Wapens en drugs, Bulgarije ontkent
Het kleine Bulgarije is al veertig jaar Moskous trouwste bondgenoot. Anders dan Polen, Roemenië of Tsjechoslowakije, bezorgt het de oude heren in het Kremlin zelden hoofdpijn. Het lijkt dan ook allemaal pais en vree in deze uithoek van de Balkan, maar dat is schijn.
Sofia, de mooie hoofdstad aan de voet van de berg Vitosja, heeft een reputatie opgebouwd als trefpunt van internationale gangsters. Van deze stad uit zou de moordaanslag op de paus zijn georganiseerd. En hier kwam de man vandaan die in september 1978 de naar het Westen gevluchte Bulgaarse schrijver Georgi Markof doodde met een paraplu.
In dezelfde stad tenslotte werden de plannen beraamd voor de ”bulgarisering” van 800.000 Turken in het noordoosten en het zuiden van het land. Deze campagne, waarbij het Turkse deel van de bevolking gedwongen Bulgaarse namen moet aannemen, zou tientallen, misschien zelfs honderden doden hebben veroorzaakt.
Bulgarije is, kortom, geen eiland van rust. Een van onze medewerkers ging erheen. Hij maakte kennis met een danslustig volk dat zich onder leiding van partijvoorzitter en president Todor Zjivkov gretig bezighoudt met de handel in wapens en verdovende middelen.
Sofia en Moskou blijven erg trouwe vrienden
Als bijen zwermen de Bulgaarse douane-beambten om een Turkse vrachtwagen. De chauffeur van de kolos op achttien wielen heeft de cabine opgekrikt zodat de Bulgaren onder de motorkap kunnen snuffelen. Ze demonteren de koplampen, klimmen het dak op, kruipen onder de wagen en doorzoeken de persoonlijke bezittingen van de overrompelde bestuurder. Zo’n stalen monster heeft per slot van rekening talrijke plekjes om heroïne te verbergen.
Kalotina aan de Joegoslavische grens is de drukste douanepost van Bulgarije, een vitaal doorlaatpunt op de snelweg die West-Europa met het Midden-Oosten verbindt. Per jaar rijden er een miljoen auto’s door Kalotina. ’s Winters zijn het vooral trucks, 85000 per jaar, 200 per dag. Vorig jaar doorkruisten 562000 vrachtwagens en anderhalf miljoen personenauto's Bulgarije.
Streng
De Bulgaarse douane controleert streng. Ze maakt gebruik van elektronische apparatuur en rontgenstralen. Voor alles zoekt ze naar ”de witte dood”, heroïne uit Turkije en Libanon. "Onze grootste vangst in 1984 was 29 kilo heroïne” zegt het hoofd van de douane in Kalotina. "En de grootste buit in de afgelopen achttien jaar was een ton hasjies. Die zat in de dubbele bodem van een lege Turkse truck die onderweg was naar Oostenrijk”.
's Winters zie je alleen zware vrachtwagens op de snelweg naar Sofia. Duitse, Oostenrijkse, Nederlandse, Italiaanse, Turkse, Bulgaarse en Hongaarse trucks. Dit is de belangrijkste Oost-West-verbinding.
Menige chauffeur die op weg is naar het Oosten parkeert zijn vrachtwagen bij het motel ten westen van Sofia. Wie uit de Oriënt komt, stapt uit bij het motel aan de oostkant van de Bulgaarse hoofdstad. Hier ontmoet iedereen iedereen.
Bulgarije wordt ervan beschuldigd dat het juist hier oogluikend de handel in verdovende middelen toestaat. Maar in werkelijkheid wordt de zaak geregeld door de Turkse mafia. Rijke Turken, in slagschepen van auto's bevolken de hotels en casino’s van Sofia. En boze tongen beweren dat de Bulgaarse staats-handelmaatschappij Kintex een façade is voor de handel in drugs en wapens. De wapens gaan naar het Midden-Oosten en ze worden betaald met verdovende middelen.
Koepels
Al van verre zijn de contouren van Sofia te zien. Een stad aan de voet van de drieduizend meter hoge, met sneeuw bedekte berg Vitosja. De goudkleurige koepels van de Alexander Nevsky-kathedraal, in de vorige eeuw gebouwd ter herinnering aan het feit dat Bulgarije door tsaristische troepen werd bevrijd van de Turken, domineren de "skyline" van de stad.
De atmosfeer van Sofia is, evenals zijn architectuur, zijn geurtjes en zijn geluiden, die van de Balkan. Slavisch is ze niet. Je voelt het Oosten. Sofia is een aantrekkelijke stad, met veel parken vol rozen. Zakenlieden die zich in Oost-Europa vestigen geven bijna zonder uitzondering de voorkeur aan Sofia boven andere Oosteuropese hoofdsteden. De sfeer is hier meer ontspannen dan in het strenge Moskou, het droevige Praag of het sobere Boekarest.
Traciërs, Grieken en Romeinen hebben zich hier als eersten gevestigd. Ze werden als het ware opgeslokt door de Slaven, die ook de 300.000 oerBulgaren, in de zevende eeuw van Rusland uit hierheen getrokken, absorbeerden. Alleen de naam van het 1300 jaar oude land herinnert nog aan hen. Dit land is altijd een doorgangshuis tussen Oost en West geweest, bereisd door Romeinse legioenen, kruisvaarders en tegenwoordig door vrachtwagens. Een brug tussen twee continenten.
Oprichter
Op de markt achter de boulevard Georgy Dmitrof - genoemd naar de oprichter van de Bulgaarse communistische partij - kom je ze allemaal tegen: oer-Bulgaren, Traciërs, Macedoniërs, Armeniërs, Romeinen, Grieken, joden, Byzantijnen, Turken, zigeuners en alle slaven. Uit deze smeltkroes werd een mediterraan volk geboren.
Het moderne Bulgarije lijkt ver weg en geheimzinnig, verborgen op de raadselachtige Balkan. Temeer omdat het vijfhonderd jaar van de kaart verdween, toen het onder de Turken tot 1396 van Europa werd afgesneden, tot het in 1878 door de Russen werd bevrijd.
Toen de Russen hen in 1944 opnieuw bevrijdden, kwamen de Bulgaren meer dan ooit bij hun grote broers in het krijt te staan. De nederlaag van het fascistische bewind resulteerde in de oprichting van een communistisch regime. En in al die veertig jaar is het socialistische Bulgarije een trouwe bondgenoot van Rusland gebleven.
"Wij voelen ons sterk verbonden met de Russen”, zegt een jonge schrijver, die hiermee bevestigt wat je vaak hoort. "Er zijn hier geen Russische troepen. Al zou ik een Russische officier zien, ik zou hem niet herkennen.” Er is geen reden om het land te bezetten of anderszins onder druk te zetten. Bulgarije is afhankelijk van Moskou. Het zit er door politieke, economische en militaire akkoorden stevig aan vast. Het heeft Russische grondstoffen nodig, olie, financiële hulp.
Paraplu
Daarom wordt hier nog wel eens gezegd: "Als het in Moskou regent, steken ze in Sofia de paraplu op” en met een verwijzing naar deze woordspeling, wordt een Westeuropees land dat de Verenigde Staten erg naar de ogen kijkt "het Bulgarije van de Navo” genoemd.
Toch is dit beeld van Bulgarije een grove vereenvoudiging. De betrekkingen met Moskou zijn altijd goed geweest. Wij zijn hier niet in Polen. Moskou vertrouwt Bulgarije, dat op zijn beurt Moskou’s buitenlandse politiek steunt.
Wat allemaal niet wegneemt, dat Bulgarije sterk van de Sovjetunie verschilt. De mensen hier staan open voor het leven, ze dansen en zingen graag. Bovendien kan menigeen geld uitgeven dat wordt verdiend met een bijbaantje. Er hebben zich hier weliswaar geen hervormingen voorgedaan als in het Hongarije van Kadar, maar de Bulgaren weten wel wat leven is. De restaurants zitten vol. Op de skihellingen van de berg Vitosja — 22 kilometer van Sofia — verdringen de watersportliefhebbers elkaar.
Zwarte markt
Een Joegoslavische journalist die een verhaal schreef over de raadselachtige manier waarop Oosteuropeanen aan hun geld komen, kwam tot deze conclusie: "Een Bulgaarse arbeider verdient 200 leva’s per maand, hij geeft er 400 uit en zet er 600 op de bank". (Een lev = ± 1 dollar) De oplossing ligt natuurlijk op de zwarte markt.
Een Zwitserse zakenman die nu al zes jaar lang elke maand in Bulgarije komt, heeft vastgesteld dat de economie blijft groeien. In tegenstelling tot bijvoorbeeld die van Roemenië.
Economische tijdschriften maken melding van kleine economische wonderen in Bulgarije. De produktie neemt toe. De handel met het buitenland steeg vorig jaar met tien procent, hoewel die met het Westen, waarmee harde valuta moet worden verdiend om nieuwe technologie te kunnen kopen, achteruit liep. Maar er is hoe dan ook een gestage groei.
De trein uit Istanboel loopt het station van Triëst binnen. Een groep Turkse meisjes in veelkleurige lange rokken trekt de aandacht van de douane. Alle meisjes zijn op weg naar West-Europa en zo te zien zijn ze allemaal zwanger. Een onderzoek wijst uit dat onder die opbollende rokken geen nieuw leven maar verdovende middelen schuilgaan. Ieder van de meisjes heeft drie kilo morfine bij zich - goed voor 100.000 doses heroïne met een marktwaarde van tweeëneenhalf miljard gulden.
Wapens
In Brindisi wordt een Syriër met 2 1/2 kilo zuivere heroïne in de kraag gegrepen. Op de luchthaven Malpensa in Milaan wordt een lading pistolen, bommen en granaten, afkomstig uit de Verenigde Staten, onderschept. Een krat met Fiat-motoren met bestemming Turkije, blijkt wapens te bevatten. Kalasjnikof-geweren, zelfs Leopard-tanks en helikopters worden ontdekt. De illegale stroom wapens naar het Oosten is werkelijk eindeloos. Wapens uit het Westen worden doorgaans betaald met drugs uit het Oosten. Zeker twee miljoen Turken pendelen jaarlijks tussen deze windrichtingen. Sommigen met verdovende middelen, per schip, in vliegtuigen, in vrachtwagens. De trucks vervoeren het leeuwendeel van de buit. Wapens naar het Oosten, drugs naar het Westen. De Turkse en Italiaanse mafiosi beheersen de handel. En Bulgarije is de grote overslagplaats.
Maar in Sofia wordt dat officieel en hardnekkig ontkend. Zoals men daar ook elke suggestie van de hand wijst dat de Bulgaarse geheime dienst de opdrachtgever was van de Turk Mehmet Ali Agca, die in 1981 op het St. Pietersplein in Rome de paus neerschoot.
’Godfather’
Agca beweerde dat Bekir Celenk, de "godfather” van de Turkse mafia, vanuit zijn suite op de zeventiende verdieping van hotel Vitosja in Sofia, het complot organiseerde voor de Bulgaarse geheime dienst, die hem drie miljoen dollar zou hebben geboden voor het karwei. Bulgarije ontkent. Alsof dit kleine land, met zijn negen miljoen inwoners, de oorzaak van alle kwaad zou zijn, zegt men in Sofia. Nee, al die beschuldigingen van moordcomplotten, handel in wapens en verdovende middelen zijn belachelijk. Zegt Sofia. Het waarheidsgehalte van zulke mededelingen valt moeilijk te controleren. Te bewijzen valt er niets en in elk geval maken de Bulgaren een grote show van elke vangst van verdovende middelen. Toch blijft de indruk bestaan dat het land gewillig een oogje dichtknijpt voor bepaalde activiteiten van reizigers, die opvallend vaak de Bulgaarse grens overtrekken. Te gewillig.
Bron: Algemeen Dagblad | 27 Februari 1985