Topic: Edgard Dulière
Edgard Dulière is geboren in 1941. Hij was een vrachtvoerder en samen met zijn eerste vrouw baatte hij café Beaulieu uit. Dit café was gelegen in de Rue de Saintes in Nijvel.
In april 1974 werd hij veroordeeld tot 11 jaar dwangarbeid voor de moord op zijn vrouw. Na een ruzie stak hij eind januari 1973 zijn vrouw dood met een mes.
Op 28 mei 1985 werd hij echter door zijn toenmalige vrouw vermoord met een mes. Het koppel woonde toen in de Boogschutterlaan te Nijvel. Edgard Dulière was toen 44 jaar oud. Het koppel leefde van wat OCMW en mutualiteit betaalden. Maar ondanks hun armoede waren ze vaak te zien in cafés in Nijvel en omgeving. Beide waren verslaafd aan alcohol.
In de periode tussen zijn vrijlating en zijn dood was Dulière betrokken bij (kleine) criminele bende(s) in Nijvel en omgeving.
Edgard Dulière tijdens zijn proces in 1974:
Herbergier steekt zijn vrouw dood te Nijvel
Woensdagochtend omstreeks 3u. heeft een man te Nijvel na een hevige ruzie zijn vrouw met een mes doodgestoken. Toen de rijkswachters op de plaats van de misdaad aankwamen, trachtte de dader te vluchten, maar kon spoedig aangehouden worden.
De 32-jarige Edgard Dulière en zijn echtgenote Laure De Vleminck, die 16 jaar ouder was dan haar man, baatten in de rue de Saintes te Nijvel het café Beaulieu uit. De verstandhouding tussen beiden was geruime tijd zoek, omdat Dulière een buitenechtelijke verhouding had. De man beschuldigde Laure Vleminck op zijn beurt van overspel, maar of deze beschuldiging op waarheid berust, staat niet vast.
Woensdagavond ontstond voor de zoveelste maal ruzie tussen Dulière en zijn vrouw. Op een bepaald ogenblik haalde de man uit de keuken een mes en bedreigde zijn vrouw. Deze wilde daarop de rijkswacht opbellen, maar Dulière rukte de draden uit de muur. André Bailleux, die op de verdieping van de herberg een kamer huurt, trachtte de twistende echtgenoten te scheiden, maar liep een messteek in de hand op.
Gevlucht
Van deze tussenkomst profiteerde Laure De Vleminck om naar buiten te lopen. Ze geraakte tot in de Rue Saint Georges en vluchtte er het huis van een vriendin binnen. Even later dook ook Edgard Dulière daar op. Schuimbekkend van woede plofte hij zijn vrouw het mes in de borst. Toen hij zag wat hij gedaan had, wilde Dulière zijn vrouw onmiddellijk naar de dokter brengen. Hij liep weer naar buiten om zijn auto te halen.
Intussen alarmeerde de vriendin van het slachtoffer, dat op slag werd gedood, de rijkswacht. Toen Dulière per auto aan het huis toekwam, waren de rijkswachters er al. De man trachtte nog te vluchten, maar werd snel gegrepen en opgesloten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 1 Februari 1973
Vrachtvoerder Dulière stak echtgenote neer te Nijvel
De 33-jarige Edgard Dulière, vrachtvoerder uit Nijvel, verscheen maandag voor het Assisenhof van Brabant, voorgezeten door raadsheer Terlinden. Hij wordt ervan beschuldigd op 31 januari 1973 zijn echtgenote Laure Devleminck, bijgenaamd Lola, met voorbedachten rade te hebben doodgestoken met een keukenmes.
Dulière verdroeg niet dat zijn echtgenote hem door de rijkswacht op heterdaad van overspel had laten betrappen met Liliane Delau, met wie hij sinds 1 juli 1971 intieme omgang had.
Dulière verdacht daarbij ten onrechte zijn echtgenote van ontrouw, en na herhaaldelijk aan derden te hebben verklaard dat hij zijn vrouw zou om het leven brengen, stak hij haar na een hevige ruzie een keukenmes in het hart. Hij liet zich zonder moeite aanhouden.
Beklaagde is een magere man met snor en bril. Hij wordt verdedigd door Mr. Jules Wolf, bijgestaan door Mr. Logé. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door advocaat-generaal Fias. De jury is samengesteld uit 5 dames en 7 heren.
Ondervraging
Uit de ondervraging bleek dat Dulière werd geboren te Hamme-sur-Heure (Waals-Brabant) en dat zijn ouders alles in het werk stelden om hem een degelijke opvoeding te geven. Hij bracht het nooit verder dan het 5e studiejaar van de lagere school en ging van zijn 14de jaar af werken, meestal als hulp-elektricien. Na het volbrengen van zijn dienstplicht werd hij verliefd op een 4 jaar oudere vrouw, die nochtans weigerde met hem te trouwen. Uit verdriet zou hij zich van dat ogenblik af aan de drank begeven.
Een paar jaar nadien maakte hij in een herberg te Nijvel kennis met zijn toekomstige echtgenote Laure Devleminck met wie hij een drietal jaren ging samenwonen, totdat het tenslotte op 7 augustus 1968 tot een huwelijk kwam.
De verhouding tussen beide echtgenoten was aanvankelijk goed, doch van 1 juli 1971 af kreeg Dulière een verhouding met een getrouwde vrouw, Liliane Delau, van wie de echtgenoot erg ziek was.
Laure Devleminck kwam vrij spoedig achter die verhouding, wat aanleiding gaf tot veelvuldige huiselijke twisten. Dulière deinsde er niet voor terug zijn vrouw slagen toe te brengen. De toestand werd nog erger nadat Laure Devleminck haar man op 23 december 1972 door de rijkswacht op heterdaad van overspel had laten betrappen. Van dat ogenblik af herhaalde beklaagde steeds maar, ook in aanwezigheid van derden, dat hij zijn vrouw zou doden.
Hij begon eveneens zijn vrouw van ontrouw te verdenken en deed op zijn beurt een beroep op de rijkswacht opdat ook zij op heterdaad van overspel zou worden betrapt. Deze pogingen leverden niets op, en op 31 maart 1973, even na 1 uur in de morgen, op een ogenblik dat hij niet minder dan 2,33 gr. per 1.000 alcohol in het bloed had, stak Dulière zijn vrouw met een keukenmes dood.
Getuigenverhoor
Eerste getuige was rechter van instructie Joris uit Nijvel, die aan de hand van lichtbeelden een uitvoerig verslag bracht over de feiten zelf en de bekentenissen die beklaagde aflegde. De onderzoeksrechter maakte er gewag van dat Dulière na het neersteken van zijn vrouw de ziekendienst poogde op te bellen en toen dat onmogelijk bleek te zijn, het slachtoffer met zijn voertuig naar het hospitaal wilde overbrengen. Hij slaagde daarin niet, omdat hij ondertussen was aangehouden.
Wetsgeneesheer dokter Desoignies, die de lijkschouwing had verricht, verklaarde dat de dood was te wijten aan het doorboren van de onderkant van het hart met een scherp voorwerp. Het slachtoffer had op het ogenblik van de feiten 1,31 g.p. duizend alcohol in het bloed.
Psychiater Dr. Dehon deed opmerken dat de verantwoordelijkheid van Dulière vrij aanzienlijk is verminderd, wat te wijten is aan bepaalde karaktertrekken. Dulière was als het ware bezeten door het moederbeeld, wat er hem toe aanzette een vrouw te trouwen die bijna 15 jaar ouder was dan hij zelf.
Volgens de psychiater is het mogelijk dat Dulière zijn echtgenote slechts ernstig wilde kwetsen en niet om het leven wilde brengen. Dit zou kunnen blijken uit het feit dat hij slechts een messteek toebracht en na het neersteken van zijn vrouw de ziekendienst opbelde, opdat het slachtoffer zou verzorgd en mogelijk worden gered.
Daarna werden nog enkele getuigen ondervraagd die Dulière en zijn echtgenote hoorden ruzie maken, enkele minuten vooraleer de vrouw werd neergestoken.
Het getuigenverhoor wordt heden dinsdag verder gezet.
Bron: Gazet van Antwerpen | 2 April 1974
Veel ruzies tussen beklaagde en slachtoffer
In het proces van de 33-jarige Edgard Dulière, vrachtvoerder uit Nijvel, die 31 januari 1973 zijn echtgenote Laure Devleminck met een keukenmes om het leven bracht, werden dinsdag hoofdzakelijk getuigen gehoord.
De eerste getuige was de uitbaatster van een café te Nijvel, waar het slachtoffer herhaaldelijk in het gezelschap van een paar vrienden werd opgemerkt. Op de houding van het slachtoffer viel volgens de uitbaatster niets aan te merken.
Geneesheer Monnaye, huisdokter van het echtpaar Dulière-Devleminck wist dat het slachtoffer een zwaar heelkundig ingrijpen had ondergaan aan de baarmoeder. Wat misschien de intieme verhoudingen nadelig beïnvloedde.
Anne-Marie Gosselin, de 26-jarige dochter van het slachtoffer, stelde meer dan eens sporen van slagen vast bij haar moeder. De dochter vertelde ook dat haar moeder op zekere dag een fles stuk sloeg op het hoofd van Dulière, toen deze dronken was.
De vader van het slachtoffer, Emiel Devleminck, was de mening toegedaan dat zijn dochter sinds haar operatie geen voldoening schonk aan haar echtenoot. Getuige raadde beklaagde aan een einde te maken aan de verhouding die hij had met een vriendin. Het slachtoffer zelf durfde thuis niet meer slapen uit vrees door Dulière te worden gedood.
Leon Dulière, de vader van beklaagde, verzette zich tegen het samenwonen van zijn zoon met Laure Devleminck op een ogenblik dat de vrouw nog steeds getrouwd was. Toen beklaagde later een verhouding begin met Liliane Delau spoorde getuige beklaagde aan hieraan een einde te maken. Beklaagde antwoordde hem toen dat hij niet meer tevreden was over zijn echtgenote en derhalve naar een andere vrouw had uitgekeken.
De moeder van beklaagde getuigde dat ze herhaaldelijk vechtpartijen zag tussen haar zoon en het slachtoffer zodanig dat ze af en toe diende tussen te komen.
Anny Dulière, zuster van beklaagde, zegde dat het slachtoffer, Laure Devleminck, soms bloemen kocht en ze in het café dat ze uitbaatte op de toonbank plaatste. Dit met de bedoeling beklaagde jaloers te maken door hem te laten geloven dat de bloemen haar door een andere man werden geschonken.
Na het verhoor van nog enkele moraliteitsgetuigen, besloot voorzitter Terlinden de debatten heden woensdag voort te zetten met het rekwisitoor en de pleidooien. Het arrest wordt tegen woensdagavond verwacht.
Bron: Gazet van Antwerpen | 3 April 1974
Edgard Dulière veroordeeld tot 11 jaar dwangarbeid
De juryleden van het Assisenhof van Brabant - 5 dames en 7 heren - bevonden Edgard Dulière, vrachtvoerder uit Nijvel, schuldig aan het toebrengen met voorbedachtheid van slagen en verwondingen met dodelijke afloop, aan zijn 15 jaar oudere echtgenote Laure Devleminck.
De jury hield rekening met de thesis van de verdedigers, Mrs. Logé en Wolf, die in hun pleidooien betoogden dat Dulière zeker niet het inzicht had gekoesterd om zijn vrouw om het leven te brengen, vermits hij achteraf poogde de hulpdienst op te bellen en het gekwetste slachtoffer ten slotte met zijn auto naar het ziekenhuis bracht.
’s Morgens verklaarde advocaat-generaal Fiasse in zijn rekwisitoor, dat beklaagde Dulière na een eerste ongelukkige liefde stilaan verslaafd was geraakt aan de drank.
Tijdens een van zijn herbergbezoeken ontmoette hij op 1 november 1965 het toekomstige slachtoffer Laure Devleminck met wie hij eerst ging samenwonen om er drie jaar later mee te trouwen.
In juli 1971 begon Dulière een verhouding met een jongere vrouw en van dat ogenblik af, ontstonden er schier dagelijks ruzies in zijn huishouden. Het kwam toen tot slagen en verwondingen. Dulière ontpopte zich daarbij niet alleen als een dronkaard en ontrouwe echtgenoot, doch tevens als een geweldenaar.
Nadat het slachtoffer enkele dagen voor de feiten Dulière door de rijkswacht op overspel had laten betrappen, herhaalde Dulière t.o.v. derden dat hij zijn vrouw zou doden. Op 31 januari 1973, tijdens een nieuwe ruzie voerde hij zijn dagenlang beraamd misdadig opzet uit, door zijn vrouw met een keukenmes dood te steken. “Het is dus duidelijk dat hij niet alleen het inzicht had te doden, maar tevens optrad met voorbedachte rade”, aldus het openbaar ministerie.
Verdediging
Mgrs. Logé en Wolf, die instonden voor de verdediging, betoogden van hun kant dat Dulière slechts het inzicht had gekoesterd “zijn vrouw naar het hospitaal te zenden”, en dat hij zich derhalve slechts aan slagen en verwondingen met dodelijke afloop schuldig.
Voordien had de verdediging erop gewezen dat het slachtoffer als gevolg van een zware operatie, geen intieme omgang meer had met Dulière in de periode van het drama. Het slachtoffer was daarom jaloers en zij poogde op haar beurt de jaloersheid van Dulière op te wekken door ’s avonds met andere mannen uit te gaan. Zij kocht zelf ook bloemen, maar zei dat ze die kreeg van haar aanbidders.
Uit het feit dat Dulière onmiddellijk na de feiten de ziekendienst poogde op te bellen, en vervolgens zijn vrouw met zijn eigen auto naar het hospitaal wilde overbrengen, meende de verdediging te mogen opmaken dat hij het slachtoffer slechts had willen kwetsen. De doodsbedreigingen aan het adres van zijn vrouw, die hij enkele dagen voordien had geuit, sprak hij telkens uit terwijl hij dronken was. Deze bedreigingen vormen volgens de verdediging geen bewijs van het feit dat hij met voorbedachtheid zou hebben gehandeld.
Na de gebruikelijke replieken kwam de beschuldigde nog aan het woord. Hij verklaarde niet het inzicht te hebben gehad zijn vrouw te doden, en zei er spijt van te hebben dat ze overleden is.
Verdict
Vervolgens las voorzitter Terlinden de vijf vragen voor die de jury diende te beantwoorden:
1. Maakte Edgard Dulière zich schuldig aan opzettelijke doodslag op de persoon van zijn echtgenote Laure Devleminck?
2. Pleegde hij deze doodslag met voorbedachte rade?
3. Bracht hij slagen en verwondingen toe aan het slachtoffer?
4. Hadden deze slagen en verwondingen deze dood tot gevolg?
5. Werden deze slagen en verwondingen toegebracht met voorbedachte rade?
Na een beraadslaging die een uur en vijftig minuten duurde, antwoordde de jury negatief op de eerste twee vragen en positief op de drie volgende vragen. Bij gevolg werd Dulière schuldig bevonden aan het toebrengen van slagen en verwondingen met dodelijke afloop zonder het inzicht te doden, maar gepleegd met voorbedachte rade.
Na een nieuwe beraadslaging van 20 minuten en waaraan ook het Hof deelnam, werd Edgard Dulière veroordeeld tot 11 jaar dwangarbeid.
Bron: Gazet van Antwerpen | 4 April 1974
Vrouw steekt man dood met broodmes
In de Boogschutterlaan te Nijvel is de 44-jarige Edgard Dulière dinsdagavond door zijn tweede echtgenote, de 11 jaar jongeren Nadia Cranenbrouck, met een broodmes doodgestoken.
De hulpdiensten werden van de feiten op de hoogte gebracht door het 9-jarig zoontje van Cranenbrouck, het enige van de drie kinderen uit haar eerste huwelijk dat nog thuis is. De jongen was in paniek naar de gebouwen van de dienst 900 gerend, die slechts een twintigtal meter van de woning van het gezin Dulière liggen.
Toch kwam hulp voor Dulière te laat: de man was nagenoeg leeggebloed, en bovendien werd een van zijn longen door het 20 centimeter lange lemmet doorboord.
Nadia Craenenbrouck liet zich zonder enige tegenstand aanhouden, maar onderzoeksrechter Christian Baeyens hechtte helemaal geen geloof aan haar bewering dat haar man haar bedreigd had. De vrouw is immers veel forser gebouwd dan Dulière, die al lang invalide was en bij de autopsie nauwelijks 35 kilo bleek te wegen.
Hoewel het koppel moest leven van wat OCMW en mutualiteit betaalden, waren beiden trouwe bezoekers van een reeks buurtcafés, waar ze het grootste deel van hun dagen sleten. Bij hun thuiskomst kwam het dan geregeld tot hoogoplopende dronkenmansruzies. De laatste daarvan kende een fatale afloop.
Nadia Craenenbrouck werd beschuldigd van moord en in de gevangenis van Vorst opgesloten. Edgard Dulière was eind 1973 door het Assisenhof van Brabant tot 11 jaar dwangarbeid veroordeeld, omdat hij in januari van dat jaar zijn eerste vrouw, de toen 48 jaar oude Laure Devleminck, met messteken vermoord had. In 1977, na amper vier jaar van zijn straf te hebben uitgezeten, werd hij wegens goed drag vrijgelaten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 31 Mei 1985
Nadia Craenenbrouck stak haar man dood
De 34-jarige Nadia Craenenbrouck, een fabriekswerkster uit Nijvel, staat vanaf maandag terecht voor het Assisenhof van Brabant. Zij wordt ervan beschuldigd op 28 mei 1985 Edgard Dulière, met een zaagmes te hebben doodgestoken.
Dulière werd op 3 april 1971 tot elf jaar veroordeeld door het Assisenhof van Brabant wegens het doodsteken van zijn eerste echtgenote. Nadia Craenenbrouck, die het verleden van Dulière kende, trad met hem op 31 november 1978 in het huwelijk. Ze bedroog hem regelmatig met andere mannen, toen bleek dat Dulière aan de drank verslaafd was.
Dulière leed onder deze situatie en maakte op 28 mei 1985, na zijn terugkeer uit een herberg, andermaal verwijten aan zijn vrouw in verband met haar ontrouw. Hij bedreigde haar vervolgens met een kleine schroevendraaier.
Craenenbrouck liet daarop door haar 9-jarig zoontje eerst een klein mesje en vervolgens een groter zaagmes halen in de keuken. De vrouw bracht Dulière aanvankelijk twee sneden toe in het aangezicht. Nadien stak ze het zaagmes in de rug van haar echtgenoot. Dulière overleed tijdens zijn overbrenging naar het ziekenhuis.
Nadia Craenenbrouck wordt verdedigd door Mr. Marial Lancaster en Mr. Jean-Marie Chevalier. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar. Er zullen een 30-tal getuigen gehoord worden en de debatten nemen vermoedelijk drie dagen in beslag.
Bron: Gazet van Antwerpen | 13 September 1986
Nadia Craenenbrouck had verscheidene minnaars
De 34-jarige Nadia Craenenbrouck uit Nijvel, die voor het Assisenhof van Brabant terecht staat wegens moord op haar echtgenoot, Edgard Dulière, bedroog het slachtoffer regelmatig en ontving haar minnaars in de echtelijke woonst. Soms liet ze hen daar logeren. Dulière leed erg onder de buitenechtelijke relaties van zijn vrouw.
Nadia Craenenbrouck is weinig ontwikkeld en geraakte nooit verder dan het vierde studiejaar. Zij zelf kreeg drie kinderen uit haar eerste huwelijk. Nadat ze in 1975 wegens overspel was veroordeeld kwam het tot een echtscheiding met haar eerste man.
In 1978 trad ze in het huwelijk met Edgard Dulière van wie ze nochtans wist dat hij tot elf jaar dwangarbeid was veroordeeld geworden wegens het doodsteken van zijn eerste vrouw.
Dulière was een ziekelijk man, hij onderging operaties aan de alvleesklier en ook aan de bloedaders. Hij leefde van de vergoedingen uitgekeerd door de ziekendienst en was aan de drank verslaafd. Craenenbrouck dronk ook erg veel bier, gemiddeld tien flesjes per dag.
Volgens Craenenbrouck was haar man impotent geworden. Zulks verklaart waarom ze hem regelmatig bedroog. Naar het einde toe had ze niet minder dan drie minnaars die ze om beurten elke week in haar woonplaats ontving. Eén van deze minnaars kwam gewoon bij haar drie maanden lang inwonen, ook al leefde beklaagde nog steeds bij haar man.
Dulière, al was hij vaak dronken, bleek onder de buitenechtelijke relaties van zijn vrouw erg te lijden. Op 28 mei 1985 na zijn terugkeer uit een herberg maakte hij zijn vrouw andermaal verwijten over haar ontrouw. Hij bedreigde haar met een kleine schroevendraaier. Craenenbrouck liet toen door haar negenjarige zoon eerst een klein mesje en vervolgens een groter zaagmes halen uit de keuken.
De vrouw bracht Dulière aanvankelijk twee sneden toe in het aangezicht. Nadien plofte ze het zaagmes in de rug van haar echtgenoot. Dulière stierf tijdens zijn overbrenging naar het ziekenhuis.
Alcohol
Tijdens de namiddagzitting werd onderzoeksrechter Christian Baeyens als eerste getuige ondervraagd. Hij schreef het drama vooral toe aan het alcoholisme van beiden en ook aan het slecht gedrag en de nietsdoenerij van de vrouw.
Deskundige Adrien Schmitz had het alcoholgehalte bij beklaagde onderzocht korte tijd na de feiten. Hij stelde vast dat de vrouw 2,53 mg alcohol in het bloed had. Zulks stemt overeen met het verbruik van een tiental glazen bier in een periode van maximum één uur.
Psychiaters Paul Dossen en Paul Lievens zegden dat het intellectueel peil van beklaagde beneden de middelmaat ligt. Haar beperkte intelligentie en kleine geestelijke ontwikkeling maken haar sociaal minderwaardig. Toch verkeert beklaagde niet in een toestand van zwakzinnigheid.
Wat de ontrouw tegenover haar echtgenoot betreft, waren de psychiaters van oordeel dat beklaagde haar man met gelijke munt wilde betalen. De vrijheden die haar echtgenoot zich veroorloofde door overdadig te gaan drinken, wilde ze compenseren met allerlei vrijheden op seksueel en sentimenteel gebied.
De psychiaters zijn er niet helemaal zeker van of beklaagde wel degelijk haar man wilde doden. Volgens getuigen had ze geen duidelijk plan opgemaakt om haar man uit de weg te ruimen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 16 September 1986
Frederique moest voor Craenenbrouck een groot mes halen
Gisterenvoormiddag is de tienjarige Frederique, zoontje van Nadia Craenenbrouck die beschuldigd wordt van moord op haar echtgenoot, komen getuigen voor het Brabants Assisenhof. Voor hij werd ondervraagd ging het jongetje zijn moeder een zoen geven.
De avond van de feiten keek Frederique naar een TV-feuilleton. Zijn vader zegde dat hij moest gaan slapen en ook zijn moeder raadde hem aan zijn pyjama aan te trekken. Toen kwam het plus tot een ruzie tussen vader en moeder. Edgard Dulière bedreigde zijn vrouw met een kleine schroevendraaier. Toen vroeg Craenenbrouck aan haar zoontje om een mes te gaan halen.
Het jongetje zag een klein mes op de tafel liggen, maar zijn moeder wilde een ander, groter mes bekomen. Frederique die het grote mes aan zijn moeder gaf, zegde niet te hebben geweten dat het moest dienen om te doden.
Even later greep zijn moeder vader Edgard bij de keel. De vader stond recht en toen bracht moeder hem een steek toe in de rechterzijde. Nadat vader was neergevallen, vroeg moeder aan Frederique om hulp te gaan vragen bij het nabij gevestigde Rode Kruis.
Francis Halvoet, eerste echtgenoot van Craenenbrouck, was de volgende getuige. Hij zei dat hij zijn vrouw verliet omdat ze het huishouden onvoldoende verzorgde en de kinderen te veel aan hun lot overliet. Enkele maanden na de scheiding werd Craenenbrouck veroordeeld wegens overspel.
Twee ziekenhuisverplegers die de dodelijk gekwetste Edgard Dulière kwamen halen, vertelden dat ze de man in een bloedplas aantroffen in de gang, waar de echtgenote al schreiend aan het schoonmaken was.
Minnaar
De 55-jarige Leopold C. leerde in 1981 het echtpaar Dulière-Craenenbrouck kennen in herberg “Le Pelerin” te Nijvel. In 1984 kwam hij een paar kamers behangen ten huize Craenenbrouck en maakte van de afwezigheid van de echtgenoot gebruik om Craenenbrouck tot zijn intieme vriendin te maken.
Later kwam getuige verscheidene maanden bij het echtpaar Dulière inwonen. Toen Dulière door had dat getuige de minnaar van zijn vrouw was geworden, diende hij de woning te verlaten. Zulks belette Leopold C. niet regelmatig omgang met Craenenbrouck te hebben.
Volgens getuige had Craenenbrouck haar man willen verlaten. Ze durfde het echter niet omdat ze bang was in dat geval door haar man te worden gedood.
Een kruidenier die rechtover het huis van beklaagde woonde, zegde dat de vrouw dagelijks 12 tot 18 flesjes geuze voor eigen gebruik kwam kopen. Haar man dronk immers alleen maar pilsjes. Craenenbrouck stond voor een aanzienlijk bedrag in het krijt bij getuige, wat haar niet belette elders met een taxi naar toe te rijden.
De moeder van Edgard Dulière vertelde over haar zoon dat hij een kalme en ziekelijke jongen was. Ze zegde dat haar zoon zijn eerste vrouw doodde, onder mer omdat ze teveel haar huishouden verwaarloosde.
Advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar stelde vast dat het slachtoffer, Edgard Dulière, in 1974 tot elf jaar dwangarbeid werd veroordeeld voor slagen met dodelijke afloop aan zijn echtgenote, zonder het inzicht te doden. Verscheidene getuigen lieten zich tijdens het proces gunstig uit over Dulière.
Nadia Craenenbrouck staat thans terecht wegens een opzettelijke doodslag met voorbedachte rade op dezelfde Dulière. Gedurende de jaren dat ze met hem samenwoonde, dacht ze er nooit ernstig over hem te helpen, al wist ze heel goed dat hij ziekelijk was. Ze beseft blijkbaar niet de gevolgen van haar daden en poogt aan haar verantwoordelijkheid te ontsnappen.
Elke dag bracht ze haar echtgenoot naar een herberg om te gaan drinken. Zijzelf was verslaafd aan bier. Haar man was fysisch ontaard en psychisch vernietigd. De moeder van het slachtoffer kwam vertellen hoe haar zoon door beklaagde werd geslagen. Ze brak hem zelfs één van zijn vingers met een pook.
Op het ogenblik van de feiten bleef er van het slachtoffer niet veel meer over. Hij woog nog 38 kg. Hij zou haar met een kleine schroevendraaier hebben bedreigd. Enkele maanden voordien, namelijk in februari 1985 had ze gepoogd hem te doden door hem de polsen over te snijden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 17 September 1986
“Zonder dreiging met schroevendraaier zou Nadia nooit gedood hebben”
Op het assisenproces van Nadia Craenenbrouck (34) uit Nijvel, beschuldigd van moord op haar echtgenoot, heeft de verdediging woensdag gepleit op grond van wettige zelfverdediging. Na de pleidooien werd de rechtszitting omstreeks het middaguur geschorst tot donderdag. Dan volgen de replieken en het verdict.
Nadia Craenenbrouck doodde haar man Edgard Dulière (45) in de nacht van 28 mei 1985, tijdens een hoog oplopende ruzie. Het paar leefde in permanente staat van oorlog wegens de ontrouw en de gewelddadigheid van het slachtoffer. Man en vrouw waren bovendien aan de drank verslaafd en door het leven getekend.
Volgens de verdediging even zoveel factoren die onvermijdelijk tot het drama moesten leiden. Mr. Jean-Marie Chevalier schetste deze droeve neergang sinds de Kerstnacht van 1977 toen Craenenbrouck haar man voor het eerst ontmoette. Dulière had toen enkele dagen penitentiair verlof. Het eerste sinds zijn veroordeling door het Hof van Assisen wegens onvrijwillige doodslag op zijn eerste echtgenote. De verdediging gaf toe dat Craenenbrouck toen reeds vergetelheid zocht in de drank, maar het was Dulière die van haar een alcoholiste zou hebben gemaakt.
Mr. Lancaster vroeg vervolgens de vrijspraak omdat de feiten door het slachtoffer zouden zijn uitgelokt. De advocaat herinnerde niet alleen aan het gewelddadige verleden van de man. Ook op de avond van de feiten zou hij zijn vrouw hebben bedreigd met een schroevendraaier. Pas dan zou Nadia Craenenbrouck het mes gegrepen hebben waarmee de fatale messteek werd toegebracht. Volgens Mr. Lancaster het bewijs dat er van voorbereiding geen sprake was. Bovendien betoogde de advocaat dat zijn cliënte nooit het oogmerk had te doden vermits zij niet naar een vitaal orgaan had gemikt. Na de feiten heeft zij haar man integendeel verzorgd.
Volgens de verdediging bevestigden ook de psychiatrische deskundigen dat Nadia Craenenbrouck geen uitgesproken motief had om te doden, maar zich integendeel door haar man bedreigd voelde: “Zonder de uitlokking met de schroevendraaier, zou ze nooit hebben gedood”, aldus de advocaten. De grote psychische druk en haar verstandelijk onvermogen om daaraan te weerstaan, waren volgens de verdediging bijkomende argumenten voor een vrijspraak van de beklaagde.
Bron: Gazet van Antwerpen | 18 September 1986
Twaalf jaar voor vrouw die man doodstak
Het Assisenhof van Brabant te Brussel veroordeelde Nadia Craenenbrouck uit Nijvel tot twaalf jaar dwangarbeid. De vrouw werd door de jury schuldig bevonden aan opzettelijke doodslag op haar echtgenoot Edgard Dulière. De voorbedachtheid werd weerhouden, zodat van moord geen sprake is.
Advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar had in zijn rekwisitoor betoogd dat de vrouw werkelijk het inzicht had gehad haar man te doden. Reeds op 6 februari 1985 had ze hem de polsen overgesneden. Op 28 mei 1985 bracht ze hem dan de dodelijke messteek in zijn rug toe. Vooraf had ze aan haar zoontje Frederique gevraagd een groot zaagmes te halen. Ze stak het lemmet van dit mes 6 centimeter diep in een long van haar man.
De verdediging bij monde van advocaten Jean-Marie Chevalier en Martial Lancaster weerlegden de stelling van de voorbedachtheid. Volgens de advocaten van had Nadia Craenenbrouck geen enkel wapen klaargelegd voor haar misdrijf. Bovendien wist ze dat haar man steeds een schroevendraaier op zak had en ze leefde in permanente angst omdat die man ook zijn eerste echtgenote had doodgestoken.
Nadia Craenenbrouck verklaarde alvorens de jury zich in beraadslaging terugtrok: “Ik heb erg veel spijt over wat ik deed, maar ik was zo vreselijk bang. Ik wil zo vlug mogelijk naar mijn zoontje Frederique terugkeren.”
Bron: Gazet van Antwerpen | 19 September 1986