Ho, ho, het was toch echt Véronique Laurent die Thierry Sliman en Patrick Verdin aanwees als de door haar gecharterde huurmoordenaars van Michel Piro.
Echter, het Belgische politiële (sporen)onderzoek was beneden alle peil (» Nieuws), waardoor Sliman en Verdin in Frankrijk de dans konden ontspringen.
In wezen is de zaak-Laurent een kopie van de zaak-Sliman: ondermaats Belgisch politieel onderzoek, waardoor verdachten de strafrechtelijke dans konden ontspringen, zoals gememoreerd in het boek van Jean-Pierre Adam over de gebroeders Sliman en de tegen hen gerezen verdenking naar aanleiding van de overval op wapenwinkel Dekaise.
Politie en justitie deden dat ook in de zaak van de Bende van Nijvel: sporen verbranden.
"In april 2001 is het de beurt aan de Franse justitie. Verdin en Sliman verschijnen voor het assisenhof van Charleville-Mézières op beschuldiging van de moord op Piro. Het proces draait uit op een klucht. Buiten de bekentenis van Laurent is er niets. Het moordwapen is niet teruggevonden. Bandensporen van de Audi zijn niet onderzocht, vingerafdrukken op de bestelwagen evenmin. Van een betaling van Laurent aan Verdin en Sliman: geen spoor. Duidelijkheid over hun tijdsgebruik – was dit duo die nacht wel in België? – is er ook al niet."