In verband met Hajjar vernoemd in post 16:

b) In 1982, kort voorde overval bij Dekaise, heeft (...) aan de wapenhandelaar enkele Libanezen voorgesteld die zich voor wapens interesseerden:

(...) drijft in België officieel handel in voertuigen en diverse goederen bestemd voor Libanon. Als agent van de Libanese christelijke falanxen bestaat zijn rol in België erin fondsen en materiaal te verzamelen (Firma ...). Hij staat tevens bekend als handelaar in verdovende middelen; (...), handlanger; (...), financier van de groep; (...), lijfwacht van Amin Jemael, de president van Libanon.

Uit de analyse van de gegevens gevonden tijdens onze huiszoeking bij (...) blijkt dat er een verband bestaat tussen dat bedrijf en het bedrijf (...). Die telexberichten zijn gericht aan (...), (...), (...), (...), (...), een zekere (...) en (...). De onderneming waarnaar (...) zijn telexberichten bestemd voor (...) en (...) stuurde, heeft het nummer. Dat nummer is toegekend aan het bedrijf( ...), (...) in Brussel.

d) (...) stond in relatie met de diensten van de Veiligheid van de Staat. Hij verschafte inlichtingen tegen vergoeding. Agenten van deze dienst hebben ons bevestigd dat die beureringen klopten. De Veiligheid van de Staat kan in deze zaak niet optreden omdat (...), een agent van de (...) bij de ambassade van Bulgarije, nauwe banden zou hebben met een topambtenaar bij het Belgische ministerie van Binnenlandse Zaken.

e) Inlichtingen omtrent de vennootschap (...) en het verband met ons onderzoek: zie bijlage A.
Op grond van deze gegevens werden de onderzoeken: (...) toegespitst op twee filialen die mogelijk twee zaken gemeen hadden met de bende van Nijvel: wapens en oerdovende middelen. In deze zaak zijn niet alleen. (...)

Bron: Verslag Tweede Bendecommissie | Een analyse van het onderzoek naar ex-rijkswachters in de jaren 1976-1990 | Bijlage 4