Re: Getuigenis Mark Ghekiere
Omdat een politieambtenaar met handen en voeten gebonden is aan de opdrachten die hij krijgt van parket of onderzoeksrechter. Mensen hebben daar een verkeerd beeld van en denken dat de politie zomaar van alles kan beginnen doen qua onderzoeksdaden. Maar zo werkte het niet en nu overigens nog steeds niet.
Je kan allerlei stellingen doen maar wetenschap kan allerlei - hier vaak boude - (veronder-)stellingen makkelijk weerleggen:
"De identificatieprestatie kan beïnvloed worden door de leeftijd van de ooggetuige. Jongeren en jongvolwassenen (17-40 jaar oud) hebben een grotere kans dan volwassenen van middelbare leeftijd (40-65+ jaar oud) om een dader correct te identificeren in een confrontatie en om een confrontatie met een onschuldige verdachte af te wijzen."
Lees bijvoorbeeld in dat opzicht eens Fitzgerald & Price (2015).
Het was en is dus ongegrond, onwetenschappelijk en erg koud én bot om aan de getuigenis van jonge mensen zoals David Van de Steen te twijfelen. Het is niet aan ons, 'Jan modaal' om aan zijn getuigenis te gaan twijfelen, maar aan het gerecht om ten eerste zorgvuldig het getuigenis te noteren en het nadien te gaan verifiëren.
Eigenlijk is hetgeen er direct of maximum een paar dagen na de feiten wordt verteld, het enige dat telt. Hoe meer tijd er over gaat, hoe minder betrouwbaar een verhaal wordt.
Ga je je mening dan ook wetenschappelijk onderbouwen? We zullen even in dit verband een stukje citeren uit Charman, Wells & Joy van 2011:
"Subjectieve zekerheid komt voor uit een innerlijk gevoel van hoe goed de aangewezen persoon overeenkomt met de herinnering aan de dader. Een getuige die zich de dader goed kan herinneren, zal de echte dader gemakkelijk kunnen aanwijzen bij een confrontatie, met een sterk gevoel dat die persoon overeenkomt met de herinnering aan de dader. In oneerlijk samengestelde selecties kan zelfs een getuige die zich de dader niet goed kan herinneren de verdachte aanwijzen. “
Hierover dus:
Volgens Marc is hiervoor maar één verklaring. “Ik vermoed dat een van de daders iemand is uit mijn jeugdjaren. Zijn naam zal ik niet zeggen, want ik heb geen bewijzen. Maar het gaat om een jeugdvriend uit de regio Watermaal-Bosvoorde en Oudergem. Iemand die in die tijd deel uitmaakte van de groep Diane. Voor ik sterf zou ik dan ook graag weten of ik het bij het rechte eind heb. Ik ben aan het rondhoren of de man die ik voor ogen heb nog leeft, om eindelijk de waarheid te horen.”