Samenvatting

• Wat? Overval op een postwagen aan het station van Doornik.

• Wanneer? Donderdag 15 maart 1984

• Wie? Twee gangsters, gemaskerd met bivakmutsen

• Wapen: Geweer en een pistool van groot kaliber

• Wagen: Een in Brussel gestolen Fiat

• Buit: 29 miljoen frank

• Status: Onbekend

Leopold Van Esbroeck verklaart in een verhoor dat de overval hoogstwaarschijnlijk werd uitgevoerd door De overval zelf werd volgens V.E. uitgevoerd door Freddo Godfroid, samen met een Fransman van het Noord-Afrikaans type, een zekere AL** met als voornam vermoedelijk Jean Pierre.

Rovers graaien zakken met 29 miljoen weg

Twee gemaskerde en gewapende mannen pleegden donderdagmorgen rond 7 uur een overval op het hoofdpostkantoor van Doornik.

De vier postzakken waarmee de overvallers er vandoor gingen, zouden volgens een der verantwoordelijken van het postkantoor de fikse som van 29 miljoen bevat hebben.

Alles wijst erop dat de bandieten goed op de hoogte moeten geweest zijn van, en vertrouwd met, de werkzaamheden van de geldtransporten van het Doornikse postkantoor naast het station. Al met al niettemin een gedurfde onderneming, een overval te plegen op een ogenblik dat vele pendelaars op weg waren naar het station om er de trein te nemen naar hun werk.

De twee bandieten hadden vooraf aan de Reyerslaan te Brussel een gehuurde Fiat gestolen, waarmee zij op de parkeerplaats van het station van Doornik zaten te wachten om op het geschikte ogenblik hun slag te slaan.

Toen de postwagen, een van de nieuwe gepantserde voertuigen, stopte voor het postkantoor om de met de trein aangekomen zakken bestemd voor kleine kantoren van het gewest Doornik op te laden, sloegen zij toe.

Zij renden op de drie met dat laden bezig zijnde postmannen toe, grepen vier zakken beet en renden ermee over het station en wisten daar vermoedelijk in een wagen te ontkomen.

De twee bandieten droegen een regenjas en hielden het gelaat verborgen achter een bivakmuts. De ene had een geweer en de andere een pistool met groot kaliber. Een van de postmannen die een beweging maakte, kreeg een klap van een geweerkolf, wat een ogenblik deed geloven dat er een gewonde was.

Bron: Gazet van Antwerpen | 16 Maart 1984