DNA 'prettest' voor onderzoek moord - Plan kabinet heeft gevolgen voor privacy
Het kabinet wil dat DNA uit commerciële databanken gebruikt kan worden bij het oplossen van moordzaken. Privacy-experts zijn kritisch.
Commerciële stamboomdatabanken worden gebruikt door mensen die willen achterhalen of ze bijvoorbeeld Scandinavische of oosterse roots hebben. Ook in Nederland is hier veel animo voor. Sinds enkele jaren worden in een aantal andere landen dergelijke databanken ook ingezet bij recherchewerk. Dat leidde een paar jaar geleden al tot een doorbraak in een moordonderzoek in de Verenigde Staten. Een seriemoordenaar naar wie al sinds de jaren 70 vergeefs werd gezocht, kon dankzij DNA uit een commerciële databank op 72-jarige leeftijd alsnog worden aangehouden.
Die baanbrekende methode baarde wereldwijd zoveel opzien, dat andere landen ook geïnteresseerd raakten. Noorwegen en Zweden forceerden al doorbraken, in Nederland wordt de methode al in twee onopgeloste zaken ingezet. Weliswaar nog zonder resultaat, maar het nieuwe kabinet ziet er heil in. Hoe dat gaat gebeuren, is nog onbekend: dat zal moeten blijken als het kabinet binnenkort komt met de uitwerking van het coalitieakkoord.
Hoeveel landgenoten precies ooit DNA instuurden voor een afkomst-pret-test is onbekend, maar wereldwijd zouden er meer dan 37 miljoen profielen in de commerciële databanken zitten.
Privacy-experts plaatsen kanttekeningen bij het plan. Eén van hen is Nina de Groot, promovenda bio-ethiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Wat De Groot het meest dwarszit, is dat mensen die nooit iets naar de DNA-databanken hebben opgestuurd, bij een onderzoek toch in beeld kunnen komen, doordat een ver familielid een DNA-profiel heeft laten maken.
De DNA-bedrijven vragen de klant wel vaak expliciet toestemming om gegevens ook te mogen delen met opsporingsdiensten. "Maar zelfs als één persoon weloverwogen toestemming geeft, hebben al diens verwanten geen toestemming gegeven", zegt De Groot. "Het is wonderlijk: we willen geen nationale DNA-databank, maar over de commerciële DNA-databanken is nauwelijks discussie."
Het kabinet wil dat DNA uit commerciële databanken gebruikt kan worden bij moordzaken. Dat betekent dat als u ooit hebt uitgezocht hoeveel procent u Scandinavisch bent, uw DNA in een dossier kan komen. Privacy-experts zijn kritisch.
Ze zochten weken naar hem. Toen maanden. Toen jaren. Toen bijna zes decennia. De seriemoordenaar die in de jaren 70 in Amerika bekend werd als de Golden State Killer werd uiteindelijk - na 12 moorden en 45 verkrachtingen - in 2018, op 72-jarige leeftijd, toch nog gepakt. De truc bij de opsporing: DNA uit een zogeheten commerciële stamboomdatabank.
Die databanken, ook populair in Nederland, worden gebruikt door mensen die willen achterhalen of ze bijvoorbeeld Scandinavische of oosterse roots hebben. De uitslag van zo'n DNA-test kan uitsluitsel geven over hoeveel procent je voorouders bijvoorbeeld van Aziatische afkomst waren.
In het geval van de Golden State Killer, zijn echte naam is Joseph DeAngelo, leidde het tot zijn arrestatie. Voor het eerst werd namelijk een commerciële DNA-databank (bekende voorbeelden zijn GEDMatch, FamilyTreeDNA, Ancestry, MyHeritage en 23andMe) gebruikt in een moordonderzoek. Een ver familielid van DeAngelo zat daar namelijk in. Diens DNA werd gekoppeld aan het DNA dat de toen nog onbekende DeAngelo had achtergelaten na een misdrijf en met wat extra speurwerk werd de decennialang voortvluchtige dader toch gepakt.
Zinnetje
Die baanbrekende methode baarde wereldwijd zo veel opzien, dat andere landen ook geïnteresseerd raakten. Noorwegen en Zweden forceerden al doorbraken, in Nederland wordt de methode al in twee onopgeloste zaken ingezet, bij wijze van proef, waarvoor speciaal toestemming werd gegeven. Weliswaar nog zónder resultaat, maar het nieuwe kabinet ziet er heil in.
In een klein zinnetje in het coalitieakkoord staat te lezen: "Er wordt bij cold cases ingezet op het gebruik van genealogische DNA-databanken." Ofwel: de methode-DeAngelo gaat mogelijk ook in Nederland worden gebruikt. Hoe en wat is nog onbekend: dat zal moeten blijken als het kabinet binnenkort komt met de uitwerking van het coalitieakkoord. Dan zullen meer details bekend worden. Maar in potentie is het ingrijpend.
Hoeveel landgenoten precies ooit DNA hebben ingestuurd voor zo'n afkomst-prettest is onbekend, maar wereldwijd zouden er meer dan 37 miljoen profielen in commerciële databanken zitten. Ter vergelijking: het NFI, zeg maar het laboratorium van de opsporingsinstanties in Nederland, heeft momenteel bijna 400.000 profielen van veroordeelden en verdachten opgeslagen. De commerciële DNA-databanken zijn in principe dus een goudmijn.
Kritiek
Het Openbaar Ministerie is enthousiast, de politie ook, het NFI al helemaal, maar er zijn zeker kanttekeningen te plaatsen, zeggen privacy-experts. Een van hen is Nina de Groot, promovenda bio-ethiek van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Ze volgt dit onderwerp nauwgezet en is verbaasd over het 'gebrek aan discussie' over de dilemma's die de DNA-mogelijkheden met zich meebrengen. "Het gaat heel snel. Het Openbaar Ministerie kwam al met een proef in ons land die niet door de Tweede Kamer is behandeld. Nu lijkt het nieuwe kabinet al volgende stappen te willen zetten."
Wat De Groot het meest dwarszit - en experts en advocaten zeggen haar dat na - is dat mensen die nooit iets naar de DNA-databanken hebben opgestuurd, toch bij een politieonderzoek in beeld kunnen komen. Dat komt door de zogeheten 2 procents-regel.
Uit berekeningen blijkt namelijk dat in de VS slechts 2 procent van alle burgers van Europese afkomst in een dergelijke databank hoeft te zijn opgenomen, om vervolgens van meer dan 99 procent van alle Amerikaanse burgers van Europese afkomst een verwant te kunnen identificeren. De Groot: "Met andere woorden, als mijn achterneef toestemming heeft gegeven, kan ik in beeld komen bij de overheid als het om strafzaken gaat. Dit roept natuurlijk nogal wat vragen op met het oog op privacy."
Stamboom
Het heeft ermee te maken dat de commerciële DNA-databanken een veel gedetailleerder DNA-profiel opmaken van klanten dan bijvoorbeeld het NFI doet. Ter illustratie: de DNA-databanken kijken naar 700.000 delen van het DNA, het NFI naar 23. Het NFI heeft alleen een match nodig tussen een mens en het spoor van een dader, geen stamboom. Hoe meer gegevens, hoe uitgebreider firma's als Familytree en GEDmatch de stambomen van klanten kunnen opbouwen.
De DNA-bedrijven vragen weliswaar - vaak - de klant expliciet om toestemming om gegevens ook te mogen delen met opsporingsdiensten. Maar: wie leest alle voorwaarden nu werkelijk? En hoe veilig is het dan? Bij een hack van het Amerikaanse 23andMe werden vorig jaar nog de DNA-gegevens van 6,9 miljoen mensen gelekt. Het ging om stambomen, maar ook om gezondheidsinformatie die gebaseerd was op de DNA-analyse van gebruikers. Daar zaten ook Nederlandse klanten tussen.
De Groot: "Maar los daarvan: zelfs als één persoon weloverwogen toestemming geeft, hebben al diens verwanten geen toestemming gegeven. Het is wonderlijk: we willen om goede redenen niet een nationale DNA-databank, maar over de commerciële DNA-datanken is nog maar beperkt discussie. Terwijl mogelijk in de toekomst door de 2 procents-regel eigenlijk een soort achterdeur kan worden gecreëerd, waardoor je met een omweg vrijwel iedereen zou kunnen identificeren."
Opletten geblazen
Het draait dus vooral om 'DNA-thuistesten voor afstamming'. Voor ongeveer 50 euro krijgt u een wattenstaafje - denk aan de coronatests - thuisgestuurd, waarop u wat speeksel of wangslijm aanbrengt. Deze stuurt u weer terug. Het bedrijf vergelijkt dan uw DNA met dat van anderen. Mensen die stammen uit een bepaalde regio in de wereld hebben vergelijkbaar DNA, zo kan worden ontdekt uit welk deel van de wereld uw voorouders kwamen. De kneep zit 'm in de voorwaarden: u kunt met vinkjes aangeven voor welke doeleinden de resultaten kunnen worden gebruikt. Dat kan betekenen dat u, als u niet goed oplet, ook tekent voor het vrijgeven van uw celmateriaal voor opsporingsonderzoeken. De bedrijven zijn bijna uitsluitend in de VS gevestigd. Daar gelden veel minder strikte privacywetten.
Bron: Algemeen Dagblad | 12 Augustus 2024