugs en corruptie. Men verwarde de Rode Brigades - gewapend en extreemlinks, die lange tijd verantwoordelijk werden geacht voor de aanslagen in Bologna en Piazza Fontana in 1969 in Milaan - met het extreemrechts geweld vertegenwoordigd door Ordine Nuovo ('Nieuwe Orde') en de Movimento Sociale Italiano (MSI).
NAVO, CIA en FBI verdacht
Langzaam maar zeker hebben de Italianen de waarheid van de leugen gescheiden, en steeds scherper inzage gekregen in een politieke klasse die door en door rot is. De rooskleurige beelden van regeringsleiders zoals die van de christendemocraat Giulio Andreotti zijn neergehaald. Hun collusie met de maffia bleek endemisch te zijn.
De inlichtingendiensten verloren alle krediet toen bleek dat zij terroristische projecten steunden om de staat te destabiliseren. Zelfs de NAVO, CIA of FBI worden ervan verdacht extreemrechts, de gewapende arm van een eeuwenlange strijd tegen het communisme, aangemoedigd te hebben.
Wat Bologna betreft, zou de verantwoordelijkheid van de loge P2 (Propaganda Due), geleid door de in 2015 overleden Licio Gelli ontegensprekelijk moeten blijken tijdens het langverwachte proces dat in de herfst moet doorgaan. Die vrijmetselaarsloge was een soort 'staat in de staat' waar dubieuze zakenlui en politici elkaar vonden. P2 wordt gelinkt aan extreemrechtse groepen en werd volgens verschillende Italiaanse media in het geheim gefinancierd door de Verenigde Staten.
In 2015 valt een eerste spraakmakende gerechtelijke beslissing. Een leider van Ordine Nuovo en een agent van de SID (de inlichtingendienst van Defensie) worden schuldig bevonden aan de aanslag op de Piazza della Loggia in Brescia, die het leven kostte aan acht personen, tijdens een antifascistische betoging op 28 mei 1974.
Een historisch vonnis, berichtte de krant La Stampa, want nooit eerder had men de gedeelde verantwoordelijkheid aangetoond van Ordine Nuovo (uiterst rechts) en de geheime diensten voor de aanslagen in die periode.
Tijdens het proces in Brescia bewees een onderzoeker zijn encyclopedische kennis van een soort “extreemrechtse internationale“ - waaronder ook enkele Belgen - die hij verdenkt “betrokken te zijn in alle aanslagen tijdens de loden jaren”. Het gaat om luitenant-kolonel Massimo Giraudo, lid van de antiterroristische eenheden van de Italiaanse politie. Hij is een sleutelfiguur in de lopende processen.
Gemiste kans
Het was Massimo Giraudo die in de lente van 1998 de Belgische magistraten had ontvangen, om gemeenschappelijke onderzoeksmethoden, gelijkenissen en banden met de Bende van Nijvel te onderzoeken.
Toentertijd hadden onderzoeksrechter Jean-Pol Raynal en advocaat-generaal Claude Michaux het dossier net overgenomen. Ze wilden de zaak met een frisse blik bekijken. De vragen die zij aan hun Italiaanse collega’s stelden, bevestigen dat ook zij geloof hechtten aan de politieke stelling dat een soort terroristisch extreemrechts commando bestaande uit getrainde rijkswachters moest zorgen voor een destabilisatie van de staat.
De Belgische delegatie weigerde, zoals eerder geschreven, iedere samenwerking met de Italianen en begroeven bij hun terugkomst in Charleroi de politieke piste van het internationaal terrorisme. Aan de Italiaanse kant betreurt men die gemiste kans. Een bron wijst erop dat het Italiaans gerecht klaar stond om Yves Guérin-Sérac aan te houden:
Er is geen gerechtelijke samenwerking ontstaan tussen onze beide landen. Net zoals de Verenigde Staten elke samenwerking weigerden toen wij vragen wilden stellen in verband met de betrokkenheid van bepaalde Amerikaanse diensten in de aanslagen tijdens de loden jaren.
Journalist Antonella Beccaria: 'Ik heb geen ogenblik getwijfeld dat de DIA betrokken was bij de aanslag in Bologna'
Journalist Antonella Beccaria zegt "geen ogenblik te hebben getwijfeld dat de DIA (de geheime diensten van het Amerikaans leger) betrokken was bij de aanslag van Bologna". "Het gerechtelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de daders, de organisatoren van de aanslagen, toegang hadden of actief waren in de NAVO-basissen gelegen in het noorden van Italië."
Voor de auteur van Dossier Bologna is het proces dat nog moet beginnen een "uiterst belangrijk" moment voor haar land. "Tot nu toe werden Licio Gelli en de P2-loge enkel veroordeeld om dat ze het onderzoek hebben gedwarsboomd. Nu gaat het om hun rechtstreekse verantwoordelijkheid met betrekking tot de coördinatie, de financiering en de uitvoering."
Ten tijde van de rogatoire commissie in 1998 ging de belangstelling van de Belgische delegatie naar een informant die cruciaal was voor de Italiaanse magistraten belast met de aanslagen van Milaan, Brescia en Bologna. Een persoon die het onderzoek een stuk verder kon helpen. Zijn naam is lang geheim gebleven.
Het betreft de spijtoptant Gaetano Orlando, ex-stichter van de Movimento di Azione Rivoluzionaria (MAR), een extremistische groep geassocieerd aan Ordine Nuovo. Een heel grote vis uit de kring van Stefano Delle Chiare, een van de leiders van het Italiaans, zeg maar internationaal, rechts-extremisme.
Wat vertelt die Gaetano Orlando? Deze extreemrechtse leider verklaarde aan de Italiaanse onderzoekers dat hij in België is ondergedoken in juni 1974 op het moment dat hij verdacht werd en moest vluchten na de aanslag in Brescia, enkele weken eerder.
Zoals blijkt uit het proces-verbaal van het verhoor geeft Gaetano Orlando details over zijn vlucht. Hij verklaarde aan de politieagenten dat hij zijn toevlucht zocht in Zwitserland, dat hij daar werd gespot en dat hij tenslotte in Brussel kon onderduiken bij Mario Spandre, een advocaat die een extreemrechtse politicus verdedigde waarvan de naam dikwijls geciteerd wordt in verband met de Bende van Nijvel (de 'zwarte baron' Benoît de Bonvoisin).
Vervolgens zouden Orlando en Spandre aan een vergadering hebben deelgenomen in de Brusselse zetel van de NAVO. Volgens het proces-verbaal van het verhoor van Orlando werd er gesproken over wapens die door Spandre konden geleverd worden en over een potentiële staatsgreep in Italië.
Kortom, de Italiaanse justitie bezat reeds twintig jaar geleden interessante gegevens over een netwerk van activisten gelieerd aan de Amerikaanse geheime diensten (de CIA of eerder de DIA, haar militair equivalent). België deed er niets mee.
De puzzel weer samenstellen
Noodzakelijkerwijs blijft spijtoptant Orlando achter de schermen de Italiaanse justitie helpen om de puzzel van de beruchte strategie van de spanning, uitgewerkt door de Verenigde Staten, te reconstrueren.
In België gaf het duo Raynal/Michaux er in 2011 de brui aan. Jean-Pol Raynal is de magistraat die het langst belast werd met de Bende van Nijvel. Aan het einde van zijn missie had zijn onderzoek eigenlijk geen welbepaalde oriëntatie meer.
De politieke piste werd stilaan verlaten om plaats te maken voor de oorspronkelijke stelling dat de moordenaars gewone misdadigers zouden zijn. Op dat moment werd ook beroep gedaan op een profiler, gespecialiseerd in de gedragingen van het zware banditisme, om de onderzoekers bij te staan.
Bron: Apache | Philippe Engels | 5 oktober 2020