Re: Leon François
Belgische agenten werken samen met maffia Heroïne in Nederland via officiële kanalen
Een gróót deel van de heroïne-, cocaine-, en hasjsmokkel via België naar Nederland blijkt in de jaren zeventig mede te zijn georganiseerd door een zevental dolgedraaide "undercover"-agenten van de Belgisch narcoticadiensten BIC en NDB. Dit alles onder regie van de Amerikaanse Drugs enforcement administration (DEA) en met medewerking van een regelrechte Belgische Maffioso. Enkele van deze "super-agenten",' tot hun nek verstrikt in de drugshandel - waaraan ze grof verdienden "werkten" af en toe ook als undercover (infiltrant) voor de Rotterdamse en Amsterdamse narcotica-brigades. Het proces tegen de zeven "de zaak-Francois" duurt nu al anderhalve maand en kent zelfs in België nauwelijks zijn weerga.
De kranten, met steeds weer nieuwe onthullingen uit de rumoerige Brusselse rechtzaal ("Net een streng bewaakt café", aldus één der getuigen) vinden grif aftrek. Terwijl de magistratuur zich in allerlei bochten wringt om de schade te beperken en ook de Nederlandse recherche de zaak met toegeknepen tenen volgt.
De affaire, die internationaal gerucht zou maken als de zaak-Francois, werd eind 1979 aan het rollen gebracht en heeft sindsdien het Belgische politie- en justitieapparaat letterlijk op zijn grondvesten doen schudden. Zo werd rijkswacht-adjudant Goffinon, die het onderzoek tegen de collega's van de "verloederde" BIC en NDB leidde, vorig jaar oktober op een bom onder zijn auto getrakteerd, en werden zijn chef, majoor Vernaillen en diens vrouw kort daarna "a la Chicago" in hun woning neergeschoten.
Deze aanslagen, zo stelt openbaar aanklager Cornelis, waren door één van de zeven verdachten, BIC-agent Clonen, in de gevangenis van het Belgische Vorst beraamd. Clonen, dé grote man bij het BIC, had zijn mede-gevangenen en - verdachten in de zaak-Francois, de Nederlandse drugshandelaar Joop van W. met wie hij nauw samenwerkte, een briefje toegespeeld met de tekst: "Zoek na je ontsnapping contact met Bruno Farcy om de majoor kwijt te geraken."
Joop van W. ontsnapte inderdaad, met opmerkelijk gemak. Met hetzelfde gemak overigens, waarmee Bruno Farcy, die te boek staat als de grootste drugshandelaar van; België, anderhalf jaar tevoren uit de Scheveningse strafgevangenis wist te "ontsnappen". Bruno, in Nederland wegens drugshandel tot zes jaar veroordeeld, móest ontsnappen: de Belg, die de hele heroïnelijn Bangkok-Brussel-Amsterdam controleerde, wist teveel. Stonden BIC-agenten dus al op de loonlijst van de grootste drugshandelaar van België, ook de andere "undercovers" hadden zo hun lucratieve contacten. Een greep uit het 40.000 pagina's tellende dossier-François, dat - zo zwaar was het - op een steekwagentje de rechtszaal moest worden binnengereden.
Commandant Leon Frangois - een soort Belgische "commissaris Toorenaar", chef van het Nationaal Drugs Bureau (NDB) van de Rijkswacht, was in 1975 op aanraden van de Brusselse DEA-agent Frank Eaton min of meer gaan samenwerken met Mohammed Kahn, de grootste drugshandelaar van Pakistan. Mohammed stond aan het hoofd van een drugslijn via België naar Nederland.
De NDB-chef was in arrenmoede tot de handel met Kahn overgegaan nadat de eerste grote undercover-operatie van zijn bureau, de schijnaankoop van twee kilo cocaïne jammerlijk was mislukt. De onbetrouwbare DEA-informant Touboule was er met 1,6 miljoen francs van de rijkswacht vandoor gegaan. "Ge zorgt maar dat het geld terugkomt," had generaal Deneve van de rijkswacht Frangois nijdig toegevoegd.
Koffers
Francois, in zak en as, vroeg de inbeslaggenomen cocaïne op "voor proeven met de drugshond". Maar in plaats van de hond eraan te laten ruiken, stuurde Francois zijn mannen spoorslags naar de Nederlandse drugshandelaar K. om het spul te verkopen. Wat de NDB-chef niet wist was dat K. een tipgever was van de Nederlandse CRI, zodat zijn undercovers regelrecht in de armen van de Nederlandse undercovers liepen. "Maar mijn chef' staat over de grens te wachten," stamelde NDB-agent Cammerman bij die gelegenheid onthutst.
Francois, die zijn francs al met al nog steeds niet terughad, vroeg de Amerikanen om raad. De DEA adviseerde hem het geld te halen, waar het te vinden was: bij de bende van Kahn. Francois posteerde daarop zijn adjudant Cammerman, een ex-para, als douanier op het vliegveld Zaventem, en liet hem door Kahn omkopen. Andere NDB-agenten, vermond als frituur-uitbaters, zouden trachten de drugs te volgen om zo Kahns geheime heroïnelaboratorium in België te ontdekken. Dat laboratorium werd nooit gevonden, ook al smokkelde Cammerman ijverig vijftien koffers vol morfine en hasj langs de controle, die allemaal richting Nederland verdwenen. Het NDB verdiende aan het laten omkopen van Cammerman echter wél drie miljoen francs. Het tekort in de kas van de rijkswacht werd ermee aangezuiverd en de rest was voor "persoonlijke onkosten".
Maffia
Had de DEA de berooide en onervaren undercovers van net NDB de weg al gewezen, ook voor het met Farcy samenwerkende, maar niettemin in geldnood verkerende Bureau d'lnformation Criminelle (BIC) wist Frank Eaton wel een oplossing. Hij bracht de zich als patsers voordoende BIC-agenten Clonen en Declercq in contact met de DEA-informant Albert Gillet, een Belg, die voor de maffia heroïne (ter waarde van 200 miljoen dollar) van Italië naar de VS smokkelde. Een man, van wie verteld werd dat hij drie leden van een concurrerende bende in vaten mayonaise had ondergedompeld tot de dood erop volgde. Samen met Gillet, diens maffia-maat Barbé en de Nederlander Joop van W.' zetten de twee BIC-agenten een hasj-lijn Italië - Nederland op waaraan ze regematig bedragen van "' 50.000". tot 250.000 francs verdienden. Geld dat in hun eigen zakken verdween. "Want," zo verklaarden voor de rechter, "om ons werk te kunnen doen, moesten we op grote voet leven en van ons salaris alleen kon dat niet."
Hun chefs hadden dat, volgens Clonen en Declercq — in beter tijden nog "'s lands beste koppel" geheten - toch nooit begrepen. "Die Wisten niet hoe het er in de wereld van de grote misdaad aan toe gaat. De diefstal van de 107 Picasso's uit het Pauselijk paleis te Avignon konden we toch ook alleen maar oplossen door in Heerlen op eigen houtje voor 75 miljoen valse guldens te laten drukken?" Een verweer, dat het tweetal ter zitting prompt een nieuwe tenlastelegging opleverde wegens valsemunterij.
Prijs op hoofd
Albert Gillet, er uiteindelijk door Declercq toch bijgelapt en nu samen met de speurder terechtstaand, mag zich inmiddels de zwaarst bewaakte man van België noemen. Er staat een prijs op zijn hoofd sinds hij erin zijn-dolle eentje met tientallen kilo's maffia-heroine vandoor ging en hij -na zijn arrestatie in Rome zo begon te babbelen dat de FBI in één keer de hele "Sicillian Connection", de heröinelijn Palermo-New Vork, kon oprollen.
Gillet lijkt er hoegenaamd niet van onder de indruk en proest het in de rechtzaal tussen zijn vier bewakers regelmatig uit, als weer eens verhaald wordt hoe de Belgische undercorvers om de haverklap in Nederland werden gearresteerd.
Dat overkwam in 1977 bijvoorbeeld de Antwerpse antiquair, NDB- en later BIC-agent Deckers. Deze nijvere drugsspeurder had privé-belangen bij hasjtransporten van Libanon naar Nederland. Hij had daar al meer dan 2 miljoen francs aan verdiend toen het in Rotterdam fout liep. Deckers had zijn chefs wijs gemaakt dat hij een zending van 170 kilo hasj op het spoor was en dat hij daarvoor in Nederland moest zijn. Maar toen de Rotterdamse politie hun schip doorzocht en Deckers arresteerde bleek het 870 kilo hasj te bevatten. En toen mocht Deckers gaan uitleggen waar die andere 700 kilo's dan wel naartoe zouden zijn gegaan.
Maar met een paar telefoontjes en vervalste rapporten werd de zaak in Brussel weer rechtgetrokken. De Nederlander Joop van W. ook al antiquair en hasj-expert is - na het duwtje in de rug - nog altijd op vrije voeten. Van hem vermeldt het dossier nog dat hij destijds welwillend in de gelegenheid werd gesteld 250 kilo hasj afkomstig van Christina von Opel vanuit Frankrijk door België naar Nederland te brengen, terwijl het hele transport door Belgische agenten "werd gevolgd. "Een goede reis, Joop!" Interessant is dan ook nog dat de moordenaar van de Amsterdams-Chinese heroïnekoning Chun Mong en diens lijfwacht destijds regelrecht naar een Antwerps contactadres van de NDM en de BIC was gevlucht.
Op z'n Amerikaans
Barstte de bom eind 1977 met de arrestatie van commandant Francois - een plof welks kruitdamp nu nog boven 's lands vergaderzaal hangt -, de lont was al veel eerder aangestoken: in het begin van de jaren zeventig. De golf van heroïne en hasj die toen plotsklaps de Benelux overspoelde, het bestaan van machtige Chinese Triades-bendes te Amsterdam, de open grenzen het waren problemen waar de 'Nederlandse, noch de Belgische politie tegen opgewassen was.
Het oppakken van heroïnegebruikers, hasjklanten en kleine dealers bleek dweilen met de kraan open een alom klonk de 'roep om de zaak maar eens "op z'n Amerikaans" aan te pakken. De Amerikaanse drugbestrijders van de DEA (destijds van de CIA, om Carter bij de FBI getrokken) bleken maar al te graag bereid om te hulp te snellen. Vanuit het Europese hoofdkwartier van deze organisatie in Parijs werden DEA-agenten naar de ambassades in Brussel en Den Haag gestuurd met de opdracht de Belgen en de Nederlanders de nieuwste methoden van drugbestrijding bij te brengen.
Op twee zaken werd daarbij steeds weer gehamerd om handelaren te pakken moest je misdrijven uitlokken en geld is de god van iedere tipgever. Maar, zoals gezegd, uitlokken mocht niet en geld had de politie niet. In het feit dat deze zaken niet geregeld werden lag de kiem voor de corruptie-schandalen bij de Amsterdamse en de Belgische politie. Eerder was ook de Real Hongkong Police Force al voor de verleidingen bezweken. De DEA kreeg daardoor een voet tussen de deur bij het BIC en begon nu commandant Francóis, een jong en ambitieus officier van de rijkswacht te pouseren.
Francois werd eerst in contact gebracht met de militaire anti-drugsdienst van de Amerikanen, de CID. Daarna werd Francois uitgenodigd om in de VS een DEA-cursus te komen volgen, tijdens welke trip hij uit handen - van president Nixon nog een paar manchetknopen ontving. Terug in België roemde Francois de methoden van de DEA en deze dienst zorgde ervoor dat Francois een paar grote zaken kon oplossen met het verwachtte resultaat: in 1975 had ook de rijkswacht zijn eigen Nationaal Drugs Bureau. Chef daarvan: Commandant Francois.
Terwijl bij het BIC, zowel als bij het NDB van Francois (beide door het wettelijke vacuüm in feite verlengstukken van de DEA) de grenzen van wat wel en wat niet kon steeds vager werden en beide diensten uit eigen belang de grootste drugshandelaars waren gaan beschermen, bleven de verantwoordelijke politici, officieren van Justitie en rijkswachtgeneraals maar liever van niets weten. Tot in 1978 de paniek uitbrak. In één jaar tijds werden achter elkaar alle grote handelaren, waarmee de DEA de BIC en de NDB in contact had gebracht, gearresteerd: Bruno Farcy in Amsterdam, Albert Gillet in Rome, en Mohammed Kahn en Vienne in Karachi. Tegelijkertijd zei een zekere "Frank Eaton" van de DEA België met opvallend veel haast vaarwel.
Commandant Francois vielen opeens, maar te laat, de schellen van de ogen: De DEA had zijn NDB en het BIC voor het vuile werk gebruikt! Door de Belgen in contact te brengen met de vier grootste drugshandelaren (en die als zogenaamde DEA-informanten af te schilderen) had de DEA de Belgen, die zich wel móesten corrumperen, de bewijzen laten verzamelen waardoor, de DEA ineens, met schone handen, een reuzeslag kon slaan.
Hals over kop trachtten het NDB en het BIC nog te redden wat er te redden was: Commandant Francois liet vertrouwelijke stukken verdwijnen en het BIC hielp Bruno Farcy uit “Scheveningen". Mogelijk zou dat allemaal nog net goed zijn gegaan - tenslotte hadden ook de superieuren boter op het hoofd, als daar niet die oude diënstklopper Francois Raes was geweest.
Deze onkreukbare adjudant van de rijkswacht (27 dienstjaren) en werkzaam bij het NDB vond dat er in 1978 zulke gekke dingen gebeurde, dat hij om overplaatsing naar de parketpolitie vroeg. Raes begon zijn superieuren met zijn bange vermoedens te bestoken, maar kreeg tot in de hoogste rijkswachttop geen gehoor. Behalve dan dat hij "een ordinaire verklikker" was (aldus een generaal) en dat hij "de korpsgeest bezoedelde." Maar Raes blééf het koppig hogerop zoeken en vond tenslotte een officier van Justitie, die de zaak wél wilde aanpakken. Raes werd uit wraak gedegradeerd.
Drugs zijn er in België sedert Francois' arrestatie nauwelijks meer opgespoord en de heroïneprijs zakte er dan ook binnen de kortste keren van 1500 naar 800 francs de gram. "We willen onze vingers niet meer branden zeggen de rijkswachters schouderophalend en met de Amerikanen is dat nog sterker, die bewegen helemaal niet meer." Commandant Francois kreeg vorig jaar - hij zat toen in voorarrest - de Leopoldsorde "voor aan het vaderland bewezen diensten".
Bron: Het vrije volk | 27 Februari 1982
(...) Interessant is dan ook nog dat de moordenaar van de Amsterdams-Chinese heroïnekoning Chun Mong en diens lijfwacht destijds regelrecht naar een Antwerps contactadres van de NDM en de BIC was gevlucht.
Iemand een idee wie deze moordenaar was en waarom hij naar dit contactadres vluchtte?
België: agenten dragsbestrijding licht bestraft
De correctionele rechtbank in Brussel heeft milde vonnissen geveld in het proces tegen de Rijkswachtcommandant van de Belgische Anti-drugbrigade, Leon Francois. Hij kreeg een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf. Drie inspecteurs van het BIC, het Bureau voor Criminele Informatie, dat zich in België ook bezighoudt met de bestrijding van de handel in verdovende middelen, kregen gevangenisstraffen van vier jaar en een boete van bijna 5000 gulden.
Het ingewikkelde proces-Francois heeft enkele politiediensten opnieuw in opspraak gebracht. Er zijn in België twee afzonderlijke instanties, namelijk de Rijkswacht met de Anti-drugbrigade en de justitie met het BIC, die zich met de bestrijding van de handel in verdovende middelen bezighouden en dit vrijwel zonder controle van bovenaf. Deze diensten gebruikten methodes als het infiltreren van het milieu en het provoceren van een misdrijf, die in België onwettig zijn. Op deze wijze raakte commandant Francois meer en meer verstrikt in de handel in verdovende middelen.
In het midden van de jaren '70 vroeg hij zijn superieuren bijna 100.000 gulden om cocaïne te kopen om zo een handelaar op het spoor te komen. De rijkswachtfunctionaris, die met deze cocaïne naar Nederland trok, werd aan de grens opgepakt. De cocaïne werd in beslag genomen. Om dit verlies van 100.000 gulden te dekken begon Francois zelf verdovende middelen naar Nederland te smokkelen, waarbij de Nederlandse politie om de tuin werd geleid, aldus het vonnis. De BIC-inspecteurs, die onder meer oogluikend toelieten dat er hasj naar Nederland werd gesmokkeld, kregen zwaardere straffen. Zij hebben gehandeld met verdovende middelen om zichzelf te verrijken, aldus de rechtbank.
Bron: De Volkskrant | 16 April 1982
Bevelhebbers rijkswacht wegens machtsmisbruik voor rechter - Proces tegen officieren race tegen de kalender
De vervolging wegens misbruik van functie en macht tegen districtscommandant Leon Monsieur (44) uit Hasselt, rijkswacht-kapitein Jackie Theeten (40) uit Lochristie - voormalig districtsbevelhebber in Tongeren - en de voormalige commandant kapitein Leon Francois van het Belgische Nationale Drugbureau (NDB) van de rijkswacht lijkt een race tegen de kalender te worden. Hun berechting is voorshands op niets uitgelopen.
De correctionele rechtbank in Brussel, waarheen de zaak door de raadkamer van het gerechtshof in Brussel was verwezen, zal zich waarschijnlijk onbevoegd tot de behandeling verklaren. Op 29 april zal de correctionele rechtbank daar in een tussenvonnis een uitspraak over laten horen. Bij onbevoegdverklaring moet de zaak later door een assisenhof worden behandeld. Op 16 juni aanstaande zijn de feiten waarvoor de hoge politie-officieren zich dienen te verantwoorden evenwel aan verjaring toe.
De feiten dateren al van 1977. De Limburgse politie-officieren zetten toen in hotel Chemin de Fer van Jean Vrancken (55) in Tongeren een val op voor een vijftal Nederlandse drugkoeriers. Voor het uitzetten van die val was de hulp ingeroepen van het Nationale Drugbureau en een duistere uitlokker uit de Franse onderwereld. Omdat de hotelier achteraf als getuige bij de rechtbank in Tongeren de waarheid over die uitgelokte actie aan het licht bracht stond hij bloot aan smaad en hoon door de rijkswacht. In de politiecomputers staat hij sindsdien als een crimineel individu te boek. „Eerroof' noemt Jean Vrancken het. "Ik ben van getuige beschuldigde geworden", vindt hij en rustte tot nu toe geen ogenblik in zijn pogingen om eerherstel te krijgen.
Machtsmisbruik
Nu het erop ging lijken dat een rechtbank zich met het gedrag van de officieren op die junidag in 1977 zou gaan bezighouden is de aandacht vooreerst weer verlegd naar wat competentievraagstukken. In de Belgische rechtspraak geldt het machtsmisbruik als een politiek misdrijf waarover een assisenhof te oordelen heeft. Bovendien worden sommige van de tenlastegelegde feiten bedreigd met maximaal levenslange dwangarbeid en zulke zware straffen mogen ook alleen door een assisenhof worden uitgesproken. Daarbij doemt nog de vraag op of de rijkswachtofficieren niet voor een Krijgsraad gedaagd moeten worden.
Aan het juridisch gehakketak kleeft ook nog een taalprobleem. De Limburgse officieren Monsieur en Theeten zijn Nederlandstalig, maar kapitein Francois wenst voor een Franstalige rechtbank te verschijnen omdat hij het Nederlands niet voldoende machtig is. De Hasseltse districtscommandant heeft voor de affaire al een disciplinaire straf gekregen; kapitein Francois is in een anders soortgelijk strafproces al tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. De NDB-chef is evenwel nog altijd in politiedienst.
Bron: Limburgsch dagblad | 8 April 1983
Rechter in Brussel verklaart zich onbevoegd - Rijkswachtofficieren Tongeren en Hasselt ontglippen aan proces
Het ziet er naar uit dat twee rijkswachtcommandanten uit Hasselt en Tongeren en de voormalige commandant van het Belgische Nationale Drugbureau toch aan een strafrechterlijke vervolging wegens misbruik van functie en macht zullen ontkomen. Terwijl de dag van de verjaring van de feiten - 16 juni aanstaande - voor de deur staat, heeft de correctionele rechtbank in Brussel zich nu onbevoegd verklaard de zaak in behandeling te nemen. Via het Hof van Cassatie en de kamer van inbeschuldigingstelling in Brussel kan de behandeling naar een Assisenhof worden toegeschoven. De nog resterende tijd daarvoor lijkt alleszins te kort. Het gaat om feiten uit 1977.
Districtscommandant majoor Leon Monsieur (44) van de rijkswacht in Hasselt en de toenmalige rijkswachtbevelhebber in Tongeren kapitein Jackie Theeten (40) zochten in de zomer van dat jaar hotel Chemin de Fer in Tongeren uit om een aantal Nederlandse heroïnesmokkelaars in de val te laten lopen. Commandant majoor Leon Francois van het nationale drugbureau hielp daarbij een handje.
Tijdens het strafproces tegen de drugkoeriers kwam het tot een treffen tussen de officieren en de hotelhouder Jean Vrancken. Door de getuigenis van de hotelhouder kwam de onwettige uitlokking door de politieofficieren aan het licht. De hotelhouder legde later daarover bij de justitie een klacht neer tegen de officieren wegens smaad en eerroof. Een lange procedure leidde er tenslotte toe dat de officieren op bevel van de raadkamer van de Brusselse rechtbank, niet alleen voor smaad maar ook voor misbruik van hun functie en macht, vervolgd gaan worden.
Dwangarbeid
De correctionele rechtbank van de Belgische hoofdstad werd voor de behandeling aangewezen. Die heeft nu voor deze taak bedankt omdat er in de tenlastelegging feiten liggen opgesloten die politieke misdrijven heten en feiten waarvoor levenslange dwangarbeid kan worden opgelegd. Daarvoor is alleen een Asisenhof bevoegd.
Majoor Monsieur liep in de loop van de procedure wel al een disciplinaire straf voor deze feiten op. Majoor Francois werd inmiddels middelpunt van een paar geruchtmakende drugsprocessen en kreeg voor de gebruikte onwettige werkwijze om drugskoeriers te ontmaskeren al een jaar gevangenisstraf opgelegd. Zopas kwam daarbij nog een schorsing uit de rijkswachtdienst voor de duur van drie maanden.
Bron: Limburgsch dagblad | 6 Mei 1983